erfgoedobject

Decanale kerk Sint-Laurentius

bouwkundig element
ID
80019
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80019

Juridische gevolgen

Beschrijving

Zogenaamde Kathedraal van het noorden, genoemd naar Sint-Laurentius, waarvoor men in Hamont op bedevaart kwam voor brandwonden, huidziekten, puistachtige ontstekingen, wild vuur of laurentiusvuur.

HISTORIEK

De huidige kerk werd gebouwd in 1903-04 naar ontwerp van architecten J.Cuypers (1861-1949), (Roermond), zoon van de beroemde P.J.H. Cuypers, en J. Stuyt (Amsterdam).

Aanvankelijk waren ook andere prominente architecten in de running, namelijk M. Christiaans (Tongeren), J. Gilson (Brussel), J.A. Jorna (Roermond) en A. Geens (Gent/Tienen).

De huidige kerk had minstens twee voorlopers. Over de romaanse kerk, in 1437 afgebroken, waarschijnlijk wegens te klein of bouwvallig, is verder niets geweten. De stenen romaanse kerktoren, die met latere aanpassingen tot in 1851 bleef bestaan, doet vermoeden dat ook het schip van steen was. Omwille van zijn massieve bouw werd de toren door de bevolking gebruikt als schuilplaats bij eventuele belegeringen.

Ook de oorsprong van de gotische kerk, gebouwd in de eerste helft van de 15de eeuw, is zeer onduidelijk. In 1445, wijding van de altaarsteen van Sint-Laurentius. In 1654, grote schade. In 1677, afbraak van het altaar van het Heilig Kruis. In 1726 werd toelating verleend om ten zuiden van het koor een sacristie te bouwen. Van circa 1730 dateert de oudste betrouwbare afbeelding van de gotische kerk door Remacle Le Loup. Men ziet de noordzijde in een wat vertekend perspectief. Het bedehuis had een voorstaande westtoren met ingesnoerde naaldspits, een schip met lagere noordtranseptarm, een eveneens lager koor met noordaanbouwsel onder lessenaarsdak en een driezijdige sluiting. In 1819, afbraak van het oude schoolgebouw op het kerkhof ten noorden van de kerk. In 1820, omvorming van de kerkingang onder de toren tot kapel ter ere van het Heilig Kruis en het Heilig Hart.

In de Atlas van de Buurtwegen (1845) is het ommuurde kerkhof duidelijk weergegeven. Van rond 1850-52 dateert de heden verloren tekening van de vervallen kerk door Jacques Rijcken (Hamont), gezien vanuit het zuiden: niet hoge mergelstenen toren, blijkbaar in twee bouwfasen opgetrokken, een quasi blind Romaans onderste gedeelte en het bovenste deel opgericht of minstens verbouwd in gotische stijl, met een Christus aan het kruis onder afdakje; een schip van drie traveeën met zuidportaal; een nauwelijks uitspringend transept en een smal en relatief lang koor.

In 1850-53, afbraak en heropbouw van de bouwvallige toren en vergroting van de gotische kerk met twee zijbeuken ingedeeld in vijf traveeën, waarvan één tegen de toren kwam aan te liggen, confer oude prentbriefkaart vanuit het zuidwesten van circa 1900. Lambert Jaminé (1800-71), (Hasselt), provinciaal onderarchitect, stelde de bouwplannen op. Deken Ch. Reyners (1879-1900), aanhanger van verdere vergroting, deed in juli 1897 volgend voorstel: koor en sacristieën afbreken om de kerk aan die zijde te kunnen verruimen. Omdat de leden van het kerkbestuur twijfelden aan de degelijkheid van de heropbouwwerken aan de toren, hetgeen later bewaarheid werd, verwierp men het voorstel tot vergroting en opteerde men voor de bouw van een volledig nieuwe kerk.

