erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Gertrudis

bouwkundig element
ID
72431
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/72431

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

Laatgotische kruisbasiliek, gebouwd door de Duitse Orde, nadat zij de heerlijkheid Gruitrode door aankoop in 1417 verwierf.

Aan deze kerk ging een ouder bouwwerk vooraf daterend van bouwcampagnes uit de Karolingische en romaanse periode, opgegraven tijdens de restauratie van de kerk in 1989.

De huidige kerk dateert uit het tweede kwart van de 16de eeuw. De Duitse Orde was begever en tiendheffer van de kerk; de pastoors waren meestal priesters van de Orde. De kerk bezat een nog gedeeltelijk romaanse toren. De kerk werd gerestaureerd in het derde kwart van de 17de eeuw door commandeur Jan Adriaan van Bylandt (confer grafsteen), die ook een nieuwe pastorie bouwde. Restauratie in 1887-90 door L. Jaminé (Hasselt).

Na een brand in 1909 werd in 1911 het schip met één travee verlengd en een nieuwe toren gebouwd naar ontwerp van H. Martens (Stevoort) en V. Lenertz (Leuven). Restauratie in 1989-91. In de noordzijde is een kalkstenen gevelsteen ingemetst met gotische datering 1228, afkomstig van het romaanse gedeelte van de toren, en bij de bouw van de nieuwe toren naar hier overgebracht; volgens andere auteurs is de datering 1428 of 1422.

Beschrijving

De plattegrond beschrijft een driebeukig schip met middenbeuk van drie traveeën, zijbeuken van vier traveeën, met gedeeltelijk ingebouwde westtoren, een transept van één travee met vlakke sluiting, een koor van drie rechte traveeën met driezijdige sluiting, een portaal in de zuidzijde, en een sacristie aan de noordzijde tussen transept en koor.

Mergelstenen gebouw op een mergelstenen plint met hardstenen afzaat, onder zadel- en lessenaarsdaken (leien). Geprofileerde kroonlijsten. Het schip is voorzien van steunberen met drie versnijdingen. Spitsboogvensters in een geprofileerde omlijsting met mergelstenen maaswerk; kordon vormende lekdrempels. De zijgevels van de zijbeuken zijn trapgevels. De zuidtranseptarm heeft eveneens een trapgevel, in de geveltop voorzien van lisenen met driepasmotieven; de noordtranseptarm heeft een eenvoudig aandak. Portaal in een haaks aanbouwsel onder zadeldak tegen de derde travee van de zuidzijde; de voorgevel is een trapgevel, in de geveltop versierd met lisenen en drie- en vierpasmotieven; zonnewijzer links boven de poort; getoogde poort in een geprofileerde, spitsboogvormige omlijsting met druiplijst en imposten; maaswerk in het bovenlicht.

Het koor heeft steunberen van vier en vijf versnijdingen, die aan de zuidzijde afgewerkt met lisenen en driepasmotieven. Hoge spitsboogvensters in een geprofileerde omlijsting met maaswerk. In de eerste travee van de zuidzijde, een klein rechthoekig portaal in een geprofileerde omlijsting van kalksteenblokken, onder een luifel; in de wand naast de deur een armenbankje in een mijtervormig uitgespaarde nis.

Vierkante Westtoren van drie geledingen, gescheiden door waterlijsten, onder ingesnoerde naaldspits (leien). Plint van kalksteenblokken. Korfboogvormig portaal in de westgevel, in een spitsboogvormige, geprofileerde omlijsting; erboven een spitsboogvenster. Lisenen met driepasmotieven in de tweede geleding. In de bovenste geleding, in elke zijde twee spitsboogvormige galmgaten met maaswerk en lisenen op de borstweringen. Polygonale traptoren tegen de zuidzijde.

De sacristie telt twee traveeën en één bouwlaag onder lessenaarsdak, de oostgevel afgewerkt met een trapgevel met oculus. Twee bolkozijnen met laatgotische profilering op de latei.

