erfgoedobject

Kasteel Vanreybrouck

bouwkundig element
ID
78834
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78834

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Kasteel Vanreybrouck
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Vanreybrouck
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

"Kasteel Vanreybrouck", statig landhuis in ruime tuin. Het centrale hoofdvolume van het U-vormige complex is een herenhuis dat werd gebouwd in 1838, en door een grondige verbouwing en uitbreiding in 1910 in opdracht van Edmond Vanreybrouck, zijn huidige monumentale uitzicht verkreeg.

Historiek

In 1838 wordt op een groot onbebouwd perceel een neoclassicistische herenwoning gebouwd. Achter de herenwoning, langs de Middelburgsesteenweg, bevindt zich een ruime lusthof. In 1864 wordt een grote, haakse achterbouw aan de woning toegevoegd; in 1882 enkele losse bijgebouwen, samen met de aanplant van een boomgaard; in 1890 wordt in de tuin een broeikas gebouwd. In deze samenstelling koopt Edmond Vanreybroek, een handelaar uit Antwerpen, in 1894 het eigendom. Deze man zal een belangrijke liberale politicus binnen de Moerkerkse gemeentepolitiek worden, onder meer burgemeester. Hij voert ingrijpende verbouwingen uit in 1910-1911, die het uitzicht van de herenwoning sterk veranderen: er worden twee nieuwe vleugels achteraan de woning gebouwd, na afbraak van het achterhuis van 1864. De noordvleugel wordt afgewerkt met een torentje. Daarbij worden alle gevels met een parement van witte baksteen bekleed. Dit materiaalgebruik is typerend voor het begin van de 20ste eeuw. Tijdens de Eerste Wereldoorlog is de Duitse Ortskommandatur in het herenhuis gevestigd, wat schade toebrengt. In 1922 restaureert de familie Vanreybrouck de woning, met onder meer toevoeging van de ijzeren afsluiting van de tuin. In 1973 worden de 19de-eeuwse broeikas en het bijgebouw afgebroken. In 1976 en 1980 wordt telkens een belangrijk deel van de tuin verkocht.

Beschrijving

Herenwoning in ruime tuin, met laag ijzeren hekwerk en haag afgescheiden van de straat. De tuin is toegankelijk via een bakstenen toegangspoort met leien dak in de Middelburgsesteenweg. Hoofdvolume gaat terug op de neoclassicistische herenwoning uit 1838, een dubbelwoning van drie bouwlagen en vijf traveeën onder een leien schilddak. De lijstgevel was gepleisterd, afgeboord door een houten kroonlijst en bekroond met een driehoekig fronton. De muuropeningen waren rechthoekig, in de zijgevels zaten tegen de voorgevel aan rondboogvensters op de verdiepingen, de centrale deurtravee werd geaccentueerd door een natuurstenen balkon met ijzeren balustrade op de eerste verdieping. In 1911 krijgt dit volume nieuwe decoratieve elementen, zijnde het witte baksteenparement met bruine banden, de rechte tandfries onder de gootlijst op uitgewerkte klossen en de art-nouveaugetinte sgrafittoversiering in het veld van het fronton. Muuropeningen met houten T-vensters worden niet gewijzigd; ijzeren leuning van het balkon wordt eind 20ste eeuw verwijderd. De twee zijvleugels achter het hoofdvolume worden in 1911 toegevoegd en zijn voorzien van hetzelfde gevelparement; gedeeltes van twee bouwlagen onder schilddaken worden afgewisseld met lage stukken waarop balkons met houten borstweringen. De toren die de noordelijke vleugel afsluit is zijn specifieke bedaking verloren door beschietingen tijdens de "Slag van 't Molentje" in de Tweede Wereldoorlog en is nu vlak afgewerkt. De speelse volumes, de aanwezigheid van hout voor leuningen en overkragende daken, de kleine roedeverdeling in de vensters, zijn elementen die uit de toen modieuze cottagestijl overgenomen zijn.

Segmentbogige vensters met art-nouveaugetinte afwerking in de natuurstenen hoekblokken; schuiframen met kleine roedeverdeling in de bovenlichten. De achtergevel van het hoofdvolume is gekenmerkt door horizontale vensterregisters met kleine houten roedeverdeling; een gedeelte van de linker zijgevel, boven de loggia, heeft dezelfde afwerking.

Interieur. De indeling van het landhuis heeft een dubbelhuisstructuur, met een centrale gang waarlangs een enfilade van salons; links achter, naast de gang, bevindt zich een sierlijke wenteltrap. Aan de achterzijde van het huis bevindt zich over de hele breedte een smalle gang, op het gelijkvloers is dit een wintertuin, op de eerste verdieping een gaanderij. De haakse vleugels herbergen op het gelijkvloers salons en remises, op de verdieping rechts vinden we terrasjes en een klein paviljoen, links de toren en een bibliotheekruimte.

De aankleding van de ruimtes in dit landhuis is eclectisch; elke ruimte heeft eigen stijlaccenten. Eenvoudige gang met stucplafond, bevloerd met grote vierkante witte en zwarte natuurstenen tegels. De donkere houten wenteltrap heeft slanke, sierlijke spijlen en een opvallende trappaal in de vorm van een zittend chinees figuurtje (chinoiserie). Rechts van de gang, een enfilade van twee salons, nieuwe tegelvloeren, stucplafonds, art-nouveau-getint glas in lood in de scheidingspanelen tussen beide ruimtes en in een raam naar de wintertuin toe. Laatst genoemd raam bevat een reiger in glas in lood, overgenomen uit het blazoen van baron Vanreybrouck. Wintertuin over de volledige breedte van het huis, gekenmerkt door imitatierotsen met verwerking van natuursteen; cementtegelvloer. Links van de wintertuin, een neorococosalon beschilderd in lichte tinten met gouden accenten, met uitgewerkt stucplafond, wandpanelen met bespanningen, supraporta's, witte marmeren schouw. In de rechter zijvleugel bevindt zich de eetkamer, een recente samenvoeging van twee kamers. Voor de aankleding werd gekozen voor neo-Vlaamse renaissance-elementen, zoals houten lambriseringen en plafond, en een sterk versierde houten schouw met onder meer leeuwenkoppen, ovale koperen plaat met reliëfvoorstelling van "het oordeel van Salomon" op de schouwmantel, en opschrift "RUST ROEST - 1572".

De kamers op de verdiepingen kregen eenvoudige stucplafonds, planken vloeren en schouwen. De schouwmantels zijn van zwart marmer op de eerste en van gemarmerd hout op de tweede verdieping. De dakpaviljoentjes van de zijvleugels hebben cementtegels. De geglazuurde dakpannen die op de terrassen zijn verwerkt dragen de inscriptie "TUILERIE DU PROGRES - HENNUYERES BELGIQUE".

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Moerkerke, 1838/2, 1864/33, 1882/8, 1894/17, 1911/8, 1973/4, 1976/14, 1980/14.
  • BALLEGEER J. en BRAEMS J.-P., De Zwinstreek in oude prentkaarten, deel 2, Zaltbommel, 1977, afb. 46.
  • RAU J., Het Damme van toen en omgeving, Brugge, 1981, p. 92.
  • VAN POUCKE G., Archiefbeelden Damme, Gloucestershire, 2003, p. 29.

Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Damme, Deel I: Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke, Deel II: Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL17, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel Vanreybrouck [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78834 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.