Het was aanvankelijk de bedoeling het nieuwe bedehuis op te richten aan de oostzijde van de markt. De kerk diende echter noodgedwongen gebouwd op de plaats van de oude kerk en het aanpalende kerkhof. Het plan van de architecten J. Cuypers en J. Stuyt moest uit plaatsgebrek drastisch worden veranderd. Zo werd het kerkgebouw in de lengte-as met 13 meter ingekort (plannen van 1901).

In 1902-04, onder pastoor-deken Pieter Dols, afbraak van de gotische kerk en vervanging door de huidige neogotische kerk. In de periode van juli tot oktober 1902, oprichting van een noodkerk voor de pastorie. Op 18 juni 1903, eerstesteenlegging door oud-deken Ch. Reyners. Vanaf 1903, schenkingen voor het mobilair door de teutenfamilies, vooral de familie Simons. Op 18 oktober 1904, consecratie van de nog onvoltooide kerk door Monseigneur M. Rutten. Datzelfde jaar, ophangen van het Angelus- of Sint-Jozefsklokje van Michiels (Doornik). In 1906 gebeurde hetzelfde met de sinds 17 september 1943 verdwenen Sint-Laurentiusklok van Gonthier (Mechelen). In 1919-20, grote herstellingen aan de vensterramen, uitgevoerd door Steyaert (Schaarbeek), naar aanleiding van de treinontploffing van november 1918. In 1924, aanbrengen van tien glasramen door Osterrath (Luik). Op 17 september 1943, weghalen van de Sint-Laurentius- en Sint-Jozefsklok. In 1946-47, vernieuwing van dak van kerk en toren, wegens oorlogsschade en slijtage. Op 1 mei 1947, terugbrengen van het Sint-Jozefsklokje vanuit Schakkebroek. De Sint-Laurentiusklok werd nooit teruggevonden en werd waarschijnlijk hersmolten. In 1950, herstellingen aan de glasramen van Osterrath. In 1953, nieuwe Sint-Laurentiusklok, klokketoelen, elektrificatie van uurwerk en gelui door Horocantus (Lokeren). In 1979, aankoop van een eikenhouten dienstaltaar en lezenaar naar ontwerp van architect Tamsin (Brugge). In 1983, dakwerken. In 1984, aanbrengen van voorzetramen. In 1996-2000, restauratiewerken naar ontwerp van architect A. Rijcken (Hamont-Achel): gevelwerken, herstel van bedaking en dakgoten. Voorts kwamen er beveiligingswerken tegen inbraak in 1996-97, onder meer inrichting van de doopkapel naar ontwerp van architectenbureau Boeckx & Rijcken (Hamont-Achel), in samenwerking met de dienst Monumenten & Landschappen.

BESCHRIJVING

Georiënteerd neogotisch bedehuis, door een aantal bomen onder meer linden omgeven. Het Kerkplein rond de kerk ligt op de plaats van het vroegere kerkhof. De aanleg dateert uit 1979-80.

De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van vier traveeën met grotendeels ingebouwde vierkante zuidwesttoren, een transept met armen van twee traveeën, een rond traptorentje tegen de zuidoosthoek van de rechtertranseptarm, een koor van drie rechte traveeën met vijfzijdige sluiting, twee zijkoren met driezijdige sluiting, een doopkapel met trapezoïdale sluiting tegen de noordgevel van de middenbeuk en twee rechthoekige sacristieën aan weerszijden van de zijkoren, de noordoostelijke fungerend als hulpsacristie. Wegens plaatsgebrek is het koor sterk ingekort.

