erfgoedobject

Groote Hage en Peerhage

bouwkundig element
ID
4490
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4490

Juridische gevolgen

Beschrijving

Herenhuis in rococostijl tussen 1759 en 1781 opgetrokken door de katoenhandelaar Henricus (Henry) Beynen, lid van het Meerseniersambacht. Het hotel, dat uit een voorhuis en een achterhuis bestond, vormde een samenstel van de vroegere huizen “Peerhage”, “Groote Hage”, “Cleyne Hage” en “Witte Lelie”. De percelen maakten oorspronkelijk deel uit van de herbergen “de Hage” en “Tennen Pot” op de hoek van Oude Koornmarkt en Reyndersstraat, waarvan de stallen parallel doorliepen tot tegen het “Schilt van Leyden” op de hoek van Reyndersstraat en Pelgrimstraat. Nadat in 1490 en 1528 al percelen waren afgesplitst, werd “de Hage” in 1594 openbaar verkocht aan Thomas Gramaye, die in 1595 ook de “Tennen Pot” verwierf. Vervolgens bouwde hij een vijftiental huizen op de achterliggende gronden, mogelijk al voltooid in 1598, die samen met het opgesplitste, laatgotische voorhuis van “de Hage” in 1610 werden verkocht. Het betrof vermoedelijk veeleer bescheiden traditionele breedhuizen van twee traveeën en twee bouwlagen met een getrapt dakvenster, waarvan er aan de Reyndersstraat nog negen in kern bewaard zijn, echter ingrijpend verbouwd en verhoogd (Reyndersstraat 39 tot 41 en 45 tot 55).

Zoals de naam aangeeft vormde de “Groote Hage” het grootste pand van de verkaveling Gramaye. Het bestond uit een voorhuis en een grote achterbouw, en huisvestte als vanouds een herberg. De achterbouw ging vermoedelijk in oorsprong terug op de stal van de “Tennen Pot” die in 1546 door de waard van “de Haghe” was aangekocht, en in een akte uit 1602 werd omschreven als “bruyloftshuys”. Links van het voorhuis bevond zich de “Peerhage”. In 1617 werd het rechter gedeelte van de “Groote Hage” afgesplitst onder de naam “Witte Lelie”, en in 1624 volgde de opdeling van het pand in de “Groote Hage” (achterbouw) en de “Cleyne Hage” (voorhuis). Henry Beynen kocht in 1759 op dezelfde dag zowel de “Groote Hage” als de “Cleyne Hage”, verwierf in 1762 ook de “Peerhage” en in 1781 de “Witte Lelie”. Mogelijk kwam de heropbouw van het huidige voorhuis in drie campagnes tot stand, met in 1759 als eerste fase de drie middentraveeën met de koetspoort, en in 1762 als tweede fase de twee linker traveeën. Deze hypothese wordt bevestigd door een duidelijke bouwnaad tussen de tweede en de derde travee. De laatste travee die afwijkt van de eerste vijf en eveneens wordt gemarkeerd door een bouwnaad, zou een uitbreiding uit 1781 kunnen zijn. De langgerekte traditionele achterbouw uit einde 16de eeuw, oorspronkelijk twee bouwlagen, hoog en bekroond door getrapte dakvensters, is mogelijk in kern nog bewaard maar ingrijpend verbouwd en verhoogd in de 20ste eeuw. Vandaag huisvest het pand een vrijmetselaarsloge.

Voorname rijwoning met dubbelhuisopstand van zes traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). De lijstgevel heeft een parement uit gedecapeerd baksteenmetselwerk, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, poort- en vensteromlijstingen, en witte natuursteen voor de geprofileerde daklijst. Axiaal van opzet, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. De vijf hoofdtraveeën worden in volkomen symmetrie geaccentueerd door een hardstenen geveldecor, daar waar de laatste travee vlak is uitgewerkt. In de middenas onderscheidt de rondboogpoort in rococostijl zich door een geprofileerd, kwarthol beloop met neuten, imposten, rocailles als sluitsteen en zwikken, en een gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden. Het rechthoekig bovenlicht, gevat in in een rijke rocaille-omlijsting met oren en sluitsteen, is gedicht door een gevelsteen die de inscriptie: “Arbeid adelt” draagt. Verder is de opstand opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige vensters, haast vierkant in de lage topgeleding, gevat in brede omlijstingen met een geprofileerd, kwarthol beloop, onder ontlastingsbogen. De smeedijzeren leuningen van de tweede verdieping, met een entrelacs-patroon in classicistische stijl, dateren mogelijk uit het laatste kwart van de 18de eeuw. Een geprofileerde daklijst en houten kroonlijst vormen de gevelbeëindiging. Houten vleugeldeur en vensterschrijnwerk.

  • DERYCKE I. & HENDRICKX M. 2010: Een vader met vele kinderen: historisch gegevens over de Hage (Oude Koornmarkt 68-70) en zijn afsplitsingen in de Reyndersstraat tijdens het ancien régime, Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bouwhistorie en Geschiedenis 2007.1, 49-57.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Groote Hage en Peerhage [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4490 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.