erfgoedobject

Engelse landschapstuin

bouwkundig / landschappelijk element
ID
59505
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/59505

Juridische gevolgen

Beschrijving

Voorheen empire landhuis, gelegen achter nummer 140 en gebouwd door de familie Vercruysse en gesloopt in 1985. Behouden tuin in Engelse landschapstijl. Behouden koetshuizen in neo-Vlaamserenaissance-stijl naar ontwerp van Leopold De Geyne.

Vanaf het voormalige landhuis strekt zich een diepe tuin uit die werd aangelegd volgens de principes van de Engelse parkstijl. De centrale vista vanuit de voormalige woning loopt in de langsrichting van de tuin. Dit perspectief wordt sterk geaccentueerd door de uitgebreide reliëfwerken bij de aanleg van de tuin, waarbij de centrale as ter hoogte van het gazon en de vijver volledig verdiept werd aangelegd terwijl de zijpanden van het open centrum werden opgehoogd. Het gazon gaat wijd uitlopend over in de vijver.
De planmatige aanpak van het tuinconcept van deze rijk gesculpteerde tuin, etaleert zich in de plaatsing van drie bijkomende uitzichtpunten, van uit de gloriëtte, van op de brug en van uit de mirador. De gloriëtte werd ingeplant op de heuvel ten westen van het centrale gazon. Door haar inplanting op een imitatie rotsstructuur voorzien van plantenbekkens kon de hoogte van deze heuvel maximaal worden benut. Ze biedt uitzicht over het gazon en de vijver. De achthoekige uitkijktoren bevindt zich op het diepste en hoogste punt ten oosten van de vijver, en voorzag in de vista over de omgeving en het park. Beide zijn thans grotendeels overgroeid door klimop en verdienen restauratie. Grote bomen langs het centrale gazon verdiepen het perspectief. Vooraan links naast het gazon taant een rode beuk, die zijn tegenhanger vindt in een rode beuk rechts halfweg het gazon. Enkele imposante paardenkastanjes getuigen tevens van de ouderdom van het park. Es, linde, valse acacia, meidoorn en lijsterbes vinden we op de rechterwand, aangevuld met palm en taxus in de omgeving van de gloriëtte. Voorts treffen we er haagbeuk, vlier, sneeuwbes en aucuba, en opslag van iep, in de struiklaag aan. Een vaas in imitatierots langs het pad rond de vijver, moet de link leggen naar de imitatierots met de gloriëtte. Een plaatbrug vervangt de vroegere boogbrug, die een idyllisch zicht bood op de vijver met zijn klein eilandje, en verder op de gloriëtte en het landhuis van weleer. De brug steekt dermate hoog boven het water uit dat de brughoofden en de aanpalende vijveroevers in baksteenmetselwerk zijn opgetrokken. Naast de brug vormen enkele rode beuken het achterplan van het park.

Voorbij de brug leidt het pad in zuidelijke richting naar de achthoekige uitkijktoren. De toegang tot de toren bestaat uit een trapje in baksteenmetselwerk, vanaf de achterkant van het torentje. Binnenin kon de toren waarschijnlijk via een spiraaltrap worden beklommen. Achthoekige toren in baksteenmetselwerk met witsteenbanden, op het eerste verdiep uitgebouwd als houten torentje met acht ovalen uitkijkopeningen. Beneden, rechtover de toegangsdeur en in de zijdelingse vlakken, nog drie kleine smalle vensteropeningen. De mirador wordt begeleid door een grote paardekastanje, eveneens daterend uit de oorspronkelijke aanleg. Ook hier begeleiden wintergroene massieven het bouwkundig element. Verschillende grote exemplaren van buxus, taxus en ilex, vormen de ondergroei van enkele bosschages die gedomineerd worden door een mammoetboom. Recenter werd hier een atlasceder bijgeplant. De ceder en de grote hulstmassieven onttrekken het torentje aan het zicht van op het gazon. Verder vinden we wilg, zomereik, lijsterbes en een gekandelaberde plataan langs deze zijde van het park. Tussen de berken vinden we enkele jonge dode iepen met opslag, getuigend van de vroegere aanwezigheid van iep in het park. Cotoneaster, boskers, vuilboom en ribes vinden we terug in de struiklaag. Vooraan naast de overgang tussen vijver en gazon, vinden we een voormalig rododendronbosquet, dat thans naast rododendron werd ingeplant met hortensia en sering.

De bodembedekking van deze oude tuin wordt gedomineerd door klimop. Het voorjaarsaspect wordt bepaald door sneeuwklokje, narcissen, boshyacint en vogelmelk. Ze verwijzen naar de typische stinzeplantencultuur van de betere tuinen en parken. In het gazon vinden we speenkruid, hondsdraf, kruipend zenegroen. Verder zijn ook nagelkruid en stinkende gouwe, smeerwortel en fluitenkruid. Langs de oever vinden we gele lis en wolfspoot. De vijver loopt er over in een beek, die aan de overkant van deze doorgang zijn weg zoekt tussen de ruime tuinen.

  • Stadsarchief Kortrijk, 58, nr. 662.
  • DEBRABANDERE P., Historische parken en tuinen in Kortrijk, Kortrijk, 1992, p. 64-72.
  • DEBRABANDERE P., Kortrijkse gevels van neoclassicisme tot nieuwe zakelijkheid, Kortrijk, 1983, p. 128, fig. 152.

Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Hovenierswoning met koetshuis

  • Is deel van
    Doorniksewijk


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Engelse landschapstuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/59505 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.