Baksteenbouw met rechthoekige betraliede keldergaten, doorgaans aflijnende getrapte baksteenfriezen en overhoekse muizentanden, alsook alternerend metselverband in de puntgeveltoppen. Honderdduizend bakstenen kwamen uit Rijkevorsel. Gebruik van felrode baksteen voor voorgeveltop en deels voor uurwerken van toren. Gele tegels voor centraal kruis in voorgeveltop, omgeven door drie kleinere kruisen van veelkleurige decoratieve tegels; deels groene tegels voor uurwerken en puntgeveltop van westportaal. Gebruik van hardsteen voor trappen, water- en deklijsten, lekdrempels, afzaat van torensokkel, middenstijlen van sacristievensters, afwerking van schouderstukken van zuid- en westportaal, afwerking van versneden steunberen en puntgeveltop van zuidportaal; recente hardsteen voor plint van voorgevel en toren. Gebruik van zandsteen voor hoekblokken, van geprofileerde accoladebogen voorziene lateien van sacristievensters en -deuren. Leien bedaking met smeedijzeren bekroningen onder meer kruisen, bestaande uit zadeldaken met dakkappelletjes boven middenbeuk, transept, koor en zuidoostelijke sacristie, lessenaarsdak boven noordelijke zijbeuk, haakse zadeldaken boven zuidelijke zijbeuk, veelal schilddaken boven de tegen het transept aanleunende elementen, naaldspitsen boven de drie geledingen tellende en van getoogde en rondbogige venstertjes voorziene zuidoostelijke traptoren en boven het zeszijdige dakruitertje van de kruising, polygonaal dak boven doopkapel en tentdaken boven sluiting van nevenkoren. Typisch voor de Cuypers-architectuur is het accentueren van de bouwmaterialen.

Hoge, slanke toren van vier geledingen onder ingesnoerde naaldspits (leien) met dakkapelletjes, bovenaan voorzien van een lantaarn met omloop, een kroon en een bol met bekronend smeedijzeren kruis waarop een windhaan, op de hoeken geflankeerd door vier spietorentjes, oprijzend vanaf de tweede geleding en voorzien van tentdaken met smeedijzeren bekroning.

De eerste geleding telt zes lichtgleuven ten westen. Ten zuiden, in een puntgevel ingeschreven spitsboogportaal met geprofileerde omlijsting, bewaard houtwerk en ijzerbeslag van de rechthoekige vleugeldeur, waarboven beschilderde inscriptie in gothisch schrift: ECCLESIA ALTISSIMO DICATA (kerk, toegewijd aan de Allerhoogste), waarboven op zijn beurt een drielicht met spitsbogig maaswerk in het boogveld; top van puntgevel met bronzen reliëf met voorstelling van Heilig Hart (1934), waaronder inscriptie: HAMONT/ AAN HET/ H. HART VAN JEZUS, en bekronend kruis.

De tweede geleding heeft aan elke zijde twee gekoppelde slanke spitsbogige spaarvelden met geprofileerde omlijstingen, waarin analoge lichtgleuven als bij de eerste geleding.

De derde geleding telt aan elke zijde twee gekoppelde spitsbogige galmgaten in dito omlijstingen.

De vierde wordt aan elke zijde gemarkeerd door een centraal uurwerk, ten oosten en ten noorden voorzien van plaatwerk. Aan elke zijde vier spitsbogige, van dito venstertjes voorziene spaarnissen in de flankerende spietorentjes, waarboven alternerend metselverband.

Voorgevel met spitsboogportaal, analoge vleugeldeur en bekronend getoogd venster in geveltop. Schip, transeptarmen en koren zijn voorzien van spitsboogvensters in geprofileerde omlijstingen, onder meer drielichten in voorgevel en transeptsluitingen, van elkaar gescheiden door ritmerende versneden steunberen, overhoeks bij koren, doopkapel en de ten westen van het transept aanleunende volumes; recente voorzetramen ter beveiliging. Toppen van zijpuntgevels van transept met drie klimmende gekoppelde spitsbogige spaarvelden waarin lichtgleuven. Toppen van puntgevels van zuidelijke zijbeuk met analoge lichtgleuven.

Sacristieën met veelal gekoppelde rechthoekige vensters en bewaard houtwerk met glas in lood. Eveneens behouden deuren met ijzerbeslag bij sacristieën en traptoren

Sober doch imposant, grotendeels bepleisterd en beschilderd, polychroom interieur. Basilicale opstand. De brede middenbeuk en de smalle zijbeuken zijn gescheiden door een geprofileerde spitsboogarcade van alternerend rode baksteen en zandsteen, waarboven een veelkleurige florale omlijsting, gedragen door zandstenen zuilen met bladwerkkapiteel en hardstenen basement. Overkluizing door middel van bakstenen kruisribgewelven met veelkleurige ribben tussen spitsbogige gordelbogen, uitlopend op zandstenen pilasters met aanleunende, van kapiteeltjes met bladwerk en monsterkoppen voorziene colonnetten.

