erfgoedobject

Woning Donckers ontworpen door J.H. Leroy

bouwkundig element
ID
72701
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/72701

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het herenhuis Donckers ligt in het laatste deel van de Bondgenotenlaan, vlakbij de pleinvormige verbreding ter hoogte van de Justus Lipsiusstraat en de Koning Leopold I-laan. De woning is beeldbepalend voor het laatste gedeelte van de Bondgenotenlaan, door haar aanzienlijke gevelbreedte met natuurstenen risaliet met driezijdige erker. Het door architect Joseph H. Leroy ontworpen ensemble van herenhuis, interieurinrichting en tuinaanleg, is een binnen de wederopbouw, een eerder weinig voorkomend voorbeeld van een totaalproject of 'Gesammtkunstwerk'.

Historiek

De woning Donckers is één van de vele panden uit de wederopbouwperiode van Leuven. Op 6 augustus 1931 diende architect J. H. Leroy namens E. Donckers een aanvraag in voor de bouw van een herenhuis aan de Bondgenotenlaan 108. Op dat moment woonde Leroy in de Vaartstraat 86 in Leuven. Verder zijn van hem geen gegevens bekend: naar aanleiding van de recente herinventarisatie van de Leuvense binnenstad werden geen andere realisaties van Leroy opgetekend, noch in de inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Vlaamse Overheid of die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het in het stadsarchief bewaarde dossier bevat een gevelplan, vier grondplannen, twee snedes en een tuinaanlegplan, alle decoratief en zeer gedetailleerd uitgewerkt en polychroom gehoogd. Ingesloten is ook een brief van de architect met de vraag om bepaalde decoratieve elementen van de gevel uit te voeren in 'simili pierre de France', gezien de hoge kostprijs van materialen en beeldhouwwerk. Het Raadgevend Comiteit, dat de aanvraag adviseerde op 14 augustus 1931, weigerde in te gaan op deze vraag en steunde daarvoor op artikel 1 van de stedelijke verordening dat het gebruik van similisteen aan de Bondgenotenlaan verbood. Verder had het Comiteit opmerkingen over de algemene vormgeving en decoratieve uitwerking van de gevel, die vereenvoudigd moest worden en meer rekening moest houden met de schaal, het karakter en de dimensies van de belendende panden.

Vergeleken met het huidige voorkomen van de gevel, heeft het Raadgevend Comiteit blijkbaar maar gedeeltelijk haar slag thuisgehaald: de eerder in similisteen voorziene decoraties werden uitgevoerd in witte natuursteen behalve een deel van de console van de loggia en het cordon op de eerste verdieping. Aan de vormgeving van de gevel werd niets gewijzigd. Bouwheer en/of architect waren het duidelijk niet eens met de door het Comiteit gevraagde vereenvoudiging van het ontwerp. Op 24 augustus 1931 diende Leroy een qua gevelmaterialen aangepast plan in dat op 11 september vergund werd. Met uitzondering van een kleine verlaging van de vensters op de begane grond (niet gedateerd), bleef de gevel ongewijzigd. Aangezien het stadsarchief geen bouwaanvragen van latere datum bewaart, kan aangenomen worden dat ten minste de structuur van het pand ongewijzigd bleef. Luchtfoto’s tonen wel aan dat achter het oorspronkelijke volume, een perceelbrede, eenlaagse uitbreiding gerealiseerd werd en dat de tuin heden volledig verhard is.

Beschrijving

De woning Donckers is een ruim herenhuis met enkelhuisopstand, drie bouwlagen en ongelijke travee-indeling onder een plat dak. In de topconstructie is het "1931" gedateerd en op de begane grond "L’architecte - JH Leroy" gesigneerd. Het opvallend gevelfront wordt gekenmerkt door het expressief gebruik van materialen - geelbruine baksteen, witte natuursteen en blauwe hardsteen, in combinatie met smeedijzerwerk - die effectvol verwerkt werden met toepassing van geometrische metselverbanden, gegroefde velden op de borstweringen en decorelementen, en detailleringen die aanleunen bij de art deco. In opbouw vertoont het pand een langgerekte begane grond met brede korfboogvensters en -poort en een verticaal opgedeelde bovenbouw met representatief gedeelte in risaliet - benadrukt door een driezijdige erker en dito balkon, en een gestileerd bloem- en bladdecor - en een korfbogig verbonden vensterpartij rechts. Markant zijn verder het decoratief uitgevoerde ijzerwerk van poort en balkons met bloemenkorven, en de ruitvormige roosters. Met uitzondering van de uitstalramen op de begane grond, bleef het oorspronkelijke schrijnwerk van poort en vensters bewaard.

