erfgoedobject

Pastorie van de Sint-Antonius van Paduakerk

bouwkundig element
ID
5686
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5686

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek en context

Pastorie in neotraditionele stijl naar een ontwerp door de architect Jules Bilmeyer uit 1908. Het gebouw kwam gelijktijdig tot stand met de aanpalende, in 1904 door Bilmeyer ontworpen Sint-Antonius van Paduakerk, waarvan de eerstesteenlegging in 1906 plaats vond, en de inwijding in 1910. Op de gronden van kerk en pastorie, begrensd door de Paardenmarkt, Ulrikstraat en Rijnpoortvest, bevonden zich voorheen de 17de-eeuwse kapucijnenkerk en -klooster, die in 1903-1908 werd gesloopt. Een eerste ontwerp voor de pastorie dateert uit 1905, en kaderde in een vastgoedproject opgezet door de kerkfabriek van de Sint-Antoniusparochie op de hoek van Paardenmarkt en Rijnpoortvest. Dit laatste bestond verder uit twee monumentale handels- en woonpanden en twee meer bescheiden burgerhuizen, die in 1906 op de terreinen van de vroegere kloostergebouwen werden opgetrokken. Bilmeyer maakte in 1908 nog een tweede, licht vereenvoudigde versie van het ontwerp voor de pastorie. Het gebouw dat de aannemer C. Van den Bosch uiteindelijk ten uitvoer bracht, vormde een combinatie van beide versies. De pastorie wordt ten westen geflankeerd door een afgesloten voortuin, verder begrensd door de kerk en de zuidgevel van de "Bewaarschool Sinte Maria".

De pastorie van de Sint-Antonius van Paduakerk behoort tot het latere oeuvre van Jules Bilmeyer, die actief was van 1877 tot zijn overlijden in 1920. Hij startte zijn loopbaan in associatie met Joseph Van Riel, een succesvol partnerschap dat meer dan twee decennia stand hield tot het overlijden van Van Riel in 1898. Tot hun gemeenschappelijk oeuvre behoren de Heilig-Hartbasiliek uit 1875-1878 te Berchem, de jezuïetenkerk Onze-Lieve-Vrouw van Gratie uit 1877-1881 aan de Frankrijklei, en enkele beeldbepalende woningcomplexen in de wijk Zurenborg zoals “Carolus Magnus” uit 1897 aan de Cogels-Osylei. Uit zijn latere carrière, die Bilmeyer vanaf 1898 in eigen naam voortzette, dateren behalve de Sint-Antonius van Paduakerk, onder meer het Pensionnat du Sacré-Coeur uit 1905-1914 in de Lamorinièrestraat en het franciscanessenklooster uit 1910-1914 in de Lange Kongostraat.

Architectuur

Het pand met dubbelhuisopstand in half open bebouwing, met een gevelbreedte van vier bij vier traveeën, omvat drie bouwlagen onder een complex zadeldak (nok parallel aan de straat, leien) waarin afgesnuite dakkapellen. De gecombineerde lijst- en puntgevels hebben een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, verlevendigd door blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint en witte natuursteen voor speklagen, kozijnen, steigergaten, kraag en dekstenen. Asymmetrisch van worden zowel voor- als zijgevel gemarkeerd door een twee traveeën breed zijrisaliet, dat uitmondt in een puntgevel met schouderstukken en een pinakel als topstuk. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van kruiskozijnen met ontlastingsbogen en lekdrempel, een rechthoekige deur met gestrekt middenkalf in de voorlaatste travee, en een kloosterkozijn in de geveltop. Een houten kroonlijst boven steigergaten vormt de gevelbeëindiging. Bewaard houten schrijnwerk van inkomdeur en vensters.

Op de hoekpenant: Onze-Lieve-Vrouwebeeld geplaatst op een hoge sokkel in de vorm van een rondzuil met knopkapiteel, en beschermd door een polygonaal baldakijn met maaswerk, beide in neogotische stijl en uit witte natuursteen; smeedijzeren lichtarm met lantaarn. Het oorspronkelijke natuurstenen beeld door Gaspar Moens uit de 18de eeuw, dat eertijds eertijds het portaal van de kapucijnenkerk bekroonde, vertoonde beginjaren 1980 sterke tekenen van verval. Het werd eind jaren 1990 vervangen door een eveneens natuurstenen Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans door Frans De Vriendt uit 1895, afkomstig van een in 1973 gesloopt pand bij de vroegere Prekerskazerne (Van Craesbeeckstraat hoek Willem Lepelstraat).

De belendende voortuin is afgesloten door een tuinmuur tussen pastorie en kerk. Deze rust op met een hardstenen sokkel in breuksteenverband, wordt geritmeerd door natuuurstenen pijlers met kruisvormig topstuk, en bestaat verder uit rood bakstenen muurpenanten in kruisverband met natuurstenen dekstenen, en een smeedijzeren hek als bekroning. Verbindingsgalerij tussen pastorie en kerk aan de noordzijde, aanleunend tegen de zuidgevel met 18de-eeuwse calvarieberg van de "Bewaarschool Sinte Maria".

Volgens de bouwplannen is de plattegrond van de pastorie georganiseerd rond de centraal ingeplante vestibule met traphal. Op de begane grond beslaat een enfilade van spreekkamer, salon en eetkamer over de volledige diepte de linkerflank, en flankeren een tweede spreekkamer en de keuken annex pomphuis de traphal in de rechterflank; achter de eetkamer leidt een verbindingsgalerij door de voortuin naar de kerk. Op de eerste verdieping bevinden zich een privé-salon, drie slaapkamers en een badkamer, op de tweede verdieping drie overige slaapkamers, en onder het dak drie mansardekamers.

  • Stadsarchief Antwerpen, plannen 326#27018-27021.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie van de Sint-Antonius van Paduakerk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5686 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.