Geprofileerde zandstenen pilasters met hardstenen basement vangen de analoge gewelven van de zijbeuken op. Gelijkaardige overkluizing van het transept, boven de kruising gedragen door zandstenen bundelpijlers met bladwerkkapitelen. Straalgewelven boven koorsluitingen en doopkapel, bij centrale koorsluiting uitlopend op geel geschilderde colonnetten met bladwerkkapiteeltjes. Tegels met florale motieven versieren de muren van zijbeuken en transept. Beschilderde decoratieve friezen zijn aangebracht onder de zandstenen lijst tussen beide geledingen van de opstand .

Mobilair: Afkomstig uit de oude kerk: schilderijen met voorstelling van de liefdadigheid van Sint-Elisabeth (?) door Fr. Bernadini (18de eeuw) met een in memoriam voor Agnes Hermans († 1798) weduwe van G. Lemmens, de liefdadigheid van Sint-Martinus (?) vermoedelijk door dezelfde schilder (18de eeuw) met een in memoriam voor Johanna Margaretha Simons († 1820).

Belangrijke neogotisch gepolychromeerde houten beelden, namelijk Sedes Sapientiae (Maasland, begin 14de eeuw?) begin 20ste eeuw gerestaureerd door het atelier Cuypers (Roermond) en voorzien van een stralenkrans, Piëta (Brabant, Luik (?), circa 1500-20), Sint-Laurentius (Limburg, 1490-1510), Sint-Brigitta van Kildare (Limburg, Meester van de Heilige Rochus van Hamont, 1520-25), Sint-Rochus van Montpellier (Limburg, Meester van de Heilige Rochus van Hamont, 1520-30), Sint-Anna-ten-Drieën (Limburg, ca. 1520); witbeschilderde houten beelden: Sint-Laurentius (Limburg, navolger van de Meester van Oostham, 1535-40), Sint-Nepomucenus en Sint-Laurentius (eind 17de - begin 18de eeuw); recent beschilderd houten beeld van Sint-Jozef (17de - beging 18de eeuw); gepolychromeerd houten missiekruis ( Calvariekruis?) boven het koor; dito Sint-Job door Jacob Kenis (1867); dito Sint-Gerardus-Majella, in 1879 besteld in het atelier Sens (Gent); dito beelden van het atelier Van Wint-De Boeck (Antwerpen): Sint-Jozef en Sint-Franciscus (1894); dito beelden van het atelier Fl. De Vriendt: Heilig Hart van Jezus (1877) en Heilig Hart van Maria (1878).

Neogotisch houten Sint-Anna-altaar uit het midden van de 19de eeuw; dito Sint-Laurentiusaltaar (midden 19de eeuw), hersteld door het atelier Cuypers (Roermond).

Eiken preekstoel (1859) door Parras (Weert, Nederland), met voorstellingen van de vier evangelisten met hun symbolen, in 1952 door J. Mertens (Hamont) gerestaureerd en voorzien van een nieuwe rechte trap.

Twee neogotische eiken biechtstoelen door het Nederlandse atelier Van Haeff (1853), besteld ter gelegenheid van de restauratie en vergroting van de kerk in 1851-53; twee dito biechtstoelen, waarvan één enkel met bewaard voorfront.

Doopvont van onbekende herkomst, met marmeren voet en koperen deksel (begin 19de eeuw?).

