Rijhuis van drie en een halve bouwlaag en vier traveeën onder afgesnuit zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen), volgens bouwaanvraag van 1856 ter verbouwing van een tuitgevel.

Bakstenen lijstgevel met verdiepte vensters met afgeronde bovenhoeken, gevat in vlakke witbeschilderde rechthoekige omlijsting; lekdrempels doorgetrokken tot kordons. Mezzanino onder houten kroonlijst op voluutconsoles. Aangepaste begane grond ter vervanging van voormalige winkelpui met schouderboogvormige muuropeningen: deur in eerste en tweede travee, winkelramen met tweelichten in tweede en vierde travee.