Zogenaamd " 't Kloosterhof" volgens houten naambord; naamgeving mogelijk refererend aan gevluchte Franse religieuzen die zich in 1902 bij deze hoeve vestigden. Lage, losstaande, bestanddelen uit het vierde kwart van de 19de eeuw, U-vormig opgesteld rondom een deels gekasseid en begrint erf met rest van mestvaalt; zie de P.C. Poppkaart (circa 1850). Verankerde baksteenbouw onder licht gebogen zadeldaken (Vlaamse en mechanische pannen) met beborde dakoverstek en dakstoelen. Erftoegang ten oosten tussen hekpijlers.

Ten noorden, boerenhuis met jaarsteen " an/ 1898 / no " in de rechter zijgevel; twee staltraveeën + één poorttravee + zes huistraveeën (nok loodrecht op de straat). Deur in de vijfde travee; schuin erboven dakvenster in puntgevel. Getoogde muuropeningen; vernieuwd houtwerk, luiken. Latere poort onder gietijzeren latei en laaddeur. In de linker zijgevel, Marianis in omlijsting van gesinterde baksteentjes.

Ten zuiden, stallingen (nok parallel aan het boerenhuis) met jaarsteen "1900" in de linker zijgevel. Aan de erfzijde, afdak vormende overstek, ingepast in recente houten voorbouw. Aan de achterzijde, laadvenster in puntgevel. Getoogde stal- en laaddeuren, rechthoekige venstertjes en oculus in de linker zijgevel. Ten westen, voormalige dwarsschuur met geïncorporeerd wagenhuis (nok loodrecht op het boerenhuis), nu in gebruik als stal. Rechter zijgevel met vlechtingen en lichtgleuven, mogelijk wijzend op oudere kern.