Voor de nieuwe kerk: Schilderijen van P.J. Rijcken (Hamont) met de voorstelling van de Opdracht van Maria, Onze-Lieve-Vrouw en Kind in stralenkrans, de Geboorte van Maria, Anna en Joachim, de Maria-Boodschap (1908 en 1913) en de Heilige Veronica (1905); veertien kruiswegstaties (1912-13) in neogotische lijsten door het atelier Cuypers (Roermond); schilderijen met voorstellingen van het offer van Isaak, de eerste pascha-viering, de ontmoeting van Abraham met Melchisedek en het mannawonder in de woestijn

Vier muurschilderingen met voorstellingen van de gelukzalige Juliana van Cornillon, de gelukzalige pater Pet. Jul. Eymard, de Sleuteloverdracht tussen de Heilige Maternus en Heilige Servatius, alsook Jezus in de tempel tussen de Heilige Lambertus en Heilige Hubertus, waarvan twee door het genoemde atelier.

Twee neogotische gepolychromeerde houten engelfiguren (circa 1904). Beelden door het atelier Cuypers (Roermond): gepolychromeerde houten Sint-Antonius, in 1905 geschonken, Heilige Familie van gepolychromeerde Franse steen (1913).

Mobilair naar ontwerp van architect J. Cuypers en uitgevoerd door het atelier P. Roemaat (Leuven): hoogaltaar van 1904-10 van witsteen voorzien van marmeren zuilen en met weergave van het Lam Gods, gepolychromeerd eiken retabel met voorstellingen van Kruisiging, Laatste Avondmaal, Christus op de berg Tabor en de Geboorte van Christus met bezoek van de herders, middenstuk van retabel van witsteen en tabernakeldeur van verguld en verzilverd koper door C. Esser (Weert, 1906); noordelijk zijaltaar van Onze-Lieve-Vrouw van gepolychromeerde witsteen (1906) met dito retabel met centraal Mariabeeld en voorstellingen van het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth en de Maria-boodschap (ontwerp van 1903); zuidelijk zijaltaar van Sint-Jozef van gepolychromeerde witsteen (1906, ontwerp van 1903), met tabernakel (1908) en voorstellingen van de Dood van Sint-Jozef en de Heilige Familie, alsook centraal beeld van de Heilige

Communiebank bestaande uit twee helften van witsteen (1906, ontwerp van 1903), oorspronkelijk verbonden door een smeedijzeren hek en met voorstellingen van herten die aan een bron rinken, de voetwassing en Jezus met zijn apostelen in gespek met de onderdman. Eiken banken van circa 1904 door Swillens (Etterbeek); vijf neogotische eiken bidstoelen met drie bijhorende dito stoelen; neogotische eiken credenstafel; dragende constructie en balustrade van de orgeltribune van de Achelse beeldhouwer Thomas Watson (circa 1903); orgel in 1910 gebouwd door de firma Gebroeders Vermeulen (Weert), in 1954 en in 1990 door dezelfde firma volledig gereviseerd, ter vervanging van drie vorige orgels: het eerste van 1804, afkomstig uit een Tiens klooster, het tweede van 1841 door Jean Joseph Delhaye (Antwerpen), in 1877-78 grondig vernieuwd door P.J. Vermeulen, en het derde van 1907 door de firma Vermeulen (Weert) dat verkocht werd aan de parochiekerk De Goede Herder van Mol-Ezaart; smeedijzeren afsluithek van doopkapel door het atelier H.L. Van Boeckel (Lier, 1941); twee grote kandelaars (1941) bij het hoofdaltaar, door hetzelfde atelier.

