erfgoedobject

Domein Hof ter Hulst

bouwkundig / landschappelijk element
ID
47754
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47754

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Domein Hof ter Hulst
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Domein Hof ter Hulst
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hof ter Hulst
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

"Hof ter Hulst", nu zogenaamd "Kasteel De Naeyer", beschermd als monument bij Ministerieel Besluit van 12.12.2002. Omgrachte site gelegen in de landelijke wijk Heizijde in het oosten van de gemeente op de plaats vanouds genaamd " 't Kasteel" tussen de Heizijdestraat en de spoorweg.

Historiek

Het "Hof ter Hulst" is een oude site met walgracht van het tweeledige type met afzonderlijk omgracht opper- en neerhof en zou minstens opklimmen tot de 16de eeuw. Volgens archiefdocumenten, een leen van het begijnhof van Dendermonde. In 1575 verkoopt Olivier Nieuwlant "een groot schoon huys van plaisancien metten wallen, grachten, boomgaert, neerhuys, stallen, poorte, planterye" aan jonkvrouw van Hecke. Het zou het eerste stenen huis zijn dat in Lebbeke gebouwd werd.

Volgens het Metingsboek van Lebbeke van 1667 is het "casteel, motte ende wallen met den boomgaert tussen wallen gelegen, tsamen groot 216 roeden" eigendom van Joncker Frans Nieuwlant. Dit gebouw werd in 1843 verkocht door de familie Mannaert aan Guillaume Segers die het oude kasteel sloopte en, deels met stenen van de afbraak, een nieuw landhuis liet bouwen ten oosten van het oude opperhof. Het was een sober, gepleisterd en geschilderd landhuis op vierkante plattegrond op een plint van gerecupereerde natuursteen.

In 1880 koopt Pieter Frans De Naeyer het landhuis. Hij was in 1848 gehuwd met Johanna Van Langenhove, dochter van de molenaar op de Kasteelmolen, en richtte in 1850, naast de schors- en korenwindmolen van zijn schoonvader, een magazijn voor lompenuitrafeling op dicht bij het landhuis. Dit zou uitgroeien tot de vermaarde lompenfabriek die tussen 1895 en 1905 haar grootste uitbreiding kende. Ze strekte zich uit van aan de molensite langsheen de spoorweg met een eigen aftakking en stationnetje "Heizijde". Ze verschafte aan honderden mensen werk. De fabriek verdween circa 1965 maar tot op heden is het landhuis nog steeds eigendom van de familie De Naeyer.

In 1883 werd bij de ingang aan de huidige P.F. De Naeyerstraat over de gracht een kapel gebouwd die ook dienst doet als buurtkapel. In 1890 werd het landhuis achteraan uitgebreid met een vierkante toren met drie bouwlagen onder een tentdak met windwijzerbekroning met initialen FDN van de toenmalige eigenaar Florimont De Naeyer. Eind de jaren 1890 volgen nog belangrijke aanpassingen aan het domein met de bouw van een pittoresk tuinpaviljoen in 1897 in het oosten van het domein en in 1898 wordt aan de zuidzijde, rechts van de kapel een nieuw dienstgebouw opgetrokken met oranjerie, paardenstallen en speelzaal. Naar verluidt werd in 1908 de merkwaardige wintertuin aan de oostzijde van het landhuis aangebouwd, uitgevoerd in imitatieboomstammen met binnenin kunstgrotten, gerealiseerd door de Firma Blaton-Aubert uit Brussel, gespecialiseerd in "Kunstmatige Rotsen, grotten, aquariums". Circa 1920 werd, links van de toegang een conciërgewoning gebouwd; in de jaren 1950 werd het landhuis zelf ontpleisterd waardoor het zijn huidig uitzicht kreeg.

Beschrijving

Huidig domein met behouden omgrachting met herkenbare achtvorm met klein, haast cirkelvormig opperhof in het zuiden en naar het noorden bredere, eveneens omgracht site van het vroegere neerhof. De oosthoek werd jammer genoeg vanaf de jaren 1960 bebouwd (zie woongebied op het gewestplan) waardoor slechts driekwart van de omgrachting bewaard bleef. Een ligusterhaag sluit de omgrachting deels af van de straat. Een bakstenen poort met hardstenen rechtstanden en latei onder leien schilddak met brede overstek op gesculpteerde houten consoles geeft toegang tot het domein aan de zuidoostzijde, rechts geflankeerd door de kapel.

Kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën, gebouwd door de familie P.F. De Naeyer- Van Langenhove in 1883 in neogotische stijl, tevens buurtkapel en vertrekpunt van de wijkprocessie. Eenbeukige bakstenen gebouw op gepikte plint, van vijf traveeën met driezijdige sluiting onder leien zadeldak. Voorpuntgevel met spitsboognis waarin dito opening met vleugeldeur onder arduinen latei op consoles en bovenlicht. Omlopende geschilderde band met haast onleesbaar opschrift: "Langs deze weg zet geen voet of zegt Maria gegroet". Linker zijgevel met spitsboogdeur en vier spitsboogvensters met kleine roedeverdeling, rechter zijgevel blind en nog deels beraapt.

