Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1894 samen met het aanpalende pand opgetrokken in opdracht van S. Frenay, “stadsbediende aan de kranen”. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Rijwoning oorspronkelijk met enkelhuisopstand, van drie bouwlagen en drie traveeën onder een mansardedak (nok parallel aan de straat, kunstleien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een hardstenen plint, werd oorspronkelijk geleed door een waterlijst en een gevelbreed balkon op consoles. Het stucdecor van vlakke vensteromlijstingen en een casement op de borstwering, verdween bij het opnieuw cementeren van de gevel na 1975; de begane grond werd al tijdens het interbellum verbouwd tot winkelpui. De opstand beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, op de eerste verdieping met ijzeren borstweringen, op de tweede met cordonvormende lekdrempels. Van het klassieke hoofdgestel rest slechts de houten kroonlijst op klossen; houten dakkapel met driehoekig fronton tussen oeils-de-boeuf met waterlijst.