Neogotische figuratieve glasramen van hoofdkoor, nevenkoren en doopkapel, laatstgenoemde met doopthema, door G. Ladon (Gent), die van het hoofdkoor naar ontwerp van architect J. Cuypers, respectievelijk geplaatst in 1907, 1911 en 1919; overige figuratieve glasramen in de zijbeuken door atelier Osterrath (Tilff bij Luik, 1918-24); decoratieve glasramen onder meer met art-nouveau-inslag. De vijf koorramen stellen voor: 1. Heilige Henricus, keizer van het Duitse Rijk, profeet Habakuk, de geboorte van Christus, profeet Osias, Jezus die de kinderen tot zich laat komen, profeet Sofonias, de opwekking van Lazarus en een leeuwenkop, symbool van evangelist Markus; 2. Heilige Teresia van Avila, profeet Jeremias, het kind Jezus in de tempel, de man Job, de bruiloft te Kana, profeet Joël, de verheerlijking van Jezus op de berg Tabor en een adelaar, symbool van evangelist Johannes; 3. bisschop Augustinus, profeet Zacharias, Christus met remonstrans rechts omringd van een gezin en links van een gevangene met kettingen geboeid en een jongeman met een kruis, profeet Amos, de kruisigig van Christus, profeet Baruk, de Heilige Drievuldigheid en het symbool van de Drieëenheid; 4. ridderfiguur, profeet Jonas, het Laatste Avondmaal, profeet Abdias, de Verrijzenis des Heren, Koning Salomon, de Nederdaling van de Heilige Geest en een jongeling, symbool van evangelist Matteüs; 5. een vrouw die een korf bloemen draagt, Koning David spelend op zijn harp, de ontmoeting van Jezus met Zacheüs, Christus met enkele apostelen, profeet Daniël, de Hemelvaart van Jezus en een ossenkop, symbool van evangelist Lukas.

Arduinen gedenkplaat voor de Hamontse gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog in de rechterzijbeuk.

Vier klokken: Jezus- en Mariaklok door Willem en Gaspar Moer (1902), Sint-Laurentiusklok door Jozef Gonthier (Mechelen, 1905), waarschijnlijk hersmolten en op 15 oktober 1953 vervangen door een nieuwe klok, gegoten door de firma Horocantus (Lokeren), en tenslotte de Sint-Jozefsklok door Marcel Michiels (Doornik, 1903).

Boven het zuidportaal, beeld van het Heilig Hart van circa 1934. Verderop aan de zuidkant van de kerk, zandstenen beeld van Sint-Laurentius (1908) op hardstenen sokkel en onder dito baldakijn, door het atelier Cuypers (Roermond).

Aan de noord- en oostzijde van de kerk, hardstenen grafkruisen, sommige met doodshoofd, Christusmonogram en/of Christus aan het kruis, van: Derick Seliger (?), († 1612), Aert Vervort, echtgenote Hylke Hermans († 1636) en hun zoon Ian Vervort († 1636), Iohan Claes († 1661) en echtgenote Maria Hermans († 1631), Yan Wouters († 1665) en echtgenote Yen Laenen († 1649), Maria Roestens († 1667), Ioannes Roestens († 1669), Petronella Baertels († 1702), echtgenote van Hendrik Smulders, Mathias Thys († 1719), Ioannes Thys († 1724), Peter Sanders († 1732), en één met onleesbaar opschrift voorzien van jaartal 1620; hardstenen gedenkkruis met inscriptie: BID VOOR DE ZIELERUST VAN/EERW. MOEDER FÉLICITÉ/ STICHTERES V.H. URSULINENKLOOSTER/ TE HAMONT. OVERL. ALDAAR 1880/ EN VOOR ALLE RELIGIEUZEN URSULINEN/ HIER BEGRAVEN; hardstenen grafsteen van Petronella Spaes, echtgenote Ballings († 1827), vader Theo Spaes, moeder M.C. Loukens, oom eerwaarde heer A. Loukens en broer Michiel Spaes, met kruis tussen twee sterren, zandloper en doodshoofd; door vier door zware smeedijzeren schakels met elkaar verbonden, achthoekige hardstenen zuiltjes omgeven, hardstenen grafmonument van Antonius Mathysen, dokter in de genees- en heelkunde en uitvinder van het gipsverband (1805-78).

