Neoclassicistisch breedhuis, eerste kwart van de 20ste eeuw. Drie traveeën en vier bouwlagen onder zadeldak. Aangepaste begane grond waarboven gevelparement van siertegels onder houten gootlijst op fijne modillons; steigergaten met deksels waarop leeuwenkop. Tweede bouwlaag met gevelbrede, afgeronde erker waarin rechthoekige vensters tussen gegroefde middelstijlen; bekronend balkon met fraaie, gietijzeren leuning. Getoogde vensters; vernieuwd houtwerk.
Bron: CALLAERT G., DELEPIERE A.-M., HOOFT E., KERRINCKX H. & VANNESTE P. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostende, Deel IA: Stad Oostende, Straten A-M, Deel IB: Stad Oostende, Straten N-Z en wijken Haven, Hazegras, Opex, Deel II: Deelgemeenten Mariakerke, Raversijde, Stene en Zandvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL6, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Kerrinckx, Hans; Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)