erfgoedobject

Motte Meerbos

archeologisch geheel
ID
77692
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/77692

Juridische gevolgen

Beschrijving

Algemene situering

In Wichelen worden er traditioneel meerdere sites naar voor geschoven als mottekasteel. Een hiervan is de site van het Meerbos, al kan er nog geen sluitend antwoord gegeven worden op de vraag of het wel degelijk om een mottekasteel gaat en niet om een omwalde site. De motte ligt dicht aan de historische stadskern van Wichelen en in de nabijheid van de administratieve grenzen van Serskamp en Schellebelle net zoals de Bergenmeersen, een andere, goed onderzochte, motte.

De site van het Meerbos zit mooi bewaard in het landschap maar wordt omgeven door een uitbreidende industriële zone. Van een heuvel is er geen sprake meer. Ten zuiden van dit opperhof bevindt zich nog een aarden berm. Een tweede gracht omgeeft opper- en neerhof. Dit neerhof situeert ten noorden van het opperhof en werd in het verleden al beperkt geroerd door de industriële ontwikkeling. Hierbij werd het noordelijk verloop van de buitengracht gedempt. De site van het Meirbos werd nog niet archeologisch onderzocht. De datering van de site is niet zeker.

Wichelen is gelegen langsheen de Schelde in het meest noordelijke deel van de zandleemzone. Het bodemtype ter hoogte van de archeologische zone bestaat centraal uit een matig natte zandleembodem zonder profiel (Ldp(o)) en een matig droge licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (Pcc). Ten westen, noorden en oosten van deze matig natte en matig droge zandleembodems situeert zich een droge licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (Pbc). Ten westen van de archeologische zone, langsheen de in de Schelde uitmondende Molenbeek komt een sterk gleyige kleibodem zonder profiel voor (Eep). De archeologische zone is gesitueerd in een laag gelegen gebied bij de Schelde ten noordoosten van de Molenbeek (8,75 m TAW). Planologisch staat het deel van de archeologische zone dat ingenomen is door de motte ingekleurd als parkgebied. Ten oosten, zuiden en westen hiervan komt een agrarisch gebied voor. In het noorden is het gebied bebouwd.

De plaats van inplanting van de site is niet toevallig gekozen. De vochtige, lager gelegen depressie, afgescheiden door een parallelle droge zandrug maakte dat de grachten steeds voorzien waren van water. De depressie wordt immers niet rechtstreeks afgewaterd door een beek maar vindt via een omweg aansluiting bij de vallei van de Molenbeek. Ook de wegen hebben een bepalende rol gespeeld bij de keuze van de locatie. De Meerbos is een aftakking van de heerweg van Dendermonde naar Gent die rechtstreeks naar het dorpscentrum van Wichelen leidt. Er wordt gesteld dat deze weg de voorganger zou zijn van de weg die thans ten zuiden van de motte loopt. Bovendien is de site vlak bij de gemeente-grens gesitueerd, waarschijnlijk teruggaand op de oude heerlijkheidsgrens tussen Wichelen en de heerlijkheid Boeigem. Tevens de strategische grens tussen het Land van Aalst en het Land van Dendermonde.

De oudste iconografische bron is de kaart van Horenhault van Het Land van Aalst, uit 1596, waarop de motte met dubbele omgrachting duidelijk afgebeeld is met de bijhorende tekst “(.....) mote”, mogelijk “vervallen mote” zoals ze ook op de kaart gepubliceerd in “Flandria Illustrata” door A. Sanderus (1644) aangeduid staat. Op de Villaret-kaart (1745-1748) en de Ferrariskaart (1777) staat naast de omgrachting ook een galg aangegeven op het aanpalende driehoekig perceel of “galgenveld”, de executieplaats van de rechtspraak van de heren van Wichelen uit het Ancien Régime. De motte wordt hier benoemd met "Mesbos". Op de Atlas der Buurtwegen (1840) en de Topografische kaart Vandermaelen (1846-1854) wordt de benaming "Meirbosch" gebruikt. Op de Popp-kaart (1842-1879) verschijnt de benaming "Meer Bosch".

De site is heel goed zichtbaar op het Digitaal Hoogtemodel.