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Limburg, Cel Monumenten en Landschappen, dossier nr. 382.
  • Archief Afdeling Monumenten en Landschappen-Brussel, plannenfonds Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, provincie Limburg, Hamont, parochiekerk Sint-Laurentius.
  • de BORCHGRAVE d’ALTENA J. , Het kerkelijk meubilair in de Limburgsche kempen, in Verzamelde Opstellen uitgegeven door de Geschied- en Oudheidkundigen Studiekring te Hasselt, 12, 2, 1936, p. 157, 168, 172, 187, 202, 203, afb. 42 op p. 204.
  • de BORCHGRAVE d’ALTENA J. , Notes pour servir à l'étude d'art du Limbourg, in Bulletin de la Société d'Art et d'Histoire du Diocèse de Liège, 43, 1963, p. 74, 76.
  • DE DIJN C.G. , red., Het orgelbezit in de provincie Limburg, in Kunst en oudheden in Limburg, 16, St.-Truiden, 1976, p. 77-78, ill. 3 op p. 280.
  • DEGEEST M., Ontmoeting met Hamont-Achel, ons stadje vandaag, Hamont-Achel, 2001, p. 44, 115-116, 150, 158, afbn. op p. 13, 42, 83, 114, 115, 151.
  • de SAUMERY P.L. , Les délices du païs de Liège, ou description géographique, topographique des monuments sacrés et profanes de cet évêché-principauté et de ses limites, 4, 1744, p. 192 (i.v.m. oude kerk).
  • DUSAR A., Limburgs kunstbezit. Van prehistorie tot classicisme, Hasselt, 1970, p. 121, 168, 169, 171, 182, 183, ill. 84 op p. 113, ill. 149 op p. 176.
  • GERITS J., Historische steden in Limburg, Brussel, 1989, p. 102-103, afbn.
  • GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Neerpelt, Brussel-St.-Truiden, 1977, p. 22-23.
  • MORIS J., Bijdrage tot de geschiedenis van Hamont, Hamont, 1976, p. 88, 112, 113, 114.
  • S.N., 1000 jaar kerkelijke kunst in Limburg. Tentoonstelling uit het kunstpatrimonium van Belgisch en Nederlands Limburg, Hasselt, 1966, nrs. 18, 108.
  • S.N., Gedenkboek Sint-Laurentiuskerk 1904-1979, s.l.e.a.
  • S.N., Gedenkboek uitgegeven bij gelegenheid van de vijftigste verjaardag der consecratie van de St Laurentiuskerk te Hamont 1904-1954, Hamont, 1954.
  • S.N., Laat-gotische beeldsnijkunst uit Limburg en Grensland, (tent.cat.), St.-Truiden, 1990, inventarisnrs. 170-175.
  • S.N., Religieuze neogotiek in de Teutendorpen , (tent.cat.), Neerpelt, 1989, p. 8, 64-65, 68-81, afbn.
  • VAN DE CREEMERS G. & SIJPE L. , De verdwenen burcht van Hamont. Een bijdrage tot de middeleeuwse geschiedenis van de stad Hamont, (Uitgaven van De Geschied- en Heemkundige Kring De Goede stede Hamont, 2de r., 2), Hamont-Achel, 1995, p. 8.
  • VAN DE SIJPE L., De dekenale St.-Laurentiuskerk te Hamont en haar beeldenschat, folder, Hamont, 1998.
  • VAN DE SIJPE L., red., De Sint-Laurentiuskerk te Neerpelt (sic) [Hamont], in Toeren tussen torens. "Naar en rond de abdij van Achel". Zondag 7 mei 2000, Brussel, 2000, p. 12-14, afb. op p. 13 en op kaft.
  • VAN LEEUWEN W., 1990, afbn.
  • VERPOEST L., Architectuurgids neogotiek in België, Antwerpen-Baarn, 1989, p. 101, 105, afb.
  • VERPOEST L., Neogotiek in Limburg, werkdocument 5/001 van Studiedag neogotiek in Noord-Limburg, Lommel, 9 juni 1990, p. 6, 9-10 (afb.), 14.
  • VISSERS P., Langs Vlaamse wegen - Hamont-Achel, Brussel-Hamont-Achel-Antwerpen, 1992, p. 10, afb. 1.

Bron: PAUWELS D. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Neerpelt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Decanale kerk Sint-Laurentius [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/80019 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.