erfgoedobject

Ziekenhuis Oud Gasthuis

bouwkundig element
ID
52279
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/52279

Juridische gevolgen

Beschrijving

Gelegen op de hoek met de De-Billemontstraat. Oud Gasthuis, tussen 1270 en 1286 door Hendrik III Berthout opgericht als ziekenhuis om armen, die door ziekte of lichaamsgebrek niet meer in staat waren om te bedelen, te voorzien van voedsel en onderdak. Vanaf 1552 in handen van de gasthuiszusters-augustinessen met aanpassing van de statuten.

Gebouwen aangeslagen tijdens de Franse Revolutie en overgedragen aan de Burgerlijke gestichten van Liefdadigheid, later Commissie Openbare Onderstand (1925) en Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (1970), na de bouw van een nieuw klooster (1969) ingericht als Sint-Dimpna- en Gasthuismuseum (1969-1970).

Complex in traditionele en neotraditionele bak- en zandsteenstijl met diverse gebouwen uit de 15de- tot de 19de eeuw rondom twee rechthoekige binnenplaatsen, zogenaamd Groot Binnenhof ten westen en Klein Binnenhof (of "begijnhof") ten oosten.

Restauratie in verschillende fasen vanaf 1975 naar ontwerp van L. Fornoville. Het geheel omvat een kapel/ziekenzaal van 1476-1479, ziekenzaal II van 1841-1842 en ziekenzaal III van 1860-1861, een hoevegebouw van 1718, een kloostervleugel van 1663, een ambachtsgebouw (voormalige bakkerij, brouwerij....) van 1728 waarin alle diensten met de voorzieningen van het klooster en het ziekenhuis ondergebracht waren, een dienstgebouw van vóór 1740 en een losstaande schuur met oude 18de-eeuwse kern, herbouwd in 1881.

Rondom het Klein Binnenhof, deels aangebouwd tegen de kapel bevinden zich de zogenaamde huisjes van de commensalen uit 1687 (ten oosten) en 1754 (ten noorden).Verankerde baksteenbouw van één tot twee bouwlagen met contrasterend gebruik van zandsteen en gesinterde baksteen onder bedaking van leien en Vlaamse pannen met houten dakkapellen.

Kapel met ziekenzaal I gelegen op hoek met De-Billemontstraat. Georiënteerd gotisch zaalkerkje met driezijdige koorsluiting onder leien zadeldak (nok parallel aan de Gasthuisstraat) met opengewerkt polygonaal klokkentorentje onder klokvormige torenhelm. Gebruik van zandsteen voor speklagen (sokkel en steunberen), doorlopend kordon en omlijstingen van de spitsboogvensters, sporadisch gebruik van ijzerzandsteen onder meer in ingebouwde westelijke tuitgevel met aandak en schouderstukken. Bepleisterd en beschilderd interieur met houten tongewelf. Laatste travee met zusterkoor, eertijds boven ziekenzaal die van kapelruimte afgesloten was door een eiken wand met luiken zodat de zieken de eredienst konden volgen. Vóór het altaar 18de-eeuwse grafsteen in de zwart/witte vloer. Neogotisch mobilair en glasramen van 1905 en 1906. Sacristie met bepleisterd plafond met moer- en kinderbalken.

Ten noorden aansluitende zogenaamde commensalen van één (noordzijde) of twee bouwlagen (oostzijde) onder omlopende leien zadeldaken (nok parallel aan en loodrecht op De-Billemontstraat). Blinde, verankerde buitengevels van acht + vier + zes traveeën. Aan de De-Billemontstraat in vierde travee (sacristie) zogenaamde Sint-Dimpna-nis: diepe rondboognis met imposten en sluitsteen van zandsteen, afgesloten door een smeedijzeren hek en bekroond met dito kruis, in de nis kopie van de beeldengroep met de marteldood van Sint-Dimpna. Originele gepolychromeerde beelden bewaard in het interieur: witstenen (Heilige Dimpna) en houten beeldengroep met de marteldood van Sint-Dimpna, reeds vermeld in 1627. Oorspronkelijke beelden toegeschreven aan de Westerlose meester Merten en vermoedelijk vervaardigd in 1514-1516, van deze eerste beeldengroep rest alleen het zandstenen beeld van Sint-Dimpna. Het beeld van de vader, vermoedelijk uit het vierde kwart van de 16de eeuw, wordt toegeschreven aan de Mechelse beeldhouwer en schrijnwerker Tomas Hazart (zie het beeldhouwersmerk in voet) die de beeldengroep, waarschijnlijk in 1609-1610, herstelde na beschadiging tijdens de Godsdiensttroebelen. Binnenhofgevels met gevarieerde, overwegend segmentboogvormige muuropeningen. Oostvleugel met jaarankers "1687" en noordvleugel met ankers "1754". Noordoostelijk deel van vier traveeën met speklagen en steigergaten.

