erfgoedobject

Klooster der zwarte zusters met kapel

bouwkundig element
ID
75
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/75

Juridische gevolgen

Beschrijving

Eerste zwartzustershuis, gelegen in dezelfde straat op het hoekpand van de vroegere Peperstraat, gesticht in 1474 door de toenmalige burgemeester Jan de Proost en zijn echtgenote A. van Steelant om pestzieken te verzorgen. Opheffing in 1796, gebruik van de conventgebouwen als bergplaats voor de geconfisceerde religieuze goederen tot hun afbraak in 1806, gevolgd door de oprichting van de kazerne en krijgsgevangenis. Hergroepering van de kloostergemeenschap en aankoop van de eigendom Wouters de Dalme op initiatief van pastoor De Hert (1806) gevolgd door de oprichting van het huidige hoofdgebouw (nummer 6A-8); latere uitbreiding door toevoeging van het zogenaamd "Huis de Kegel" (voorheen nummer 10; nu ook 8); oprichting van de kapel (nummer 6) in 1837, inwijding in 1840. Heden worden de kloostergebouwen gebruikt als kantoren voor de stadsdiensten; de door het bisdom verkochte kapel kreeg een handelsfunctie.

Kapel met neoclassicistische voorgevel, ingebouwd in de huizenrij. Eenbeukige ruimte van twee traveeën met halfrond westkoor. Geschilderde baksteenbouw met schaarse verwerking van arduin. Oostelijke voorgevel afgelijnd door bepleisterde hoekpilasters en bekroond door een groot driehoekig fronton; middenrisaliet van twee registers: rondboogpoort in een geprofileerde omlijsting op pilastervormige posten omschreven door een portiek van composiete orde met entablement en kroon- en tandlijst; rondboogvenster tussen korte pilasters, doorlopend als hoekbanden op de bovenverdieping. Zwaar gekornist hoofdgestel met uitstekende lijst op klossen die ook het fronton aflijnt. Oostelijke dakruiter op vierkante onderbouw met achtzijdige klokkenverdieping (leien bekleding) deels opgevat als lantaarn met een vrij elegante torenhelm.

Interieur: overdekking door middel van een tongewelf (portaal), hangkoepel op pijlers (schip) en een halve koepel (koor); wit gemarmerde muren. Moeilijk te appreciëren ruimtewerking door de ingewerkte (losstaande) rekkenstructuur met lage bovenverdieping.

Meubilair. Verdwenen, met uitzondering van een marmeren epitaaf (19de eeuw) van de abdij van Drongen, in de noordwand van het koor, geplaatst in opdracht van pastoor-deken De Hert, vroeger monnik van deze abdij.

Voormalig klooster (nummer 6A-8). Breedhuis van acht traveeën en drie bouwlagen. Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel met laatclassicistische inslag uit het eerste kwart van de 19de eeuw (circa 1806-07). Gebruik van arduin voor de plint, de lekdrempels en de deuromlijstingen. Vlakke rechthoekige vensters, voorheen beluikt op begane grond en nu voorzien van rolluikkasten; ramen met kleine ijzeren roedeverdeling. Nauwelijks gemarkeerd linker risaliet met rechthoekige poort afgelijnd door pilasters onder een onversierde bovendorpel; vleugeldeur met houten tussendorpel; bovenlicht met ijzeren tracering. Schouderboogdeur in de zesde travee: vlakke omlijsting met geprofileerd beloop aan de dagkant, neuten, vlakke sluitsteen en een gestrekte druiplijst; houten tussendorpel onder fraai bovenlicht met ijzeren tracering (vlammend hartmotief, attribuut van de patroonheilige). Op de bovenverdieping vertoont de vijfde penant een uitgewerkte nis met Louis-Philippe-versiering (stuc) en een Sint-Augustinusbeeld, patroon van de orde (tweede helft van de 19de eeuw?).

Complexe achtergevel waarin gevels en bedakingen wijzen op diverse aanpassingen. De vijf linker traveeën horen tot een herenhuis van twee bouwlagen onder een deels bewaard en aangepast mansardedak met twee dakkapellen (kunstleien); uitzicht uit de tweede helft van de 18de eeuw. Beschilderde lijstgevel op arduinen sokkel. Belijnende lisenen, opgevat als geblokte hoekbanden voor de geveluiteinden en het hoger oplopend middenrisaliet. Getoogde vensters; arduinen omlijstingen met kwarthol beloop; luiken op de begane grond. Vermoedelijk gaat het om een pand waarvan de voorkant begin 19de eeuw werd opgenomen en geüniformeerd in het klooster. Recente aanbouw onder lessenaarsdak tegen de rechter travee. Moeilijke en vrij onduidelijke verbinding met de bedaking van de vleugel aan straatzijde.


Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n1 (A-G), Brussel - Gent.
Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De kapel werd opgericht op de plaats van een oude herberg, Het Boerken, die aan het klooster paalde. Midden 1838 werd gestart met de bouw van de kapel, die twee jaar later voltooid was.
  • BAERT K. & DAUWE J. 1975: Zwarte Zusters van Sint-Augustinus Aalst, Aalst, 101.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Klooster der zwarte zusters met kapel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/75 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.