erfgoedobject

Pastorie Sint-Martinusparochie met tuin

bouwkundig / landschappelijk element
ID
42814
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/42814

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie Sint-Martinusparochie
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als beschermd monument Pastorie Sint-Martinusparochie
    Deze bescherming is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Pastorie uit het vierde kwart van de 17de eeuw, gebouwd als dubbelhuis van één bouwlaag en zeven traveeën opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenstijl, verbouwd in 1741; pastorie omgeven door pastorietuin van circa 75 are, met typische dualiteit: naast een vlak, bij de pastorie aansluitend gedeelte, een hellend bebost perceel met rudimentaire 'landschappelijke' aanleg (bochtig ringpad, bruine beuk); imposante taxushaag met 'poortje' gevormd door gele kornoelje; de voortuin en het vlakke gedeelte achter de pastorie recentelijk heraangelegd.

Historiek

De pastorie van Sint-Maarten te Optielt gaat terug tot het laatste kwart van de 17de eeuw, maar is in haar huidig voorkomen hoofdzakelijk het resultaat van de aanpassingswerken in 1741. Met de bouw van het pastoriegebouw werd aangevangen in 1683. De bouwwerken werden toen echter om onbekende redenen stopgezet. Pas in 1698-1699 werd de pastorie voltooid door toedoen van pastoor Frederik Adams (1695-1717). Het gebouw werd opnieuw grondig aangepast in 1741. Het uitzicht wordt in belangrijke mate bepaald door de als klokgevel uitgewerkte middentravee, zowel aan de voorzijde als de achterzijde van het gebouw. De klassieke vormgeving van de deurlijsten met aansluitend ovalen bovenlicht treft men bovendien nog aan bij huizen die opgetrokken zijn in dezelfde periode in deze streek, zoals in het refugiehuis van de ursulinen te Hoegaarden (1739), de pastorie van Bunsbeek (1740) en in een woning te Outgaarden.

Beschrijving

De pastorie is een dubbelhuis van één bouwlaag met een gevelbreedte van zeven traveeën onder een zadeldak, opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenstijl op een rechthoekige plattegrond. De middentravee loopt in zowel de voor- als achtergevel uit in een klokgevel en wordt geaccentueerd door de zandstenen omlijstingen van de muuropeningen. De lijstgevel wordt geopend door eenvoudige rechthoekige beluikte vensters in zandstenen omlijstingen onder een bakstenen ontlastingsboog en wordt bovenaan afgeboord door een baksteenfries en eenvoudige houten kroonlijst. De rondboogdeur in middentravee is ingeschreven in een klassieke rechthoekige omlijsting op neuten met een geprofileerde druiplijst en licht uitspringende sluitsteen. De druiplijst sluit bovenaan aan op een inzwenkende bekroning met ovalen bovenlicht, geflankeerd door voluten. Het rondboogvenster met tussendorpel in de klokgevel is eveneens ingeschreven in een rechthoekige omlijsting met sluitsteen en druiplijst. In de zwikken werd het bouwjaar ‘1741’ aangebracht. De zuidgevel, uitgevend op de tuin, werd volgens eenzelfde schema uitgewerkt. De rondboogdeur in de middentravee kent een sobere rechthoekige omlijsting met sluitsteen. De rechthoekige vensteropeningen zijn eveneens voorzien van zandstenen omlijstingen onder bakstenen ontlastingsbogen. De oostelijke puntgevel wordt geopend door drie rechthoekige vensters met zandstenen omlijsting met in de geveltop twee cirkelvormige muuropeningen. Het baksteenmetselwerk van de oost- en westgevel is voorzien van muurvlechtingen en muurankers. Tegen de westgevel werd een lager bijgebouw onder een zadeldak aangebouwd.

Tuin

Recentelijk werd ook de tuin heraangelegd met, in de onmiddellijke omgeving van het pastoriegebouw, gebruik van betonklinkers en -tegels en ander eigentijds materiaal, onder andere bolprunusjes (Prunus fruticosa 'Globosa'), die de snoeivormen van weleer moeten evoceren. Het vlakke gedeelte van de tuin aan de achterzijde van het gebouw is grotendeels verhard en bezaaid met plateaus, terrassen en met beton afgeboorde plantvlakken. Een vroeger dienstgebouw werd afgebroken en vervangen door accommodatie voor bezoekers met, aansluitend hierop, een parkeerterrein. Meer naar de periferie toe zijn elementen aanwezig die de renovatie hebben overleefd, langs de straat bijvoorbeeld enkele Italiaanse populieren (Populus nigra 'Italica') en een zilverlinde (Tilia tomentosa).

Het beeld op de Ferrariskaart (1771-1775) verschilt sterk van wat de 19de-eeuwse kaarten te zien geven. Op de Primitieve kadasterkaart wordt een indeling weergegeven die, wat de tuin betreft, voor de regio min of meer klassiek is: een vlak, rechthoekig gedeelte (perceel 331) dat onmiddellijk aansloot bij de achterzijde van het pastoriegebouw en door een rechte, brede gracht (perceel 330) werd gescheiden van het beboste perceel 329, dat zich bergopwaarts uitstrekte en dat in de 19de-eeuwse 'landschappelijke' stijl werd aangelegd. Het nutsgedeelte, inclusief een gebouw, lag rechts van de pastorie op perceel 335. Het geheel besloeg ongeveer 75 are. Van de gracht is geen spoor meer te vinden, maar ongeveer op die plaats bevindt zich een rij van tien oude taxussen (Taxus baccata) – vermoedelijk zijn er twee verdwenen – die ooit op 3 meter hoogte werden geknot en die, als afsluiting van het formele gedeelte, waarschijnlijk ooit een hoge haag of palissade hebben gevormd. In het midden hiervan is een opening tussen twee, eveneens oude, gele kornoeljes (Cornus mas). Parallel met deze taxushaag loopt een talud dat de aanzet vormt van de beboste helling, die ontsloten wordt door een perifeer, slingerend pad. In dit gedeelte komen verschillende knotbomen voor van zomereik (Quercus robur) en gewone haagbeuk (Carpinus betulus), een oude tamme kastanje (Castanea sativa), restanten van een oude haagbeukenhaag (Carpinus betulus) en een grote bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') (hol en in het verleden met onder andere zandstralen behandeld) met 408 centimeter stamomtrek, standaard gemeten op 150 cm hoogte.

  • Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, DB000407, Pastorie Sint-Maartnsparochie, historiek, doos 56.17 map 6471.
  • GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
  • DENEEF R. (red.) 2002: Historische tuinen en parken van Vlaanderen, Inventaris Vlaams-Brabant, Holsbeek, Lubbeek en Tielt-Winge , M&L Cahier 6, Brussel, 145-146.
  • GERITS T.J. 1973: De pastorieën van Tielt, Het oude land van Aarschot 8.3, s.l., 122-125.

Deze tekst is een samenvoeging van de teksten:

  • DENEEF R. 2002: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant: Holsbeek, Lubbeek en Tielt-Winge, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
  • FOUBERT A. 2013: Pastorie Sint-Martinusparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/149463 (geraadpleegd op 23 oktober 2019).

Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Foubert, Annemie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Martinusparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/42814 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.