Meergezinswoning met café in art-nouveaustijl op de hoek van Kielsevest en De Beuckerstraat, gebouwd in opdracht van de heer P. Knippenberg, naar een ontwerp door Louis Hendrikx uit 1913. Deze architect begon zijn loopbaan midden jaren 1890, en was vanaf 1908 als beheerder verbonden aan de Naamlooze Maatschappij "Antwerpsche Bouwnijverheid", een bouwbedrijf dat tot aan de Eerste Wereldoorlog in Antwerpen, Berchem en Borgerhout een groot aantal burger- en meergezinswoningen tot stand bracht, voor eigen rekening of in opdracht van derden. Zijn ontwerpen worden over het algemeen gekenmerkt door een conventioneel eclecticisme, materiaalpolychromie en decorelementen ontleend aan de art nouveau. Hendrikx was vermoedelijk actief tot kort vóór of na de Tweede Wereldoorlog.

Met een gevelbreedte van zeven traveeën, omvat het afgeschuinde hoekhuis drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door antracietgrijze baksteen voor speklagen, ontlastingsbogen, decoratieve motieven en de fries, op een plint uit blauwe hardsteen. De compositie legt de klemtoon op de hoger opgetrokken en door lisenen bekroonde hoektravee, met het vroegere caféportaal en cementtegelpanelen op de borstwering; het bekronende fronton tussen postamenten dat voorkomt op de bouwplannen, werd wellicht verwijderd. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van steek-, rond- of korfboogopeningen, de bovenverdiepingen zijde Kielsevest geritmeerd door lisenen. Het art-nouveau-karakter berust vooral op de uitgelengde motieven met krans, die de hoektravee flankeren. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst op uitgelengde consoles vormt de gevelbeëindiging. Vernieuwd schrijnwerk, bewaarde gietijzeren voetschraper.

Volgens de bouwplannen bood de begane grond oorspronkelijk ruimte aan een café met keuken, de twee bovenverdiepingen aan driekamerwoningen met wc, en het dakniveau aan mansardekamers, ontsloten door de gemeenschappelijke inkom- en traphal in de uiterste travee.