Burgerhuis in eclectische stijl naar een ontwerp door de architect Jos. Bascourt uit 1906. Opdrachtgever was de wisselagent Raymond Storms, gehuwd met Pauline Thérèse Isabelle Fontaine, die voordien een vandaag verdwenen hotel betrok aan de Warandestraat (huidige Koningin Elisabethlei). Hun schoonzoon en dochter Maurice en Cécile Van Cutsem-Storms, lieten in 1926 het aanpalende burgerhuis optrekken door de architect Ernest Stordiau.

Het hotel Storms behoort tot het rijpe oeuvre van Jos. Bascourt, die in 1887 zijn debuut had gemaakt als architect. Tijdens de vroege jaren 1900 bediende de architect zich simultaan van de art-nouveaustijl die hij eind jaren 1890 in Antwerpen mee op de kaart had gezet, en de meer behoudende, klassiek geïnspireerde eclectische stijl. Het sobere ontwerp van het hotel Storms behoort tot de laatste categorie. In deze periode kwam ook zijn verdwenen eigen woning in de Sint-Vincentiusstraat tot stand. Omstreeks 1910 zou Bascourt de art nouveau volledig achter zich laten om terug te grijpen naar de uitgezuiverde, klassieke vormentaal, die het kantoorgebouw Comptoir Commercial Anversois in de Keizerstraat en het hotel Lieven Gevaert aan de Belgiëlei kenmerkt.

Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, met ruim gebruik van witte natuursteen voor de geboste sokkel, waterlijsten, kordonvormende lekdrempels en de fries van het hoofdgestel, en blauwe hardsteen voor de plint. Nadrukkelijk horizontaal geleed door entablementen, en asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de brede zijtravee. Deze wordt achtereenvolgens gemarkeerd door een steekboogvenster met bewerkt fronton en waterlijst op imposten, een driezijdige houten erker, en een door pilasters geflankeerd venster met parapet. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de inkomdeur met middenkalf en bovenlicht, de bovenvensters met entablement. Het hoge, klassieke hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst, vormt de gevelbeëindiging. Het oorspronkelijk houten schrijnwerk met kleine roeden in het bovenlicht van vensters en erker werd recent vernieuwd; de inkomdeur was al eerder vervangen. Bewaard bleven het smeedijzeren traliewerk van het souterrain, en de gietijzeren voetschraper.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. De gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met overdekt terras, strekt zich over de volledige diepte van de begane grond uit, in de achterbouw geflankeerd door de office met 'monte plats'. Oorspronkelijk deelde de keuken het souterrain met de spreekkamer en voorraadkelders. De eerste verdieping omvat twee grote slaapkamers, aan de tuinzijde met balkon, en de badkamer. Ook op de tweede verdieping bevinden zich twee slaapkamers, één met annex ‘kabinet’.