Destijds herenhuis van de brouwersfamilie Basijn; in de voortuin een oude esdoorn en rode beuk. Tussen het huis en de overwelfde Mandel, grote ommuurde tuin.

Dubbelhuis uit de tweede helft van de 19de eeuw van zeven traveeën en anderhalve bouwlaag onder pannen zadeldak (nok parallel aan de straat). Circa 1970, nieuw parement van donkere sierbaksteen voor de zij- en achtergevels.

Laat-classicistisch getinte pilastergevel; gecementeerd parement met imitatiebanden, heden in gebroken wit en beige geschilderd. Horizontale gevelgeleding door middel van arduinen sokkel en kordonlijsten; halve verdieping met blinde vensters, ruitvormig versierde casementen en korte pilastertjes. Rechthoekige muuropeningen; behouden houtwerk onder meer deels beglaasde vleugeldeur met ijzeren smeedwerk.

Sierlijke uitwerking van de centrale hal met steektrap (eronder vermoedelijk dichtgemaakte kelder) en het salon (links van de hal): tegelvloer, lambrisering met faiëncetegeltjes met art-nouveau-inslag, neoclassicistisch getint stucwerk van de balken op consoles en de plafonds. Neoclassicistische marmeren schouwmantel.

Achtergelegen laag voormalig koetshuis uit het vierde kwart van de 19de eeuw onder pannen zadeldak (nok parallel aan het huis), nu garage. Twee poorttraveeën, geflankeerd door smalle deurtravee oplopend in puntgevel. Witgeschilderde baksteenbouw, geleed door middel van lisenen en steekboogfries. Getoogde en korfbogige muuropeningen, laatst genoemde gewijzigd; rondboogvenstertjes in de geveltoppen.