erfgoedobject

Watermolen van Oosterlo

bouwkundig element
ID
52445
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/52445

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

Reeds in 1428 is er sprake van een watermolen te Oosterlo, als een van de drie banmolens van de feodale heren van Geel, mogelijk opklimmend tot de 13de eeuw. De watermolen was gelegen op de Molenlaak gevormd door twee zijarmen van de Grote Nete en draaide tot in 1963 deze zijarmen en de spuikom gedempt werden. Het vroegere molenhuis brandde af in 1789 en werd kort nadien in steen herbouwd; als bouwjaar van het molenhuis worden in de literatuur verschillende jaartallen aangehaald: 1828, 1837 en de periode 1841-1887. Mogelijk werden er in de laatstgenoemde periode ingrijpende verbouwingen uitgevoerd aan een reeds bestaande constructie. Op de mutatieschetsen van het kadaster werden in 1865 en 1909 aanzienlijke volumewijzigingen geregistreerd. In 1916 werd er een houtzagerij geïnstalleerd boven de spuikom. Verdere perceelswijziginen en verbouwingen werden op het kadaster genoteerd in 1918 en 1925.

Beschrijving

Type en functies

De Oosterlomolen is qua oorsprong een herenmolen of banmolen. Qua type behoort hij tot de onderslagmolens, waarbij zoals al aangestipt werd, het water onder het rad door stroomde. Dit is typisch voor een waterloop met beperkt debiet. De dakstructuur van het molengebouw zou er op kunnen wijzen dat het ooit een dubbelmolen is geweest, maar hiervoor zijn tot op heden geen bewijzen gevonden.

De primaire functie van de molen was malen van koren om zo broodmeel te verkijgen. De molen was dus van levensbelang voor de dorpsgemeenschap.

De secundaire functie van de Oosterlomolen was de visvangst. Door een sluizensysteem en een vernauwing van een rivierarm was het wel heel makkelijk om de vis vast te laten komen zitten en hem met een fuik of net op te scheppen. Dit gebeurde natuurlijk op vele plaatsen bij nauwe rivierlopen, maar de manier waarop dit in Oosterlo gebeurde en de overgebleven getuige er van, namelijk de palingbak onder de molenhoeve die door een buizensysteem met de rivier was verbonden, en het feit dat dit alles volledig intact bewaard gebleven is, is uniek voor Vlaanderen.

Vanaf 1916 kreeg de Oosterlomolen nog een tertiaire functie: hij werd tevens zaagmolen. Naast het gewone korenmalen, waar wellicht aanzienlijke concurrentie in heerste, werd de molen ook geschikt gemaakt om boomstammen tot planken te verzagen.

Een vierde en laatste functie, waarover minder gegevens bekend zijn, maar die wel veel zegt over de centrale functie van de watermolensite in de dorpsgemeenschap, wordt duidelijk wanneer men het grote bakhuis bekijkt, dat de molen met het molenhuis verbindt. Men kan zich niet van de indruk ontdoen dat dit allemaal wat te groot is voor één enkel molenaarsgezin en wellicht werd er in het centrale bakhuis dan ook voor de hele dorpsgemeenschap gebakken.

Ten slotte kan nog vermeld worden dat in de eerste helft van de 20ste eeuw de molen de elektriciteit genereerde voor het dorp.

Beknopte beschrijving

De watermolen is een karakteristiek element in de dorpskern. Het complex bestaat uit een dubbelhuis van zes traveeën en anderhalve bouwlaag onder een zadeldak van Vlaamse pannen met de nokrichting evenwijdig aan de straat, de lagere annexen overdekken de bewaarde bakoven en het vroegere waterrad met hierop aansluitend de voormalige houtzagerij van drie traveeën en twee bouwlagen onder een leien schilddak. Het is een verankerde baksteenbouw met overwegend rechthoekige muuropeningen. Het woonhuis heeft rechthoekige muuropeningen onder houten lateien en arduinen lekdrempels voor de vensters; de lagere en bredere benedenvensters van de eerste twee traveeën zijn van latere datum en hebben ijzeren I-balken als lateien. Bij het woonhuis horen een koperen buitenpomp voor regenwater, een bakoven en een kelder met palingbak. De binnenindeling vertoont een centrale gang met aanpalende rechthoekige vertrekken en steektrap achteraan. In de kamer aan de westzijde bevindt zich een haard. De slaapkamers op de bovenverdieping zijn geschikt rondom een rechthoekige hal.

Het bedrijfsgebouw heeft steekboogvormige luiken, de middentravee gaat hoger op met een overluifeld rechthoekig laadluik. De behouden dakstructuur bestaat uit gedisselde balken en houten penverbindingen, de maalvloer uit zeer dikke planken. Het gaande werk werd grotendeels gedemonteerd. Een aantal onderdelen zijn nog aanwezig waaronder een molensteen die zich buiten bevindt. Verder zijn er resten van kamwielen, een graantrechter, steenkisten, assen, houten luiwerk met houten klauwwiel waarvan de klauwen weggenomen zijn, een as naar de luikap en archaïsch ophaalwerk voor maalstenen (gedisselde stam als houten as) met reep. Daarnaast staan er een houten wanmolen en zelfgemaakte houten werkbanken: een draaibank met pedaal en een zaagbank met kleine cirkelzaag en elektrische molen. De asput of hel bleef behouden.

De waterloop werd gedempt/overdekt, maar het tracé bleef behouden. Ten oosten van het woonhuis bevindt zich een kleinere, doch deels ingevallen en overwoekerde woning.

Lindebomen beschutten het waterrad tegen fel zonlicht. De oudste kan tot 300 jaar oud zijn.

  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA002466, Watermolen van Oosterlo (STEYAERT R., 2007).
  • Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Geel, schetsen 1865/291, 1909/124, 1918/101 en 1925/162.
  • Watermolen van Oosterlo. Dossier ter inleiding van de bespreking omtrent een mogelijke bescherming van molengebouw, molenhuis en omgeving, oktober 1991.
  • NEVELSTEEN A., Geel met zijn gehuchten, Tongerlo, sine dato, p. 165.

Auteurs: Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Watermolen van Oosterlo [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/52445 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.