erfgoedobject

Hoeve De Grote Schamele Weecke

bouwkundig element
ID
54629
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/54629

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historische hoeve zogenaamd "Grote Schamele Weecke" en ook "Schamelweeke-Schamelweeze hofstede". Indertijd één van de grootste pachthoeves in de streek. Schuur van "1319" en "1449". Heden "HOF TER LEPELEM" uitgebaat als vakantiehoeve.

Historiek

Volgens de legende houdt de naam verband met een weesmeisje dat als kind eigenaar wordt van de grote hoeve. Haar familieleden, azend op de erfenis, voorkomen dat het meisje nakomelingen krijgt waarop deze later uit wraak de hoeve schenkt aan het Brugse Sint-Janshospitaal.

De hoeve gaat zeker terug tot 1273, destijds in een charter van het Brugse Sint-Janshospitaal vermeld als "hofstede int ambocht van Vlisseghem ende het scamelwekenhuse leghet zuudtoost vander kercke". Tussen de tweede helft van de 13de eeuw en het eind van de 14de eeuw verwerft het godshuis van den heilige Geest geseyt ter Potterie in Brugge de hoeve. Een pachtbrief van 1438 beschrijft de hoeve als "'t goed ter scamel weecken" met een korenmolen, een grote paardenstal, kachtelstal, schaapsstallen, kalverkot en "De Groote Schuere". In 1453-1454 is er sprake van een windmolen waarvan circa 1600 enkel nog de molenwal rest, de ommeloper van 1686 vemeldt "wylen de muelen van Scamelweecke". In de tweede helft van de 15de en eerste helft van de 16de eeuw breidt de Potterie haar eigendommen te Vlissegem uit met 40 ha en bouwt er een tweede hoeve. Om een onderscheid te maken krijgt de nieuwe hoeve in 1554 de naam "Kleine Schamele Weecke" (zie Grotestraat nummer 217).

Langs de hoeve loopt de Schamelwekezwin die ter hoogte van Stalhille in verbinding staat met de Ieperleet (huidig kanaal Brugge-Oostende), wat de mogelijkheid biedt om met een schip allerlei producten te vervoeren. In de ommeloper van 1554 beschreven als "tBevanck vanden hove te Sc., mette huijsen daerop staende" en van 1686 als "de Schamele Weecke...met de huyzen daerop staende". Op de Ferrariskaart (1770-1778) ligt de hoeve "Cense Groote schamelwegh" in een vierkante omwalling aan de zuidkant toegankelijk via een lange oprit. Naast het woonhuis en de schuur staan er nog meerdere landgebouwen. Op een 19de-eeuwse kaart afgebeeld met de schuur en het woonhuis zie huidig en een landgebouw parallel met het woonhuis. Volgens het primitief kadaster (circa 1830) is er ook een rosmolen, de "Groot en Kleyn Schamel Weeze-rosmolen". Op de Atlas der Buurtwegen (1842) aangeduid als "Ferme Groote Schamelweeze" met ten zuiden van het erf de tweede schuur zie huidig. In 1856 staat het goed genoteerd als "Hofstede toebehorende aan de Burg. Godshuizen te Brugge, 285 gemeten groot: de Groote Schamele Weeke".

Naar verluidt wordt in 1925 het strooien dak van de schuur vervangen door een pannendak met dakschild aan de oostelijke eindgevel zoals te zien op een foto van 1953. In 1946 wordt de "Grote Schamele Weecke" op verzoek van pachter Tilleman gesplitst in twee afzonderlijke bedrijven (oude hoeve nummer 44, nieuwe hoeve met modern woonhuis nummer 42) waarbij de monumentale schuur ten zuiden van het erf bij nummer 42 wordt gevoegd. In 1977-1978 wordt de schuur volledig gerestaureerd waarbij het dakschild aan de oostzijde wordt vervangen door een puntgevel met aandak. Architect is Paul Goethals (Brugge) en de aannemer Arthur Vandendorpe (Sint-Michiels). In de noordwesthoek zijn de duiventil ("173?" gedateerd) met aanpalende landgebouwen recent vervangen door nieuwbouw met gastenverblijf.

