Gegroepeerde rijhuizen met gelijkaardig uitzicht van twee traveeën en souterrain + twee bouwlagen onder mansarde- of zadeldak (nummer 110), uit het begin van de twintigste eeuw, volgens kadastrale gegevens vermoedelijk van circa 1913.

Lijstgevels met een parement van witte baksteen en een aantal accenten van rode baksteen, nummer 110 bepleisterd en beschilderd met imitatiebanden. Rechthoekige muuropeningen onder arduinen latei, in nummer 110 overwegend steekbogig; nummer 108 met vernieuwd schrijnwerk. De venstertraveeën worden gemarkeerd door deurvensters en balkons, nummer 110 met houten erker, en worden geflankeerd door licht inspringende deurtraveeën.

De nummers 106 en 108 hebben beide een dakvenster met houten schoorstukken voor de overkragende bedaking en vertonen nog sporen van voormalige sgraffitopanelen in de boogvelden op de bovenverdieping.