erfgoedobject

Eenheidsbebouwing van arbeiderswoningen

bouwkundig element
ID
82834
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/82834

Juridische gevolgen

Beschrijving

Eenheidsbebouwing uit het tweede kwart van de 19de eeuw die tussen 1978 en 1980 verbouwd werd tot sociale woningen naar ontwerp van de Brugse architecten Philippe Cardinael en Luc Laloo, in opdracht van de sociale huisvestingsmaatschappij Brugse Maatschappij voor Huisvesting.

Achter de grotendeels bewaarde 19de-eeuwse bakstenen lijstgevels met ritmerende gevelopeningen bevinden zich verschillende woningtypes met een vrij open plan, individuele ommuurde terrassen en een gemeenschappelijke tuin.

Eenheidsbebouwing van oorspronkelijk vijftien woonhuizen van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), gebouwd in het tweede kwart van de 19de eeuw. Deze in 1971 "ongezond-onverbeterbaar" verklaarde woningen werden in het kader van de sociale stadsvernieuwing (en een "Kunstige Herstelling") tussen 1978 en 1980 ingrijpend verbouwd – enkel de gevel en het algemene bouwvolume bleven behouden – tot elf sociale woningen. Ontwerpers waren de Brugse architecten Philippe Cardinael en Luc Laloo, opdrachtgever de sociale huisvestingsmaatschappij Brugse Maatschappij voor Huisvesting, aannemer pvba Laukens (Blankenberge). In 1981 kreeg dit project de Prijs voor de kleinijverheid en een speciale vermelding bij de Baksteenprijs en bij de Internationale prijs voor Architectuur van het Nationaal Instituut voor Huisvesting.

Deze herbestemming is een voorbeeld van de kleinschalige, geïntegreerde sociale huisvestingsprojecten die vanaf circa 1975 in de historische binnensteden werden gerealiseerd. De verankerde en beschilderde, bakstenen lijstgevels behielden hierbij hun ritmerend karakter door de afwisseling van de openingen met dichtgemetselde nissen en halfvensters. Het schrijnwerk werd vernieuwd naar oorspronkelijk model. Het project past ook in de tendens naar verscheidenheid en individualisering, als reactie op de uniforme sociale huisvestingsprojecten uit de naoorlogse periode. In tegenstelling tot de vrij uniforme straatgevel, zijn de elf woningen immers verschillend opgevat. Alle huizen beschikken wel over een moderne, opengewerkt interieur met vide en beglaasde achtergevel. In de woningen bevinden zich kleine polyvalente ruimtes en ingebouwde nissen die de bewoner een zekere vrijheid van gebruik moeten verlenen. Achteraan beschikken de woningen over een individueel, ommuurd terras en fietsenberging, en een gemeenschappelijke tuin, alle toegankelijk via een secundaire weg (met toegang tussen Vlamingdam 67 en 69, en via de Koningin Elisabethlaan).

Evaluatie

Dit geheel heeft een architecturale en stedenbouwkundige waarde die zowel betrekking heeft op de oorspronkelijke 19de-eeuwse arbeidershuisvesting (homogene architecturale volumes en voorgevels met ritmering van de muuropeningen), als op de herbestemming tot sociale woningbouw: gevarieerde en vernieuwende planindeling, geslaagde overgang tussen private en gemeenschappelijke ruimte achteraan en materiaalgebruik (baksteen).

  • Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, 1364/1975, 964 & 1798/1977.
  • Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota.
  • KADOC, Archieven Hogeschool voor Wetenschap en Kunst Sint-Lucas Gent, 318. Atelier voor Architektuur Philip Cardinael en Luc Laloo BE/942855/1544/318.2, Brugge, saneren 11 woningen, Vlamingdam. Gereproduceerde plannen, 1979
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, bouw- en renovatiedossiers, 236.
  • BEERNAERT B., CONSTANDT L. & ESTHER J.P. 1982: Brugse gevelgids, Brugge, 176-177.
  • DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Brugge, 408.
  • GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18NB Noord, Brussel - Turnhout.
  • KNOPS G. 1992: Stadsvernieuwing in beweging, Brussel, 34-35 en 39.
  • MOERMAN K. 1983: Vier architecten te Brugge, Charles Vermeersch, Philip Cardinael – Luc Laloo, Eugène Vanassche, Erik Van Biervliet, Tielt, 36-37; 50-57.
  • S.N. 1980: Verslag van de studiedagen stadsvernieuwing, Antwerpen, 211-215.
  • S.N. 1997: Monografieën erkende bouwmaatschappijen, in: S.N., Bouwstenen van sociaal woonbeleid ’45-‘95. De VHM bekijkt 50 jaar volkshuisvesting in Vlaanderen. Deel 2, Brussel, 116.
  • SMESSAERT P. 1984: Sociale woningbouw in de Brugse binnenstad : stedebouwkundige en architekturale evolutie, onuitgegeven verhandeling Rijksuniversiteit Gent , Burgerlijk ingenieur architect, 88-98.
  • VAN HOOFF D., VAN DER WERF J. & GOETHALS G. 1994: Langs moderne architectuur (1945-heden). Architectuurroutes in Nederland en België, Utrecht – Antwerpen, 215.
  • VLAEMINCK S. 1981: Sociale stadsvernieuwing concreet: middelen, moeilijkheden, mogelijkheden, Gent, 201-204.

Auteurs: Vandeweghe, Evert; Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eenheidsbebouwing van arbeiderswoningen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/82834 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.