Beschrijving

Oorspronkelijk omwalde hoeve aan de zuidkant toegankelijk via een lange, bochtige, geasfalteerde oprit en een betonnen brug met bakstenen balustrades geflankeerd door twee vierkante, witbeschilderde bakstenen pijlers. De walgracht met wilgen is grotendeels bewaard, boomgaard ten westen van het boerenhuis. Bekiezeld, gekasseid en begraasd erf, deels tot siertuin omgevormd met er omheen de losse bestanddelen, fasegewijs tot stand gekomen. Centraal op het erf staat een conisch hondenhok in witbeschilderde baksteen.

Boerenhuis ten westen van het erf met links drie opkamertraveeën onder zadeldak (Vlaamse en mechanische pannen) met jaartal "16?9" (muurankers) op de zijgevel. Verankerde baksteen met bepleisterde en lichtrozebeschilderde voorgevel, aangepaste muuropeningen. De voormalige, aanpalende stalling aan de noordzijde (nu verbouwd als gastenverblijf) was "ANNO 1769R" gedateerd. Links van het woonhuis een aanpalende, lagere schuur in gele, verankerde baksteen onder zadeldak (Vlaamse en mechanische pannen).

Ten oosten van het erf de monumentale, driebeukige dwarsschuur van zeven traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen) met aandaken. De schuur gelijkt typologisch op de tiendenschuur (circa 1275-1280) van de Ten Duinenabdij van Ter Doest (zie Brugge, Lissewege). Vermoedelijk bestonden de zijwanden oorspronkelijk uit stijl- en regelwerk, later vervangen door bakstenen muren. Gele, verankerde baksteenbouw met verjongende steunberen aan alle zijden en sporen van diverse verbouwingen. Gedateerd "1319" aan de westgevel met muurankers, aan de oostgevel "1449" zie gevelsteen. In de topgevel wijzen de muurankers met datum "1977" op het jaar van restauratie waarbij de oostgevel volledig werd gereconstrueerd in navolging van de bewaarde westgevel. Westgevel met schouderstukken, topstuk met bolbekroning, vlechtingen en asemgaten. Gelijkaardige oostgevel met zonnerad in de topgevel. Rechthoekige muuropeningen met schuurpoorten onder houten latei.

Interieur met ankerbalkgebinte grotendeels van 1319. Het is in Europa wellicht het oudst gekende ankerbalkgebinte dat vrij in de ruimte is opgesteld. Het gebinte bestaat uit zeven spanten met ankerbalken, met schoorgebinte en vliering. Ten zuiden van de schuur een gekasseid voetpad met gerestaureerde, circulaire molenvloer.

Ten zuiden van het erf staat een tweede, imposante schuur (horend bij nummer 42) volgens gevelsteen in de westgevel "1870" gedateerd. Wellicht gebouwd op de plaats van een ouder gebouw zie sporen van metselwerk in de westgevel. Bruine, verankerde baksteenbouw onder zadeldak (Vlaamse pannen) met overstekende dakrand. Rechthoekige muuropeningen onder strekken, in de zijgevel rondboogopening onder fijne waterlijst.

  • Archief Ruimte en Erfgoed - Afdeling West-Vlaanderen, Archiefnummer W/00270.
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plannen Collectie Mestdagh, nummer 1821: Kaart van een hoeve en gronden "Groote Schamelweeke" te Vlissegem, eigendom van het hospitium van de Potterie te Brugge, 19de eeuw.
  • BOTERBERGHE R., Geschiedenis van de landelijke parochies Klemskerke-Vlissegem en van de badplaats De Haan, Brugge, 2000, p. 61, 65.
  • MONTEYNE G., VANDAELE R., Vlissegem een 1000-jarige geschiedenis: van Scamel Weeke tot SunParks De Haan, Beernem, 2006, p. 107, 133, 174, 197, 227.
  • TREFOIS C., Ontwikkelingsgeschiedenis van onze landelijke architectuur, Antwerpen, 1950, p. 79-82.
  • S.n., Schuur De Schamele Weecke, Vlissegem De Haan, Brugge, 1979, onuitgegeven.

Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve De Grote Schamele Weecke [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/54629 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.