Interpretatie

De site van de Meirbos is duidelijk tweeledig van aard. Een historische luchtfoto uit 1945 toont aan dat de opperhof grachten tijdens de 20ste eeuw werden uitgediept waarbij ook het eiland werd verkleind. De oorspronkelijke diameter van het opperhof meet zo’n 46 m in diameter. De breedte van de oorspronkelijk grachten moet rond de 10 m breed zijn geweest (tegenover 15 m vandaag). Een tweede walgracht omsluit opper- en neerhof. De breedte van deze gracht varieert van 5 tot 10 m. De site heeft een hoefijzervormig verloop. De dimensie van het gebied binnen de gracht is ca. 125 m bij 90 m. Ten zuiden van het opperhof situeert zich tussen de twee grachten een aarden wal ca. 1 m hoog en zo’n 5 m breed. De wal is nog aanwezig over een verloop van 75 m. Hoewel moeilijk te zien lijkt de wal ook al aanwezig op het WOI-luchtbeeld. Vreemd genoegd wordt de wal niet afgebeeld op een opmetingsplan van de Société archéologique de Bruxelles.

Het ontbreken van bewoningssporen levert geen bewijs dat het hier niet om een bewoningssite zou gaan. Alleen archeologisch onderzoek kan daarover uitsluitsel geven. Op basis van de informatie is niet uit te maken of het voor deze site gaat om een castrale motte of een site met walgracht. Volgens Bauters lijkt de hypothese van castrale motte weinig waarschijnlijk omdat er geen ophoging van het centrale eiland vast te stellen is. Bovendien is de omtrek van de binnenomgrachting te gering om er nog een heuvel van aanzienlijke hoogte op te trekken en op de top voldoende ruimte te bieden voor een toren. Dezelfde auteur suggereert dat het vermoedelijk om een bewoningssite met walgracht gaat van aanzienlijke ouderdom (12de-13de eeuw) mogelijk met kasteelachtig karakter. Door het ontbreken van bewoningssporen behoort deze site waarschijnlijk tot de groep A2 (bewoningssporen in beide omgrachte zones) of A3 (één bewoonde zone) in de classificatie van Verhaeghe.

Evaluatie van de bewaringstoestand

De Meerbos is een goed bewaarde motte of site met walgracht. Er kan van uitgegaan worden dat binnen het centrale omgrachte gedeelte, en mogelijk in de zone tussen binnen- en buitengracht nog structuren in de ondergrond bewaard kunnen gebleven zijn. Bovendien is het grootste gedeelte van de motte/site met walgracht tot vandaag gespaard gebleven van recente ingrepen. Gezien de ligging in het natte gebied van de Schelde is de kans groot dat in de grachten ook organische resten bewaard gebleven zijn.

Bibliografie

  • BAUTERS L. 2000: Castrale motte Meirbos (Wichelen), Jaarverslag van de provincie Oost-Vlaanderen 1999. Monumentenzorg en cultuurpatrimonium, 200-201.
  • BOGAERT C., DUCHENE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. s.d.: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Dendermonde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20N, (onuitgegeven werkdocumenten).
  • DE DECKER S. 1997-1998: Vanuit de hoogte. Een vergelijkende studie van de inplanting van castrale mottes in Oost-Vlaanderen, onuitgegeven licentiaatverhandeling, U.Gent.
  • DE POTTER F. & BROECKAERT J. 1893: Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen. Vierde reeks. Negen en veertigste deel. Wichelen, Wieze, Zele, Gent.
  • VAN STEENDAM H. 1976: Omwalde hoeven in het noordelijk gedeelte van Wichelen, Tijdschrift van de heem- en oudheidkundige kring van Wichelen, III, 4, 66-79.
  • VAN STEENDAM H. 1978: Verdwenen omwalde hoeven in Wichelen, Archeaologia Mediaevalis 1, 26-27.
  • VERHAEGHE F. 1981: Moated sites in Flanders: features and significance. In: Hoeksrtra T., Janssen H. & Moerman I. (eds.), Liber Castellorum - 40 variaties op het thema kasteel, Zutphen,98-121.
  • URL: http://www.flickr.com/photos/erfgoed/5498137428/ (september 2011)

Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Lommelen, Lies; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Motte Meerbos [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/77692 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.