erfgoedobject

Herenhuis Vander Elst

bouwkundig element
ID
72739
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/72739

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis Vander Elst
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Herenhuis Vander Elst
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Bondgenotenlaan
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis in art deco
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Het herenhuis Vander Elst is gelegen in het laatste deel van de Bondgenotenlaan, vlakbij het Martelarenplein. De beeldbepalende woning werd in 1922 ontworpen door de Brusselse architect René Notéris in art deco en illustreert zeer goed de levenswijze en wooncultuur van de gegoede burgerij in de jaren 1920. Binnen de typologie van herenhuizen is de woning Vander Elst het enige voorbeeld in zuivere art-decostijl in de binnenstad van Leuven.

Historiek

Op 18 december 1922 vergunde de Stad Leuven de bouwaanvraag voor een ruim herenhuis aan de Bondgenotenlaan, toen nummer 138 en eigendom van Jean Vander Elst uit Blanden. Het ontwerp van het herenhuis was van de hand van de Brusselse architect René Notéris, waarvan geen biografische gegevens gekend zijn. De stempel op het bouwplan voor de herenwoning Vander Elst vermeldt “René Notéris/ Architecte/ Géomètre Expert/ Bureaux 206, rue D’Aerschot, Bruxelles”. Zijn werk, waarvan slechts zeven realisaties gekend zijn, beperkt zich tot woningbouw - burger- of herenhuizen - met voornamelijk klassiek opgebouwde gevels in een minder of meer uitgesproken art-decostijl.

De grondplannen, snedes en geveltekeningen bij de bouwaanvraag zijn gedetailleerd uitgewerkt en veelkleurig gehoogd. Buiten de grondplannen en geveltekeningen, bewaart het Leuvense stadsarchief tevens alle officiële briefwisseling met betrekking tot de bouw van het herenhuis. Hieruit blijkt een zekere ‘vastberadenheid’ van de eigenaar (en de architect?) met betrekking tot het advies van verschillende stedelijke instanties. Het Raadgevend Comiteit voor het Stedeschoon meldt op 23 juni 1922 dat ze het project van Vander Elst kan goedkeuren op voorwaarde dat de gemeenschappelijke zijgevels die zichtbaar zijn boven de nieuwe constructie, gedecoreerd worden (“décorer les pignons mitoyens qui dépasseront la nouvelle construction”). Blijkbaar werd het advies van het Comiteit niet gevolgd. Op 22 november 1923 werd een proces verbaal opgemaakt omdat Jean Vander Elst op het voetpad voor zijn woning een afsluiting (“clôture”) - een hekwerk? - plaatste. Vander Elst werd dan ook vriendelijk verzocht om de afsluiting te verwijderen en het voetpad volgens de stedelijke verordeningen opnieuw aan te leggen. Een tweede proces verbaal wordt opgemaakt op 21 december 1923, met de melding dat de verplicht aan te brengen herinneringssteen aan de brand van Leuven niet in de gevel werd ingewerkt. Vander Elst kreeg tot 15 maart 1924 de tijd om de steen te (laten) plaatsen. Op die dag werd echter door de politie vastgesteld dat de herinneringssteen niet geplaatst werd. De herinneringssteen werd later ingewerkt uiterst links boven aan de eerste bouwlaag.

De herenwoning heeft vandaag een kantoorfunctie.

Beschrijving

Het herenhuis Vander Elst is een art-deco-breedhuis van drie traveeën, een souterrain en twee bouwlagen onder een leien mansardedak met drie brede en getoogde dakkapellen. De lijstgevel is opgetrokken in hoofdzakelijk witte natuursteen met rode natuursteen (Schotse graniet) voor de plint en geel/rode baksteen op de verdieping. De gevel is opengewerkt door rechthoekige souterrainvensters met afgeschuinde dagkanten, door een centrale rondboogdeur met rechthoekig bovenlicht, veelal gekoppelde vensters en een lage, rechthoekige garagepoort in de onderbouw, en door driezijdig uitgebouwde erkers en een brede centrale loggia met balkon op de verdieping. Het geheel wordt getypeerd door het spel van in- en uitspringende volumes, door de decoratie van gestileerde chutes aan de muuropeningen in de eerste bouwlaag, door verdiepte, vierkante en rechthoekige spiegels op de lateien boven erkers en loggia in de tweede bouwlaag, en door het decoratieve, veelal met gestileerde bloemen versierde smeedijzerwerk voor souterrainvensters, beglaasde deur, bovenlicht en balkonborstweringen. Voorts kenmerkend zijn de met een uitgelengd dropmotief uitgewerkte onderdorpels van de vensters in de eerste bouwlaag, de geprofileerde balkonplaat en dito console aan de loggia, en de geometrische motieven in de houten kroonlijst/bakgoot en het houtwerk van de dakvensters. Voor zover zichtbaar is het schrijnwerk bewaard met toevoeging van voorzetglas voor de balkonvensters van de loggia.

