Hoeve met lage, losstaande bestanddelen onder zadeldaken (mechanische en Vlaamse pannen), bij de nutsgebouwen licht gebogen en met overkragende windborden. U-vormige opstelling rondom een begrint erf. Bewaarde bakstenen stoep voor het boerenhuis. Erftoegang ten zuidoosten via gietijzeren hek tussen dito pijlers. Ten zuidwesten van het erf perelaar en notelaar.

Ten noorden, boerenhuis van acht traveeën (nok loodrecht op de straat), geprofileerde gootlijst en rechte baksteenfries. Drastische verbouwing en vergroting, naar verluidt van 1933-1934; sporen van het oude 19de-eeuwse huis in de rechter zijgevel en de achtergevel. Erfgevel: rechthoekige muuropeningen onder arduinen latei en gecementeerd, groen en wit beschilderd boogveld; rechts, staldeur en smallere privaatdeur. Tegen de achtergevel, aanleunende stalling onder lessenaarsdak; in de rechter zijgevel, getoogd laadluik en staldeuren.

Ten oosten, stal- en schuurvleugel uit de tweede helft van de 19de eeuw (nok loodrecht op het boerenhuis). Tegen de achtergevel, overdekte mestvaalt onder aansluitend lessenaarsdak. Rest van aalpomp aan de erfzijde. Getoogde en rechthoekige muuropeningen. Ten zuiden, kleine stalling uit de tweede helft van de 19de eeuw met geïncorporeerd wagenhuis (nok parallel aan het huis).