Ten westen bij de kapel aansluitende ziekenzaal II van twee traveeën en één bouwlaag onder plat dak, arduinen rondboogdeur. Ziekenzaal III van zeven traveeën en één bouwlaag onder leien schilddak (nok parallel aan de Gasthuisstraat) met verankerde lijstgevel op sokkel van gesinterde steen, laatstgenoemde eveneens gebruikt voor de omlijsting van de steekboogvensters en de banden in de brede aflijnende lisenen met rondboognisjes. Interieur ingericht als museumruimte.

Kloostervleugel tussen de beide binnenplaatsen. Negen traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak (nok loodrecht op Gasthuisstraat) met aandaken. Verankerde baksteenbouw met muurvlechtingen in zijpuntgevels. Westelijke lijstgevel aan Groot Binnenhof met steigergaten en geprofileerde daklijst; kruiskozijnen en sporen van een gedicht rondboogdeurtje, ramen met ijzeren roeden. Oostgevel aan Klein Binnenhof met rondboogvensters en zandstenen rondboogdeurtje op gelijkvloerse verdieping, kruiskozijnen op bovenverdieping. Interieur met op begane grond pandgang aan oostzijde en representatieve vertrekken aan westzijde, met name refter, gasten-, prenten- en Moederskamer. Pandgangen met op plafond 18de-eeuws stuclijstwerk door A. Zangerli (1733-1789). Dezelfde stukadoor stond vermoedelijk in voor het herstel van het stucplafond van 1740 in de refter: lijstwerk en cartouches met dubbel wapenschild en monogrammen; marmeren schouw. Gastenkamer met gemarmerde houten schouw met Delftse tegels en ijzeren haardplaat. Bepleisterde balk met zichtbaar slofprofiel. Moederskamer met bepleisterd balkenplafond.

Zuidzijde van het Groot Binnenhof ingenomen door de voormalige stalling, heden zogenaamde Gasthuishoeve, gerestaureerd in 1977-1978 en ingericht als horecabedrijf. Verankerde baksteenbouw van negen traveeën onder wolfsdak (nok parallel aan de Gasthuisstraat, Vlaamse pannen), westgevel met jaartal 1718 van gesinterde steen. Vrij gesloten straatgevel met kleine, licht getoogde vensters, voorts aangepaste, gevarieerde muuropeningen.

Noordzijde van het Groot Binnenhof met laag dienstgebouw van acht traveeën onder pannen zadeldak. Sobere baksteenbouw geritmeerd door lisenen onderling verbonden door de fries, rondboogdeuren en segmentboogpoorten. Aansluitend zogenaamd ambachtsgebouw van acht traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak. Westelijke zijtuitgevel met jaarankers 1728, gerestaureerd in 1995-1997. Verankerde baksteenbouw met zandstenen kruiskozijnen en rondboogdeuren in geprofileerde omlijsting. Heden ingericht met museumruimte op gelijkvloerse verdieping en woongelegenheden op de bovenverdieping. Achtereenvolgens bakkerij, slachterij en washuis, dienstboden- en kloosterkeuken. Bewaarde haarden, balkenroosteringen, kelders en opkamers. Arduinen moosbank en "Riebanksteen" van 1757. Museumvoorwerpen refererend aan de vroegere werkzaamheden.

Even ten westen: ietwat schuin ten opzichte van de andere gebouwen, vrijstaande schuur van acht traveeën onder pannen zadeldak (nok loodrecht op Gasthuisstraat), in westgevel met jaartal 1684 van gesinterde steen als overblijfsel van de oude schansmuur die eertijds het hele gasthuiscomplex omheinde en waartegen in de 18de eeuw een schuur werd aangebouwd, na brand herbouwd in 1881, gerestaureerd en ingericht als stadsarchief in 1980-1981. Verankerde baksteenbouw op gepikte plint met verdiepte gevelvlakken, kleine rondboogvensters, rechthoekige en segmentboogpoorten en aangepaste rechthoekige vensters.

  • Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten & Landschappen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Monumenten en Landschappen, Dossier A/0389.
  • DE BONT M., Geels geschiedkundig genootschap en gemeentearchief in Gasthuisschuur, in Jaarboek van de Vrijheid en het Land van Geel, XX, 1983, p. 255.
  • JANSEN J., Onderzoek van de beeldengroep van het Gasthuis te Geel, voorstellend de onthoofding van de H. Dimpna, in Jaarboek van de Vrijheid en het Land van Geel, XXIV, 1988, p. 9-16.

Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Mol, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n5, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ziekenhuis Oud Gasthuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/52279 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.