erfgoedobject

Batterij 3, sergeantenwoning en kazemat

bouwkundig element
ID
48869
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48869

Juridische gevolgen

Beschrijving

Na 1876 werd gestart met de aanleg van drie vooruitgeschoven batterijen op een afstand van circa 2000 meter voor de omwalling van Dendermonde. Deze batterijen werden officieel aangelegd om de verdwenen lunet in de voorgracht van de Dendermondse vesting te vervangen. In werkelijkheid was het een poging om Dendermonde te omringen met een voorliggende verdedigingsgordel die de stad tegen bombardementen en modernere wapenvoering moest beschermen.

Na de uitroeping van Antwerpen tot 'Nationaal Reduit' in 1859 verloor de stad Dendermonde al een deel van haar strategisch belang en werd ze beschouwd als dubbel bruggenhoofd over de Schelde. Later zou ze ook deze functie verliezen aan het Fort Rupelmonde, later Steendorp genoemd, dat tussen 1882 en 1892 werd gebouwd. Vanaf die periode behield men Dendermonde als vesting, maar de nodige aanpassingswerken om de vesting bestand te maken tegen de nieuwe oorlogsvoering bleven achterwege. Technische vernieuwingen zoals de sloop van de te lage stadswallen en de bouw van twee extra batterijen om tot een totaal van vijf redoutes te komen werden niet uitgevoerd. De aanleg van drie vooruitgeschoven batterijen werd wel gerealiseerd.

Volgens de 'Atlas des bâtiments militaires (1836-1914)' ging het om drie identieke batterijen die op het grondgebied van de deelgemeente Sint-Gillis-bij-Dendermonde op een gelijkmatige afstand van elkaar werden aangelegd. Zij lagen zeer geïsoleerd gericht naar de frontzijde. Batterij nummer 1 was gelegen op het huidige industrieterrein ter hoogte van Hoogveld nummer 5, maar is thans verdwenen. Batterij nummer 2 en nummer 3 bleven bewaard en bevinden zich aan de Winningstraat nummer 50 en aan de Fortstraat nummer 111-112.

Deze zeer indrukwekkende en solitaire constructies liggen in een prachtig domein en gaan volledig in het landschap op. De batterijen beantwoorden nog steeds aan de in de 'Atlas des bâtiments militaires (1836-1914)' beschreven opbouw, enkel de functies werden intussen gewijzigd. Elke batterij heeft een halfcirkelvormige aanleg, bestaande uit een aarden wal en een diepe kunstmatige gracht. De wal is uitgewerkt met dwarswallen waarop de kanonnen geplaatst werden. Op een aangelegd eilandje in het midden bevindt zich het eigenlijke hoofdgebouw, bedekt door aarde, dat door middel van een ophaalbare brug in verbinding staat met de voorliggende sergeantenwoning. Ten noorden bevond zich ook een poortgebouw buiten de omwalling.

Het bakstenen hoofdgebouw heeft een T-vormig grondplan. Parallel aan de breedste zijde van de gracht bevinden zich aaneengesloten tongewelfde ruimten die aan de zijde van de sergeantenwoning voorzien zijn van de belangrijkste muuropeningen. Het gebouw is symmetrisch opgebouwd rond twee snijdende gangen waarvan de centrale gang, de 'poterne' uitgeeft op een soort onderaardse dwarsgang achter het hoofdgebouw die het met een achterliggende 'holtraverse' verbindt. Deze 'holtraverse' bevindt zich in de punt van de batterij en herbergt twee achter elkaar gelegen munitiemagazijnen. Zowel de dwarsgang als de 'holtraverse', die enkel via het hoofdgebouw toegankelijk zijn, zijn bedekt met aarde waardoor ze volledig aan het gezichtsveld onttrokken worden.

Het hoofdgebouw telt zeven traveeën en slechts één bouwlaag. De dakconstructie is door de aarden deklaag niet zichtbaar, mogelijk is deze eveneens samengesteld uit meerdere niveaus om de aarden deklaag beter te kunnen dragen.

