Zogenaamd "Huis Charles Spronckholf", naar bouwheer in de 17de eeuw; heden atelier "P. STANDAERT", zie uithangbord. Complex van drie samengevoegde breedhuizen (onder meer woonhuis, atelier en toonzalen), volgens archiefonderzoek gebouwd in 1653 doch met latere aanpassingen. Nummer 46, breedhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Verankerde en ossenbloedrood beschilderde, bakstenen lijstgevel met brede trapgevel (8 treden + topstuk), boven de middentravee; lage plint van arduin. Licht getoogde, aangepaste benedenvensters onder strek met bewaarde ontlastingsbogen van hetzelfde type als deze van de bovenverdieping; rechthoekige bovenvensters waarvan sommige met deels afgeschuinde dagkanten en verweerde stenen bovendorpel. Twee rechthoekige zoldervensters met identieke afwerking, onder een gedichte rondboogopening en smeedijzeren hijshaak. Ramen met grote roedeverdeling en centraal houten consooltje onder de blijkbaar tweeledige bovendorpel. Schouderboogvormige deuromlijsting van arduin met geprofileerd beloop, neuten en imposten uit het tweede-derde kwart van de 18de eeuw; gestrekte, houten tussendorpel en bovenlicht met waaiervormige roedeverdeling.

Nummer 48, breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Verankerde en écru beschilderde, bakstenen lijstgevel en tuitgevel boven de twee linker traveeën; arduinen plint. Rechthoekige vensters met strek en geblokte ontlastingsbogen - niet boven de twee rechter bovenvensters. Rechthoekige deuromlijsting van arduin uit het vierde kwart van de 18de eeuw(?); niet nader te identificeren steenhouwermerk. In de top, bolkozijn met afgeschuinde dagkanten.

Achteraan, dwarse tuinvleugel (nok loodrecht op nummer 48): breedhuis van acht traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen), uit de 18de eeuw; drie dakvensters waarvan centrale met eenvoudig fronton. Bepleisterde en witbeschilderde lijstgevel, symmetrisch opgebouwd door middel van een midden- en twee zijrisalieten van telkens één travee. Doorlopende, gekorniste puilijst en versneden entablement. Licht getoogde vensters alternerend met verdiepte penantspiegels. Twee vensters bewaren nog 18de-eeuwse roedeverdelingen; overige grote uit de 19de eeuw. Centraal deurvenster met Frans balkon boven de rondboogdeur met verweerde sluitsteen en boogrug op doorgetrokken imposten.

Interieur van de dwarsvleugel. Centrale inkom leidt naar rond salonnetje in Lodewijk XV-stijl: houten schouw en drie deuren, harmonieus ingewerkt in wandversieringen in stucwerk; uitbeelding van de Vier Elementen, liefdessymbolen en rocaillemotieven; nis met lisbladeren.

Nummer 48 (links ervan), breedhuis van zes onregelmatige traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), naar verluidt met oudere kern. In 1854, toevoegen van een klein venster links van de poort. In 1863, toevoegen van de dorpels en grote roedeverdelingen. Verankerde en beschilderde, bakstenen lijstgevel en trapgevel (8 treden + topstuk) boven de drie linker traveeën. Tudorboogpoort in hardstenen omlijsting met afgeschuind beloop en druiplijst met bekronende kruisbloem; erboven gevelsteen met wapenschilden van de 15de-eeuwse families Lem en Nieuwenhove (geschilderd doek op hout genageld), aangebracht door de eigenaar F. Lem na 1848. Achtergevel met rechthoekige bovenvensters met 18de-eeuwse schuiframen met kleine roedeverdelingen.