Voormalige watermolen (oliemolen) van het middenslagtype op de Abeek. Deze molen was de banmolen van de heer van het aanpalende Gerdingen en Nieuwstad bij Bree. Eerste vermelding in 1437. In 1647 was Lee Bincken, alias Vrancken molenaar, hij woonde in Gerdingen. De molen staat aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) als een tweeledig geheel genaamd Bincken Molen. In de Atlas van de Buurtwegen (1845) staat hij afgebeeld als een langgestrekt gebouw, grosso modo in zijn huidige vorm; hij was toen eigendom van Ph. Hardy, rentenier te Luik. Het huidige gebouw dateert uit 1906. Bakstenen gebouw, nok loodrecht op de Abeek, van één bouwlaag onder geknikt wolfsdak (mechanische pannen). Baksteenfries onder de dakrand. De oorspronkelijke ordonnantie was waarschijnlijk: molenhuis-woonhuis-stal-dwarsschuur. Dit laatste gedeelte is thans eveneens als woning ingericht. Het oorspronkelijk woonhuis is een enkelhuis van vier traveeën. Getoogde muuropeningen, de vensters beluikt. Gewijzigde stalpoort.
Geklonken molenrad met bronzen lageringen tegen de linker zijgevel.
DOORSLAER B. VAN, Met de stroom mee of tegen de wind in ? Molens in Limburg, Borgloon, 1996, pagina 30.
MAES P., De geschiedenis van Bree. De gemeente van de oudste tijden tot aan de Franse revolutie, 1952, pagina's 183-184.
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)