Planindeling (volgens de bouwplannen)

De straatgevel werd volgens het façadeplan uitgevoerd, met uitzondering van de gestileerde bloemendecoratie op de spiegels boven erkers en loggia, en het gevelparement in de tweede bouwlaag dat deels in rode baksteen voorzien werd, maar in geel/rode baksteen en witte natuursteen (parement loggia) werd uitgevoerd. Het achtergevelplan vertoont qua opstand en travee-indeling grote gelijkenissen met de straatgevel - drie traveeën, twee bouwlagen, driezijdige erkers en balkons, en een masardedak met dakkapellen -, maar heeft duidelijk landhuisallures, waarvan de monumentale trappenpartij met terras, het balkon en de als pseudo-torentjes uitgewerkte dakkapellen boven de erkers getuigen. De achtergevel is opgetrokken uit baksteen met blauwe hardsteen voor plint, trappen, balkon en sierbanden ter hoogte van lateien en lekdrempels. Kenmerkend is de centrale, halfronde trappenpartij met terras die vanuit de tuin naar de leefruimtes (eetkamer, salon en biljartkamer) leidt en wordt bekroond door een breed balkon dat – net zoals de trapleuning, de borstwering voor keldertrap en cour anglais, en de diefijzers voor de keldervensters – voorzien is van een balustrade met decoratief geometrisch en floraal smeedwerk.

Het plan van de verhoogde begane grond toont een centrale hal achter de inkompartij, naastgelegen vestiaire en toilet. Links geeft een met vleugeldeuren afgesloten toegang uit op de dienstruimte, keldertrap en keuken (straatzijde). Aan de tuinzijde achteraan links bevindt zich de eetkamer, in het midden het salon met toegang tot een terras dat naar de tuin leidt, en rechts een biljartkamer. Rechts in de traphal bevindt zich een bordestrap die, halverwege, toegang geeft tot de boven de garage gelegen “salle de famille”. Volgens het plan waren alle vloeren voorzien van eiken parket en konden eetkamer, salon en biljartkamer gescheiden worden door middel van schuifdeuren. Op de eerste verdieping zijn vijf kamers, een badkamer en een studio (centraal aan de straatzijde) geschikt rond de centrale overloop. Alle ruimtes zijn voorzien van een dennen plankenvloer, de kamers aan de tuinzijde zijn met elkaar verbonden door middel van een deur en alle kamers zijn voorzien van ingemaakte kasten. De studio en de middelste kamer achteraan geven uit op een terras. De dakverdieping vertoont dezelfde planindeling als de eerste verdieping en telt vier kamers, een badkamer en twee zolderruimtes (kamers boven de erkers aan de tuinzijde) die ook alle voorzien zijn van een dennenhouten plankenvloer. Zowel de bordestrap als de diensttrap leiden naar de ondergrondse verdieping, waar verschillende voorraadruimtes aansluiten op een centrale hal: een chauffageruimte, een toilet en kolenkelders aan de straatzijde, en een voorraadkelder (met uitgang naar de tuin), een bergruimte en een wijnkelder aan de tuinzijde. De centrale hal en de kelders aan de tuinzijde zijn voorzien van een eikenhouten parketvloer, het toilet heeft een bevloering van marmertegels, de chauffagekelder cementtegels, en de kolenruimte een vloer van fabrieksdallen (“pavement en dalles d’usine”). De kolen werden in de kolenkelder gestort via een gat in de garagevloer (“parquet sur plancher en béton”).

De snedes leren dat de plint in Schotse graniet uitgevoerd is, voor de terrassen op de verdieping een granitovloer, en dat het tochtsas, tussen de inkom en de centrale hal, bedoeld was met een marmeren lambrisering.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 82040 (bouwvergunning 18.12.1922).
  • BRUNFAUT G. 1926: La Cité Détruite (Louvain), Le Document 5.2.42, 101-106.
  • CELIS J. 1985-1986: De Leuvense stationswijk, 1875-1875. Het ontstaan en de ontwikkeling van een stadsbeeld in de negentiende eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, KU Leuven.
  • CRAB J. e.a. 1975: Leuven, een stad die groeit. Een gemeenschap bouwt aan haar milieu, Leuven, 107-119.
  • PEETERS M. 1983: Gids voor oud Leuven, Antwerpen, 33-37.
  • STAES J., CELIS J., CRESENS F.A. e.a. 1987: Mechelen, Leuven, Tienen ... retour. Een treinreis door het verleden, Leuven, 89-121.
  • STEYNEN H. e.a. 1985: 15/18. Het verwoeste gewest, Brugge.
  • UYTTENHOVE P. 1983: Van stadsbouwkunst tot stedebouwkunde: een modernistische oefening van Raphaël Verwilghen, M&L Monumenten en Landschappen 2.5, 54-68.
  • UYTTENHOVE P. & CELIS J. 1991: De wederopbouw van Leuven na 1914, Leuven.
  • UYTTERHOEVEN R. 1983: Leuven, Bierstad door de eeuwen heen, Kessel-Lo, figuur 105-108.
  • UYTTERHOEVEN R. 1986: Leuven Weleer 2. De Nieuwe Bovenstad: tussen "Statiestraat" (Bondgenotenlaan) en Tiensestraat, Leuven, figuur 1a-27b.
  • VAN EVEN E. 1895: Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 197-198.
  • www.leuven.be/binaries/vaartkom%20weerspiegeld%20het%20boek_tcm16-37127.pdf
  • www.brussel.be/dwnld/72691469/5-%20Roosevelt%20nl%20150dpi..pdf
  • www.irismonument.be/fr.1001.Avenue_Antoine_Depage.13.html
  • www.erfgoedcelleuven.be/images/filelib/boekje_leuvense_oorlogsverhalen2_184.pdf
  • Bing Maps, Bondgenotenlaan 136, Leuven.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/42062/109.1, Herenhuis Vander Elst.
Auteurs: Verloove, Claartje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis Vander Elst [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/72739 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.