erfgoedobject

Sint-Niklaasgodshuis

bouwkundig element
ID
5350
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5350

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

Voormalig godshuis van het gilde der meerseniers (schoenlappers, kleermakers, tinnegieters, kruideniers), gesticht in 1422 voor de opvang van behoeftige, bejaarde of zieke leden. De gebouwen huisvestten voordien het gasthuis der Falcontinnen. In 1423 werd de kapel van het nieuwe gildegodshuis toegewijd aan Sint-Niklaas, de patroonheilige van de meerseniers. Tijdens het Franse bewind kwam het godshuis onder toezicht van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen, en diende tot 1842 als huisvesting voor bejaarden en behoeftigen. De kapel werd in 1876 als bidplaats gesloten en in gebruik genomen als magazijn voor tapijten. Het gehele complex onderging in 1958-1968 op initiatief van de Commissie voor Openbare Onderstand een grondige renovatie en restauratie door de architect Fritz Van Averbeke. Daarbij werden de kapel vrijgemaakt, alle bepleisterde gevels gedecapeerd, de interieurs volledig vernieuwd, en een barokpoortje toegevoegd. De poppenschouwburg Van Campen nam haar intrek in de kapel, en ook de aanpalende huizen kregen nieuwe functies. Ruime binnenplaats met centrale pomp is van de straat afgesloten door de kapel. De oost- en westzijde zijn ingenomen door woonhuizen, de noordzijde door het godshuis.

Architectuur

Kapel

De Brabants-gotische kapel, die voornamelijk uit het eerste kwart van de 15de eeuw dateert, is opgetrokken uit zandsteen (zuidgevel en koor), en traditionele bak- en zandsteenbouw (noordgevel). Georiënteerd rechthoekig grondplan met driezijdig koor onder hoog oplopend leien zadeldak met centrale bekronende dakruiter, waarin galmgaten.

Zuidgevel aan de straat op een hoge, gedeeltelijk afgeschuinde sokkel, verticaal geordonneerd door de zware uitspringende en van vier versnijdingen voorziene steunberen, waartussen vier traveeën. Rijzige spitsboogvensters, waarrond geprofileerde, over de steunberen doorlopende waterlijsten. Sierlijk maaswerk in Brabants-gotische stijl verdeelt de vensters in drielichten. Onder de eveneens geprofileerde dakgoot steigergaten. Laatbarok, classicistisch geïnspireerd portaal uit het eerste kwart van de 18de eeuw, bepleisterd en beschilderd met een eenvoudige rechthoekige deur in hardstenen omlijsting onder een gestrekte waterlijst. Hierboven een boogvormig verdiepte nis met guirlandes en twee flankerende medaillons met bas-reliëf: links met voorstelling van het Verraad door Judas, rechts de Voetwassing. Geprofileerde kroonlijst met centraal driehoekig fronton waarin een vrouwenhoofd.

De noordgevel in traditionele baken zandsteenstijl domineert de binnenplaats en is gedeeltelijk verscholen achter de aanpalende huizen. Twee smallere traveeën uitgewerkt in dezelfde ordonnantie als de zuidgevel. Een dakkapel met puntgevel en hijskraan. Het driezijdig koor vertoont eveneens een zelfde opstand in drie traveeën, doch is slecht zichtbaar.

Interieur: zaalkerkje met driezijdig koor volledig overkluisd door middel van kruisribgewelven. Het meubilair is verdwenen.

Binnenplaats

Onregelmatige, grotendeels geplaveide binnenplaats met toegang via een smalle doorgang onder traditioneel breedhuis in de Lange Nieuwstraat, dat eveneens tot het godshuis behoort. Door grillig ingeplante huizen omsloten met zeer verscheiden gevels in kleurige bak- en zandsteenstijl, en door de noordgevel van de kapel, het geheel ingrijpend gerestaureerd. Een der stemmigste binnenpleintjes van de stad, gekarakteriseerd door de centrale waterput met pomp en pompzuil van blauwe hardsteen met bekronend natuurstenen beeld van Sint-Niklaas uit 1710.

De westelijke gevelwand vormt een aaneengesloten rij lijstgevels onder pannen (nummers l, 2, 3, 4) en leien (nummer 5) zadeldaken, nummers 3 en 4 met getrapte zijgevels.

Nummers 1 en 2 inspringend met een gelijkende ordonnantie van twee bouwlagen, kleine deur met hardstenen, kwarthol geprofileerde lijst, latei op consoles en bolkozijn als bovenlicht; verder traditionele kruiskozijnen op de tweede bouwlaag met wigvormige ontlastingsstenen, op de begane grond met rollagen. Twee getrapte dakkapellen met overhoekse topstukken, muurankers en stellinggaten.

Nummers 3, 4 en 5 vormen een brede langsgevel, nummers 3 en 4 met kruiskozijnen, nummer 5 met rechthoekige vensters in hardsteen en barok hardstenen poortje, afkomstig van de Zilversmidstraat. Rondboogdeur in een gecantonneerde omlijsting met gestrekte waterlijst, fraai bovenlicht met flankerende voluten en bekronend driehoekig fronton. Prachtige laatbarokke Madonna met Kind in terracotta op een sokkel met medaillon en trofee, onder een baldakijn.

Aan de noordzijde achterliggende huisjes uit het tweede kwart van de 19de eeuw (nummer 7), momenteel met bakstenen parement, oorspronkelijk bepleisterd en beschilderd met twee bouwlagen in totaal elf traveeën onder pannen zadeldak. Eenvoudige symmetrische ordonnantie met vooruitspringende centrale partij (vijf traveeën), eenvoudige rechthoekige vensters en vier bredere in hardsteen omlijste deuren; ervoor een grasperkje.

De oostelijke gevelwand van de binnenplaats, wordt hoofdzakelijk gedomineerd door bredere trapgevels.

Nummer 8. Diep enkelhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak. Trapgevel van zeven treden en topstuk, met dominerende, ervoor gebouwde traptoren met puntdak. Traditionele bak- en zandsteenstijl met muurankers; in de top overhoeks geplaatst topstuk. Gevel geopend door een rechthoekige deur met bolkozijn, een rechthoekig venster, bolkozijn en luikgat. Langsgevel symmetrisch opgebouwd met rechthoekige vensters; sporen van oorspronkelijke kruiskozijnen bewaard in de lintelen.

Nummer 9. Trapgevel van zes treden met topstuk en overhoekse pinakel, geopend door kruiskozijnen en een korfboogvormige ingangspoort. Rechts bredere trapgevel van elf treden met topstuk en overhoeks topstuk, asymmetrisch opgebouwd (gedeeltelijk puntdak) met hoge ingekaste rechthoekige vensters op de begane grond. Lintelen van het oorspronkelijk kozijn en een gedeelte van een kruisraam zijn bewaard. In de top: traditionele opbouw met drielicht, waarvan het centrale luikgat is verlaagd. Dwarse zadeldaken met pannen.

  • BAETES J. 1928: De Sint-Niklaaskapel en -plaats te Antwerpen, Maandelijksch bulletin der Vereeniging tot behoud van natuur- en stedenschoon VII, 21-24.
  • SN 1969: Antwerpen die scone, nummer 1.
  • SN 1880: De Sint-Niklaaskapel, De Vlaamsche School XXVI, 63-64.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Niklaasgodshuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5350 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.