erfgoedobject

Burgerhuis in neoclassicistische stijl

bouwkundig element
ID
7360
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7360

Juridische gevolgen

Beschrijving

Voornaam burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1852 opgetrokken in opdracht van de heer Ed. Van Der Straeten. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer at te leiden. Het betrof oorspronkelijk een ‘maison de campagne’ van het type rijhuis in half open bebouwing, met de inkompartij in de zijgevel. Een volgende eigenaar, Joseph Lambo-Franssen, liet het pand in 1884 door de aannemer Corneille Joseph Kennes aan de rechterzijde uitbreiden met een poorttravee. Joseph Lambo (Antwerpen, 1835-Antwerpen, 1910), weduwnaar van Paulina Maria Josephina Herckens en echtgenoot van Elisa Josepha Maria Franssen (Antwerpen, 1836-1917), was 'traiteur', handelaar in voedingswaren en gevogelte, en gemeenteraadslid.

Getroffen door de Duitse beschietingen van 7 tot 9 oktober 1914, werd het hotel in opdracht van de toenmalige eigenaar, handelaar in geweven stoffen Charles Peeters-Mennen (°Lier, 1878) ‘heropgebouwd’ en met een verdieping verhoogd, naar een ontwerp door de architect Edmond Van Waeterschoodt uit 1915, uitgevoerd in 1916. De familie A. Mennen bezat het hotel minstens sinds 1911, jaar waarin Van Waeterschoodt onder het huis een wijnkelder installeerde en tralies aan de voorgevel aanbracht. In 1912 bouwde de architect voor de toen nog in Lier gedomicilieerde Peeters-Mennen een pakhuis met atelier, kantoor, remise en paardenstal achteraan op het perceel. Deze laatste liet in 1941-1942 op de aanpalende percelen nummers 52-54 een modernistisch appartementsgebouw met achterliggende kantoren en magazijnen optrekken, naar een ontwerp door de architecten Vincent Cols en Jules De Roeck uit 1940.

Burgerhuis

Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een mank zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, met schijnvoegen op de lage begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en gemarkeerd door op de bovenverdiepingen kolossale hoekpilasters, legt de compositie de klemtoon op de oorspronkelijke middentravee. Deze wordt op de bel-etage geaccentueerd door een entablement en een balkon met balustrade op fraai bewerkte voluutconsoles met acanthusblad. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters met afgeronde bovenhoeken, in geriemde omlijsting met oren sluitsteen en lekdrempel. De rechthoekige koetspoort in hardstenen omlijsting met entablement, en de ijzeren borstweringen van de bel-etage dateren uit 1884. De in 1915-1916 toegevoegde topgeleding is uitgewerkt als mezzanine met omlijste, ovale oculi, afgewerkt door middel van een klassiek hoofdgestel met panelenfries en houten kroonlijst op klossen en tandlijst. Deels bewaard houten schrijnwerk en smeedijzeren traliewerk op de begane grond, aangebracht in 1911.

Oorspronkelijk beantwoordde het half vrijstaande gebouw aan de typologie van neo-Palladiaanse landhuis, met een quasi vierkante plattegrond van drie bij drie traveeën, drie bouwlagen hoog onder een afgetopt tentdak. Het pand werd over de volledige breedte opgedeeld door de centraal ingeplante vestibule en traphal, en bood op de lage begane grond ruimte aan dienstlokalen als de keuken. De bel-etage omvatte de ontvangstruimten, met name salons en eetkamers, de tweede verdieping de slaapvertrekken. Aan deze indeling werd in 1884 een travee met vestibule, trappenbordes en extra vertrekken toegevoegd. De ‘heropbouw’ van 1915-1916 behield het bestaande schema en voegde een verdieping met drie extra kamers en zolders toe.

Pakhuis

Het in eclectische stijl ontworpen gebouw op L-vormige plattegrond, met een gevelbreedte van vijf bij drie traveeën, omvat drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen en muurankers, dat papesteen combineert met donkere klampsteen. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de plint en lekdrempels, witte natuursteen voor waterlijsten, hoekblokken en sokkels. Geleed door de puilijst wordt de opstand geritmeerd door getoogde sparvelden, in kolossale orde op de bovenverdiepingen. Verder regelmatige registers van brede getoogde muuropeningen, met op de tweede verdieping expressief gemetselde onderdorpels. Een kleurrijke fries van cementtegels met een repetitief patroon en een houten kroonlijst vormen de gevelbeëindiging. Gedeeltelijk bewaard vensterschrijnwerk.

Volgens de bouwplannen wordt het gebouw ontsloten door de inkom- en traphal in de travee uiterst rechts en een goederenlift in de opslagruimten. De begane grond biedt in de lange vleugel ruimte aan het koetshuis met paardenstal en hooiopslag en een eerste opslagruimte, het kantoor en een wachtkamer. De eerste verdieping wordt volledig ingenomen door opslagruimte, de tweede verdieping door de snijkamer en opslagruimte.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1852#336, 1884#76, 1884#825, 1916#6811, 1911#2131 en 1912#1660 (nummer 56), 18#13747 en 18#14225 (nummers 52-54).

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in neoclassicistische stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7360 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.