erfgoedobject

Bedrijfsgebouwen G. Van Groeningen & Cie

bouwkundig element
ID
6888
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6888
Dit erfgoedobject heeft geen erfgoedwaarde meer. De erfgoedwaarden waarom we het object opnamen in de inventaris, zijn niet meer aanwezig, bijvoorbeeld door verbouwing of sloop.

Beschrijving

Historiek en context

Bedrijfscomplex met kantoren, graanmagazijnen, paardenstallen, een smidse en schrijnwerkerij, ingeplant op een L-vormig perceel tussen Indiëstraat en Napelsstraat. Opdrachtgever was de firma G. Van Groeningen & Cie, vermoedelijk een graanstouwersbedrijf actief in de Antwerpse haven en sinds 1907 gevestigd aan Braziliëstraat en Kattendijkdok-Westkaai. De gebouwen in eclectische stijl met art nouveau-inslag werden opgetrokken door de Naamlooze Bouwmaatschappij “Vooruitzicht”, naar een ontwerp door de architect Jules Hofman uit 1913. Aanvankelijk gepland met twee bouwlagen, kreeg de voorbouw in de Indiëstraat nog tijdens de bouw een extra verdieping. Vanaf begin jaren 1940 was hier de transportfirma nv F. Van Groeningen gevestigd. Sinds 2013-2014 nemen nieuwbouwflats het perceel van het al langer gesloopte complex in.

De bouw- en hypotheekmaatschappij "Vooruitzicht" werd opgericht in 1905, en is tot op vandaag als bouwbedrijf en vastgoedpromotor actief in Antwerpen. Veelal in opdracht van particulieren bouwde de maatschappij vóór de Eerste Wereldoorlog meer dan vierhonderd burger-, meergezins- en winkelhuizen in de nieuw aangelegde wijken van de stad zoals Zuid, Zurenborg en Jan Van Rijswijcklaan. Het complex G. Van Groeningen & Cie is, naast de verdwenen sigarenfabriek Benedictus & Pinkhof in de Oostenstraat uit 1914, het enige gekende bedrijfsgebouw uit de beginjaren van “Vooruitzicht”. Vanaf 1909 was Jules Hofman als hoofdarchitect van "Vooruitzicht" verantwoordelijk voor het ontwerp van de bouwprojecten, wat de kwaliteit van de architectuur ten goede kwam. Hij bediende zich daarbij zowel van een sobere interpretatie van de art-nouveaustijl, als van een meer behoudend eclectisch of beaux-arts-idioom. De bouwprojecten voor “Vooruitzicht” behoren tot het latere werk van Hofman, die sinds midden jaren 1880 actief was. Omstreeks de eeuwwisseling leverde de architect een belangrijke bijdrage aan de Antwerpse art nouveau, met opmerkelijke panden als "De Zonnebloem" aan de Cogels-Osylei.

Architectuur

Het complex bestaat uit een voorbouw met kantoren, magazijnen en woonkwartieren in de Indiëstraat, in het verlengde ervan de later overdekte binnenplaats met de smidse en schrijnwerkerij, en haaks daarop de vleugel met graanmagazijnen, paardenstallen en hooizolders in de Napelsstraat.

De voorbouw met een gevelbreedte van zes traveeën omvat drie bouwlagen onder een plat dak. Het gevelfront heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk, doorspekt met ivoorkleurige Silezische brikken voor speklagen en ontlastingsbogen. Van blauwe hardsteen en witte natuursteen is gebruik gemaakt voor de plint, sluit- en boogaanzetstenen, lekdrempels en topstukken. Axiaal-symmetrisch van opzet, wordt de bovenbouw geritmeerd door korfbogige spaarvelden met kolossale lisenen, die de traveeën bundelen. De begane grond bestaat uit gekoppelde rondboogopeningen van verschillende breedte, de hoge inrijpoort met voluutsleutel in de middenas, links en rechts geflankeerd door het getraliede kantoorvenster en de magazijnpoort, en inkomdeuren in de uiterste traveeën. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van gekoppelde, achtereenvolgens steek- en rondboogvensters met individuele lekdrempels. Casementen op de borsweringen van de eerste verdieping en gevelstenen in de boogzwikken op de tweede verdieping. Een eenvoudige kroonlijst tussen hoekpostamenten, en een blinde attiek met postamenten boven de middenas, vormen de gevelbeëindiging. Opgeklampte houten poorten

De vleugel met graanmagazijnen en paardenstallen met een gevelbreedte van zes traveeën omvat twee bouwlagen onder een plat dak. Materiaalgebruik en ordonnantie van het gevelfront zijn gelijkaardig aan de voorbouw. Oorspronkelijk werd de begane grond volgens een spiegelbeeldschema geopend door gekoppelde, getoogde magazijn- en staldeuren en getoogde tweelichten. Deze werden begin jaren 1930 door de architect Ferdinand Dermond verbouwd tot rechthoekige garagepoorten. Rondbogige spaarvelden met lisenen, geopend door laadluiken en onderling verbonden door ontlastingsbogen in de zwikken, ritmeren de bovenverdieping. Balkgaten met hijsbalk boven de laadluiken, verluchtingsgaten in de zwikken en een eenvoudige kroonlijst als gevelbeëindiging.

De binnenplaats tussen de voorbouw en de vleugel met graanmagazijnen en paardenstallen is overdekt door een latere glaskap op Polonceauspanten. Bakstenen gevels met steekboogvensters en rechthoekige poorten onder een ijzeren latei aan de oostzijde.

Volgens de bouwplannen omvat de plattegrond van de voorbouw links van de doorgang, kantoren, de inkom- en traphal van de bovenverdiepingen en toiletten. Rechts volgen een magazijnen voor losmateriaal, haver en brood, ertsen en twee remises elkaar op. De eerste verdieping biedt ruimte aan een woonkwartier, een zakkenmagazijn en strozolders, de tweede verdieping aan twee woonkwartieren. Achteraan op de binnenplaats bevindt zich de smidse, met de schrijnwerkerij op de verdieping. De stallenvleugel is gelijkvloers in de vier rechter beuken opgedeeld in achtenveertig paardenboxen, met paardenbaden op de binnenplaats en hooizolders op de bovenverdieping. De twee linker beuken bestaan uit graanmagazijnen op begane grond en bovenverdieping.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1913#2781, 1913#3470, 1931#39301 en 1932#41268.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bedrijfsgebouwen G. Van Groeningen & Cie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6888 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.