Eclectisch breedhuis van twee/drie traveeën en drie bouwlagen onder gemansardeerd zadeldak (leien en mechanische pannen; twee segmentbogige dakkapellen), gebouwd in 1923. Consoliderende "Kunstige Herstelling" van 2001-2002 naar ontwerp van architect D. De Meyer (Tielt) onder meer herstellen van balustrade, pleisterelementen en dak. Lijstgevel met parement van gele baksteen op lage bepleisterde en beschilderde plint gecombineerd met verschillende elementen van sierpleister. Neoclassicistisch geïnspireerde gevelopstand: kolossale hoekpilasters op de bovenverdieping uitlopend op gekoppelde consoles met mascaron onder de tand- en kroonlijst. Gebogen centrale erker op de tweede bouwlaag met aansluitend balusterbalkon. In mindere mate art-deco-inslag met name in de reliëfpanelen en -zwikken van de rondboogpoort en het fraaie ijzerwerk van de dito glasdeur; op de bovenverdieping in de erkerversiering en bijkomende ornamenten van de respectievelijk rondbogige en rechthoekige vensteromlijstingen.