Mergelstenen interieur. Overdekking door middel van kruisribgewelven met doorlopende topnerf; bepleisterde gewelfkappen; ribben en spitsboogvormige gordelbogen gedragen door colonnetten. Straalgewelf boven de koorsluiting; stergewelf boven de kruising. De kruisribgewelven van de zijbeuken hebben per travee een haaks op de middenbeuk geplaatste topnerf. Scheiding tussen midden- en zijbeuken door middel van een geprofileerde spitsboogarcade op kalkstenen zuilen met Maaskapiteel. De wanden zijn versierd met lisenen en een gereconstrueerd spitsboogfries met driepasmotieven; onder aan een armenbankje. Het onderste gedeelte van de bovenlichten is blind en voorzien van maaswerk, en vormt een soort imitatie-triforium.

Mobilair

schilderij Aanbidding der Herders, olieverf op doek (18de eeuw ?); schilderij Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, olieverf op doek (17de eeuw); schilderij Marteldood van Sint-Catharina, olieverf op doek (1690-1700); geschilderde kruisweg, olieverf op doek, kopieën naar verschillende meesters (19de eeuw). Beeldengroep, Calvarie, gepolychromeerd hout, Hasselt (1520-30); beeld Sint-Gertrudis, atelier Jan van Steffesweert, gepolychromeerd hout (1520-30); beeldengroep Piëta, gepolychromeerd hout, Limburg (1480?); beeld Sint-Jacobus de Meerdere, Meester met de Pijpplooien, gepolychromeerd hout (1460-70); beeld Jezus aan het kruis, hout (19de eeuw); beeld Sint-Barbara, afgietsel naar origineel van 1460-70; gekleed beeld Onze-Lieve-Vrouw met Kind (eerste helft 19de eeuw). Neogotisch hoofdaltaar, hardsteen en messing (1945). Neogotische zijaltaren, eik (tweede helft 19de eeuw). Twee biechtstoelen, eik, Lodewijk XIV, (eind 17de eeuw, één gedateerd 1699). Communiebank, hardsteen en messing (1945). Neogotisch doksaal, eik (tweede helft 19de eeuw). Doopvont, zwart en wit marmer, deksel messing, gedateerd 1777. Twee wijwatervaten, hardsteen, kuip (17de eeuw), neogotische basis (circa 1910). Koorlezenaar, eik (tweede helft 18de eeuw).

Glasraam met voorstelling van de Calvarie en portretten van de opdrachtgevers, Hendrik de Merode, heer van Pietersheim, en zijn vrouw Françoise van Brederode, renaissance (1553); twee neorenaissance glasramen.

Grafsteen van Joannes Adrianus baron de Bijlandt, ridder van de Duitse Orde, grotendeels onleesbaar (tweede helft 17de eeuw); grafsteen met wapenschilden, onleesbaar (17de eeuw ?). Exterieur: grafkruis van Ida Nisen († 1669) en haar moeder, Gertru[.] Bachuis († 1669).

  • BOUVE D., De romaanse kerken en kapellen binnen het landdekenaat Eyck in Belgisch Limburg, Leuven, 1999-2000, p. 38-42.
  • COENEN J., Kempische Kerken: Kantons Bree en Peer, Hasselt, 1936, p. 27-28.
  • CORSTJENS J., De Sint-Gertrudiskerk te Gruitrode, Gruitrode, 1992.
  • GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Bree, Brussel-Sint-Truiden, 1977, p. 23-25.
  • GRAUWELS J., De parochie Gruitrode in 1715, (Limburg, 44, 1965, p. 46-51).
  • HABETS J., Archeologische wandelingen door de Limburgsche Kempen, (De Maasgouw, 8, 1886, p. 53-57).
  • MEUL V. & JAMINE W., Van Waterstaatskerk tot Mijncité. Een historiek van het bouwen in Limburg door drie generaties provinciale bouwmeesters Jaminé (1832-1921), (Cultureel erfgoed in Limburg; 2), Hasselt, 1999, p. 224.
  • S.N., Laat-gotische beeldsnijkunst uit Limburg en Grensland, Sint-Truiden, 1990, nr. 388-392.
  • S.N., Studiedag neogotiek in Noord-Limburg. Werkdocument 5/00I, in: Studiedag neogotiek in Noord-Limburg , Lommel, 1990.
  • TIMMERS J.J.M., De kunst van het Maasland. Deel II. De Gotiek en de Renaissance, Assen, 1980, p. 67-68.

Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Gertrudis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/72431 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.