Traditioneel diephuis van drie bij vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de Stadswaag, pannen) uit de eerste helft van de 17de eeuw. Gervais Hennen liet in 1842 en 1853 beperkte wijzigingen uitvoeren aan de gevelordonnantie.

De bepleisterde en beschilderde constructie, vermoedelijk in bak- en zandsteenbouw verankerd door muurankers met gekrulde spie, is ingeplant op de hoek van de Stadswaag en de gang die uitmondt op het vroegere minderbroedersklooster. Voorheen waren in de zijgevel sporen zichtbaar van zandstenen hoekblokken, kwartholle negblokken en speklagen. Trapgevel van tien treden met schouderstukken en ontbrekend topstuk. Aangepaste rechthoekige deur- en vensteropeningen met kwartholle dagkanten op begane grond, bovenverdieping en in de tweeledige geveltop. Zijgevel met verspringende kroonlijsthoogte en aangepaste, rechthoekige deur- en vensteropeningen. Bekroning door drie getrapte dakvensters van drie treden met schouderstukken en de de aanzet van een overhoeks topstuk, het rechthoekige venster onder een latei op kraagstenen en een balkgat.