Burgerhuis, volgens kadastergegevens gebouwd in 1928 door handelaar Cesar De Ridder-De Wael en in 1934 door hem vergroot.

Breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak in kunstleien. Roodbakstenen lijstgevel met door een boogfries afgelijnde venstertraveeën, geflankeerd door licht vooruitspringende hoeklisenen en deurrisaliet. Houten verkropte kroonlijst. Getoogde muuropeningen, smal en per twee gekoppeld in de tweede bouwlaag. Bewaard houtwerk of schrijnwerk naar oud model, met decoratieve roedeverdeling in de bovenlichten van de muuropeningen in de eerste bouwlaag. Gevel verlevendigd door toepassing van natuursteen voor aanzet-, sluit- en hoekstenen, banden over de hoeklisenen en het deurrisaliet, voor dorpels, plint, treden naar de deur en consooltjes van de boogfriezen. Rechts een jongere bakstenen aanbouw met een segmentboogvormige poortopening onder verspringende kroonlijst.