erfgoedobject

Neoclassicistisch herenhuis met ommuurde tuin

bouwkundig element
ID
59635
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/59635

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als beschermd monument Neoclassicistisch herenhuis
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Sint-Elisabethbegijnhof: omgeving
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Herenhuis in kern opklimmend tot in de 17de eeuw. In 1683 koopt de Sint-Jorisgilde een huis met erf in de Groeningstraat van Petrus de Groote. Het eigendom van de schuttersgilde, die in 1810 verhuist naar de Doorniksewijk nummer 1, wordt in 1846 verkocht door mevrouw van Ackere aan Dr. Jean François Vander Plancke die het aanpast, om er een "Waterinstituut" of "Etablissement de l'Hydrothérapie" (geopend in 1847) van te maken onder meer plaatsing van traplicht. Op 25 februari 1851 bouwvergunning aan dokter J. Vander Plancke, zie gedenkplaat in hal "Nisi dominus aedificaverit domum, in vanum laboraverunt qui aedificant eam - Anno Domini 1851 - Psalm CXXVI". Na overlijden van dr. Plancke instituut in 1871 in drie huizen opgesplitst: nummers 37, 39-41 (nummer 39 en 41 vervangen door nieuwbouw). Uit de mutatieschetsen blijkt dat er aan de linkerzijde een nieuwe vleugel werd bijgebouwd aan het gedeelte dat door de familie Vander Plancke bewoond bleef. In 1889 verandering van de vensteromlijstingen van tweede en derde bouwlaag. In 1922 verkocht Colette Van Dorpe voor haar broer Leo Van Dorpe het eigendom aan Prosper Dumolin-Vercoutere, pannenbakker Christiane en Roger Dumolin verkochten het huis op hun beurt in 1989 aan de vzw Interieur-Kortrijk.

Onderkelderd breedhuis van zeven traveeën en drie bouwlagen onder mansardedak (leien, pannen) met drie dakkapellen en één oculus; belvedère met hekken. Bepleisterde lijstgevel op beschilderde plint. Horizontale markering door middel van doorgetrokken lekdrempels, waterlijsten en kroonlijst. Op bovenverdieping risaliet met doorgetrokken rondbogig traplicht voorzien van gezandstraald glas. Rechthoekige vensters, op bovenverdieping in geriemde omlijsting met sluitsteen en lamberkijn; op benedenverdieping persiennes. Vleugeldeur geflankeerd door voetschrapers. Sobere achtergevel met veranda voorzien van een deur in neorococo-stijl waarnaast venster dat in kelder neergelaten kan worden; erboven balkon.

Vrij gaaf bewaard interieur. Salon links vooraan onder invloed van Louis-Philippe-stijl, zie de witmarmeren schouw met ingebouwde kachel en het gepolychromeerd stucwerk; plankenvloer. Uitgewerkte gepolychromeerde wandpanelen en deuren met supra-portes. Salon links achteraan: witmarmeren schouw in neo-Lodewijk XV-stijl met soortgelijk kacheltje; plankenvloer. Traphal: Engelse trap met zwarte marmeren aanzettrede, metalen trappaal met urne, en metalen balusterleuning; gezandstraald traplicht.

Ommuurde tuin (daterend uit periode na het waterinstituut) en kleiner dan oorspronkelijke tuin. Grasperk gevolgd door ijskelder (mogelijk ook in oorsprong buskruitkelder) voorzien van jaarsteen 1768. Bakstenen ijskelder met tongewelf, voorzien van gemetselde wenteltrapje. Aan de ingang ligt op de geplaveide vloer een op de vier hoeken afgeschuinde deksteen Aan het einde van de zijmuren bevinden zich twee dichtgemetselde deuropeningen en een kleine luchtkoker. Exterieur voorzien van rotsachtige afwerking en isolerende aardlaag, waarover een kronkelig pad loopt met vooraan een balustrade, waarachter een kleine bakstenen rustbank staat. In tuin tevens waterput en muurserre.

  • Stadsarchief Kortrijk 86, nr. 1336.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, mutatieschetsen nr. 207 (1852/schets 29, 1872/schets 70, 1927/schets 40, 1976/schets 149); legger nr. 212 (nummers 1927 en 7684).
  • DEBRABANDERE P., Kortrijkse gevels van neoclassicisme tot nieuwe zakelijkheid, Kortrijk, 1983, p. 25.
  • DEBRABANDERE P., Historische Parken en Tuinen in Kortrijk, Kortrijk 1992, p. 85-90.
  • DESPRIET P., 2000 jaar Kortrijk, Kortrijk, 1990, p. 271.
  • VAN DORPE A., Jean-François Vander Plancke 1806-1871, De Waterdokter van Kortrijk, in De Leiegouw, XI, 1969, p. 33-78.
  • VAN HOONACKER E., Ikonografie van Kortrijk, Kortrijk, 1977, p. 238.
  • VAN LERBERGHE A., LOUVAERT F., Geschiedkundig Overzicht van de Aloude Gilde van de Edele Ridder Sint Joris te Kortrijk, Kortrijk, 1972, p. 139-140.

Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Groeningestraat

  • Is deel van
    Sint-Elisabethbegijnhof: omgeving


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neoclassicistisch herenhuis met ommuurde tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/59635 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.