Planindeling (volgens de bouwvergunning)

De begane grond is verhoogd ten opzichte van het straatniveau: een poortdoorgang biedt toegang tot de tuin achter de woning en doet dienst als vestibule, en werd volgens het plan voorzien van een granitovloer. Ongeveer halverwege leidt de poortdoorgang naar de verhoogde begane grond met centraal de traphal met vestiaire en sanitair, waarop - in tegenwijzerzin aansluitend -, aan de straatzijde een fumoir, een salon, eetkamer, ontbijtruimte en keuken annex waskamer aan de tuinzijde. In alle representatieve ruimtes was parket voorzien, in de keuken, vestiaire en WC granitovloeren en in de waskamer een ceramische tegelvloer. Op de ontbijtruimte sluit een overdekt terras aan, voorzien van een ceramische tegelvloer met decoratief patroon en wandsculptuur in rondboogomlijsting van rode boomse tegeltjes. Op de tussenverdieping ter hoogte van het eerste bordes van de trap, bevindt zich een ruime vestiaire met sanitair.

Op de eerste verdieping geeft de centrale traphal toegang tot een salon met erker aan de straatzijde, daarnaast de chambre des maîtres met aanpalende badkamer, en aan de tuinzijde een eerste kinderkamer met rechtstreekse toegang tot een kleine badkamer, en een groot dakterras. De tweede verdieping vertoont een gelijkaardige planindeling met aansluitend op de traphal een toilet, een gastenkamer met badkamer, dressing en balkon aan de straatzijde, daarnaast een tweede kinderkamer met badkamer, en achteraan de kamer van het huispersoneel - een kleine hal met ingemaakte kast, een slaapkamer en een kleine badkamer met lavabo en douche. In de kelder waren verwarmings- en kolenkelders voorzien, een voorraadkelder en een wijnkelder.

Tuin

Architect J. H. Leroy besteedde eveneens veel aandacht aan het ontwerp voor de tuinaanleg. De tuin maakte samen met de woning en zijn interieur deel uit van zijn Gesammtkunstwerk. Volgens luchtfoto's is de tuin heden volledig verhard.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 81767 (bouwvergunning 11.09.1931).
  • BRUNFAUT G. 1926: La Cité Détruite (Louvain), Le Document 5.2.42, 101-106.
  • CELIS J. 1985-1986: De Leuvense stationswijk, 1875-1875. Het ontstaan en de ontwikkeling van een stadsbeeld in de negentiende eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven.
  • CRAB J. e.a. 1975: Leuven, een stad die groeit. Een gemeenschap bouwt aan haar milieu, Leuven, 107-119.
  • PEETERS M. 1983: Gids voor oud Leuven, Antwerpen, 33-37.
  • STAES J., CELIS J., CRESENS F.A. e.a. 1987: Mechelen, Leuven, Tienen ... retour. Een treinreis door het verleden, Leuven, 89-121.
  • STEYNEN H. e.a. 1985: 15/18. Het verwoeste gewest, Brugge.
  • UYTTENHOVE P. 1983: Van stadsbouwkunst tot stedebouwkunde: een modernistische oefening van Raphaël Verwilghen, M&L Monumenten en Landschappen 2.5, 54-68.
  • UYTTENHOVE P. & CELIS J. 1991: De wederopbouw van Leuven na 1914, Leuven.
  • UYTTERHOEVEN R. 1983: Leuven, Bierstad door de eeuwen heen, Kessel-Lo, figuur 105-108.
  • UYTTERHOEVEN R. 1986: Leuven Weleer 2. De Nieuwe Bovenstad: tussen "Statiestraat" (Bondgenotenlaan) en Tiensestraat, Leuven, figuur 1a-27b.
  • VAN EVEN E. 1895: Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/24062/105.1, Herenhuis Donckers met stadstuin.
Auteurs: Verloove, Claartje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Donckers ontworpen door J.H. Leroy [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/72701 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.