Zoals eerder vermeld is het hoofdgebouw symmetrisch opgebouwd rond twee snijdende gangen waarrond acht ruimtes werden gegroepeerd. De ruimten geven uit op de gangen en de meesten zijn onderling met elkaar verbonden. Ze werden hoofdzakelijk gebruikt als magazijn voor artilleriemateriaal, één werd voorbehouden als portierslokaal. De geïsoleerde ruimte ten westen was ontworpen als poedermagazijn en was daardoor enkel bereikbaar via een extra portaal. Om het poeder droog te kunnen houden was een zeer goede luchtcirculatie vereist. De ruimte werd daarom voorzien van een dubbele muur met extra spouwen en een lage zoldering die extra verlucht werd door een in boogvorm geplaatste rij oculi (zie voorgevel).

Aan weerszij van het hoofdgebouw is er een schuin geplaatste lagere aanbouw die gebruikt werd als latrine en kolenmagazijn.

De zeer strak opgebouwde bakstenen voorgevel is geritmeerd door middel van lisenen en getrapte spaarvelden met muuropeningen. De lisenen, voorzien van twee openingen, accentueren de luchtkokers die in de gewelfde zolderingen uitkomen en waarvan de afgeschuinde schouwtjes in de deklaag te zien zijn.

De gevel is voorts verfraaid met een arduinen plint en een betonnen lijst boven een getande baksteenfries. Centraal bevindt zich de poorttravee met steekboogvormige poort gevat in een bakstenen omlijsting met aanzet- en sluitstenen in blauwe hardsteen. Het bouwjaar ‘L 1880’ (Batterij 2) en ‘L 1886’ (Batterij 3) werd in de sluitsteen aangebracht. De houten dubbeldeuren bleven behouden. Elk spaarveld is voorzien van steekboogvormige vensters met metalen persiennes en extra langwerpige verluchtingsgaten.

Het terrein waarop batterij nummer 3 gelegen is, is toegankelijk via een grindpad aan het einde van de Fortstraat. Aan die zijde werd een gedeelte van de gracht gedempt. De gebouwen namelijk de kazemat en sergeantenwoning, bleven echter vrij gaaf bewaard, maar in tegenstelling tot Batterij nummer 2 is het poortgebouw verdwenen.

Bovenop het oude militaire complex werd in de tweede helft van de 20ste eeuw een chalet opgetrokken, waar de naam "Chalet Rozenbroek" gebaseerd op de oude kadastrale benaming van het terrein nu aan refereert. De chalet werd ooit als dancing gebruikt, nu als woongelegenheid. De kazemat bleef echter ongewijzigd en is nog steeds door een dikke aarden laag bedekt. De huidige toestand correspondeert volledig met de oorspronkelijke opbouw, inclusief behouden ijzer- en schrijnwerk.

Tegenover en buiten de gracht ligt de voormalige sergeantenwoning (nummer 111). Deze is bereikbaar via een vaste brug die de vroegere intrekbare vervangt. Eenvoudig, vrijstaand enkelhuis van twee traveeën en twee bouwlagen in gewitte baksteenbouw onder een mank zadeldak (mechanische pannen). Lijstgevel op gepikte plint en afgelijnd door houten kroonlijst. Rechts aanleunende lage aanbouw onder lessenaarsdak met vierkant venstertje. Voorts rechthoekige muuropeningen op lekdrempels. Smalle voordeur naast de gevelhoek.

  • Koninklijk Legermuseum, Fonds Versterkingen, Dendermonde, Dossier Résumé des avis exprimés par les autorités consultés sur le rôle actuel des place de Diest et de Termonde, 1893-1898.
  • Koninklijk Legermuseum Brussel, Kaarten en plannen. Places fortes Belges. Termonde. Plans généraux, A6d, 1879.
  • Koninklijk Legermuseum Brussel, Kaarten en plannen, nummer 83 Atlas des bâtiments militaires 1836-1914.
  • GILS R., Vesting Antwerpen. Deel 1. Bakstenen schoonheid 1830-1885, in België onder de wapens, 5, 1997.
  • STROOBANTS A., Dendermonde vestingstad, Dendermonde, 1994.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Batterij 2

  • Is gerelateerd aan
    Wachthuis en fortwachterswoning Batterij 1

  • Is deel van
    Sint-Gillis-bij-Dendermonde


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Batterij 3, sergeantenwoning en kazemat [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48869 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.