Interieur: vandaag grijsgeschilderde wanden en spitstongewelf. Driezijdig koor met beschilderd houten altaar met polychroom beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën op sokkel met beschilderd paneel met de eucharistie. Heilig Hartbeelden op de grond. IJzeren afsluithek en schip met zitbankjes. Aan de wanden; witgeschilderde heiligenbeelden op barokke consoles met engelenfiguurtjes onder meer van de Heilige Jozef, Heilige Antonius, Heilige Margaretha, Jezus van Praag, Heilige Theresa en Heilige Rochus.

Sober neoclassicistisch landhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een leien mansardedak met dakkapellen en ijzeren nokbekroning. Ontpleisterde bakstenen lijstgevels op een plint van zandsteenblokken, enkel gemarkeerd door een arduinen cordon ter hoogte van de bovendorpels en een omlopende geprofileerde lijst onder de houten kroonlijst. Voorgevel gemarkeerd door een licht uitspringend middenrisaliet met rechthoekige deur in eenvoudige arduinen omlijsting met Toscaanse pilasters en rechte waterlijst en een rondboogvenster op de bovenverdieping. Rechthoekige vensters voorzien van rolluikkasten. Achtergevel geaccentueerd door de later toegevoegde uitspringende bakstenen toren gemarkeerd door geblokte hoekpilasters en een omlopend cordon. Enkel de bovenste verdieping is aan drie zijden doorbroken. Gelijkvloerse verdieping met deur, de bovenverdieping met breder venster; blinde zijgevels.

Tegen de rechter zijgevel aangebouwde opmerkelijke wintertuin met bekronend terras van circa 1908, opgetrokken uit baksteen maar volledig bekleed met een grijze cementering en gedecoreerd met imitatieboomstammen en rotswerk. Aan de voorzijde, trap tussen de kunstrotsblokken leidend naar het terras met leuningen in imitatietakken. Klimplanten geven het geheel een zeer natuurgetrouwe indruk. Voor- en achtergevel met respectievelijk één en twee vensters. Zijgevel doorbroken door twee deurvensters. Middentravee uitgewerkt als een nis met rotsformaties en siervaas, vermoedelijk oorspronkelijk met een fontein.

Uiterst merkwaardig interieur volledig uitgewerkt als kunstmatige grot met kenmerkende stalactieten en stalagmieten, holen waarin planten groeien, sokkels met beelden, ingewerkte spiegels die de ruimtewerking nog moeten vergroten. De vloer is uitgevoerd in granito met een omlopende mozaïekband en ijzeren roosters van de oorspronkelijke verwarming met warmwatercirculatie. Het oorspronkelijke glazen bovenlicht werd vervangen door een nieuwe koepel.

Landhuis zelf met de klassieke plattegrond van een dubbelhuis met een sobere aankleding en geschilderd schrijnwerk, kenmerkend voor het tweede kwart van de 19de eeuw. Brede gang met wit- en zwartmarmeren vloer en geschilderde trap en trappaal met siervaasbekroning. De salons vooraan hebben stucplafonds met omlopende geprofileerde lijsten en marmeren schouwen, deur met fraai geëtst glas leidt naar de torentravee achteraan.

Dienstgebouw van 1898 met koetshuis, paardenstallen, oranjerie en speelzaal, opgetrokken uit bak- en hardstenen op U-vormige plattegrond onder leien schilddaken met talrijke dakkapellen met sierlijke kapjes en ijzeren nokbekroningen. Hoekkettingen en sierankers verrijken de gevels. Linkervleugel oorspronkelijk ingericht als paardenstallen met nog bewaarde arduinen voederbakken en overwelving met bakstenen troggewelven. Middendeel met koetshuis, het was – en strijkkot. Rechtervleugel met hoog plafond deed dienst als oranjerie en speelhuis. Gevels doorbroken door talrijke muuropeningen onder ijzeren I-lateien; goed bewaard groengeschilderd houtwerk met kleine roedeverdeling.

Tuin, achter het landhuis gekenmerkt door grote graspartijen gescheiden door paden, met enkele solitaire bomen en een groene gordel langs de grachten.

In het noordoosten, merkwaardig tuinpaviljoen, gebouwd als theehuisje in 1897. Rechthoekig bakstenen gebouwtje, oorspronkelijk afgedekt met een strodak, nu golfplaten, op de hoeken gemarkeerd door imitatieboomstammen. Binnenin was het naar verluidt voorzien van muurschilderingen van kunstschilder Willems uit Dendermonde. Ten westen in de tuin, achtzijdig gebouwtje, of dierenhok, nu gedekt met roofing, in decoratieve baksteenbouw.

Ten zuiden, binnen de omgrachting staat een tweede woning (nummer 8) gebouwd circa 1920 als conciërgewoning, doch herhaaldelijk aangepast en uitgebreid met onder meer een veranda en garage.

  • DAUWE J., Oud Lebbeke, Lebbeke, 1973, nummer 35.
  • DAUWE J., Lebbeciana. Uit het verleden van Lebbeke – Wieze – Denderbelle, Lebbeke, 1979, p. 16.
  • PIETERS L., Lebbeke, Beelden uit het verleden, Lebbeke, 1999, p. 13-14.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein Hof ter Hulst [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47754 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.