erfgoedobject

Huis Draecke

bouwkundig element
ID
4114
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4114

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Huis Draecke
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Huis Draecke: binnenkoer
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Historiek

Patriciërswoning ook genaamd “de Gulden Cop” in traditionele bak- en zandsteenstijl, die opklimt tot de 15de eeuw, en verder werd uitgebouwd in de eerste en tweede helft van de 16de en de tweede helft van de 17de eeuw. Het gaaf bewaarde gebouwencomplex stekt zich uit aan vier zijden van een binnenplaats, achter een in meerdere percelen opgesplitste en verbouwde voorbouw. Reeds vóór de 15de eeuw was het herenhuis  in het bezit van de familie Draeck, die in de 13de tot de 15de eeuw een voorname rol speelde in de Antwerpse magistratuur, schepenen en burgemeesters leverde. In 1513 verkocht Josse Draeck het pand aan zijn schoonbroer Adriaan Pot, die datzelfde jaar de hoofdingang verplaatste naar de Hoogstraat door aankoop van het aanpalende "den Dromedaris". Wolffgang Puschinger, een koopman uit Leipzig, kocht het hotel in 1540 van Cornelis en zoon Adriaan Pot. Na 1574 kwam "Huis Draecke" in het bezit van de familie Tucher, die het in 1607 afstond aan Maarten van Papenbroeck en diens zonen. Vanaf 1900 herbergde het complex het jongenspatronaat van de Onze-Lieve-Vrouweparochie, daartoe uitgebreid met een vandaag verdwenen feestzaal naar een ontwerp door de architect Eugène Dieltiëns uit 1899, in opdracht van gravin Cajetan van de Werve geboren Florence Ullens (1837-1904). Het Huis Draecke werd in 1983-1985 ingrijpend gerestaureerd onder leiding van de architect Guido Derks, die hier het in 1980 opgerichte Architectenbureau Derks & De Naeyer vestigde.

Architectuur

Voorgebouw

Het Huis Draecke is toegankelijk via een doorgang in de middenas van de vroegere voorbouw, die vandaag in vijf percelen is opgesplitst (Heilige Geeststraat 5 tot 13). Deze telde oorspronkelijk elf traveeën en twee bouwlagen, symmetrisch bekroond door vermoedelijk vier getrapte dakvensters. Daarvan is er nog één bewaard in het linker pand (Heilige Geeststraat 5). De overige verdwenen bij de verbouwing in neoclassicistische stijl van het rechter pand (Heilige Geeststraat 13) door de weduwe Feral in 1853, en van de drie middenpanden (Heilige Geeststraat 7-11) door de koopman Auguste Verachter in 1854. Bij deze laatste ingreep werden de kruiskozijnen van de bovenverdieping in een regelmatige ordonnantie aangepast, met een klassiek hoofdgestel als gevelbeëindiging. De huidige rechthoekige koetspoort gevat in een laatclassicistische omlijsting met geprofileerd, kwarthol profiel op neuten uit blauwe hardsteen, dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw.

Binnenplaats

Het complex omvat drie traditionele vleugels van anderhalve tot twee bouwlagen onder zadeldaken (leien), en een barokgalerij, gegroepeerd rond een binnenplaats met een onregelmatig rechthoekige plattegrond. Vleugels in bak- en zandsteenbouw met speklagen, steigergaten en een afgeschuinde sokkel, verankerd door smeedijzeren muurankers. Bij de restauratie van het complex werd het bak- en zandsteenparement van de gevels rond de binnenplaats gereinigd, hersteld of vernieuwd en aangevuld, met reconstructie van de kruiskozijnen, de getrapte dakvensters en de peervormige bekroning van de torenspits.

De westvleugel die opklimt tot de 15de eeuw maar in de huidige vorm  te dateren is in de periode 1540-1560, omvat anderhalve bouwlaag met zeven traveeën op de eerste en vijf op de halve tweede bouwlaag onder een zadeldak met een dakkapel. In de eerste traveeën, drie gekoppelde, spitsboogvormige tweelichten met maaswerk van de vermoedelijke huiskapel. Verder klooster- en kruiskozijnen met kwarthol geprofileerde negblokken, en een korfboogvormige middendeur met sponningsbeloop bekroond door een gebogen zandstenen waterlijst op gestrekte uiteinden. Bolkozijnen in een geprofileerde zandstenen omlijsting op de halve verdieping, afgelijnd door waterlijsten. Tegen de gevelwand een Onze-Lieve-Vrouwebeeld met lichtarm, vermoedelijk uit de 19de eeuw.

De noordvleugel of ‘corps de logis’ die uit de 16de dateert, omvat zeven traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak met getrapte aandaken. Mogelijk kwam het westelijk deel als eerste na 1540 tot stand, en het oostelijk deel als tweede na 1560.Deze vleugel paalt aan zuidvleugel van het Jordaenshuis in de Reyndersstraat. In de vijfde travee, rondboogdeur in een kwarthol geprofileerde zandstenen omlijsting, verder registers van kruiskozijnen met kwartholle negblokken en ontlastingsbogen. In de tweede en voorlaatste travee, twee verankerde dakvensters van drie treden met schouderstukken, waterlijsten en overhoeks topstuk, geopend door een kozijn met een latei op korbeeltjes, een luikje en een balkgat. In de middenas, sierlijke zeskantige huistoren die mogelijk in twee bouwfasen tot stand kwam, de onderste geledingen na 1540, de bekroning tussen 1560 en 1607. Toren van vier geledingen gemarkeerd door hoekkettingen en waterlijsten, waarop een overkragende uitkijk met korbelen en een peerspits (leien). Kleine rechthoekige beluikte venstertjes met kwarthol geprofileerde negblokken en een ontlastingsboogje, een rechthoekige deur en een kelderluik in de basis.

De oostvleugel die mogelijk uit de latere 16de eeuw dateert, omvat zeven traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak met getrapt aandak en drie getrapte dakvensters van hetzelfde type. Korfboogdeur met kwarthol profiel geflankeerd door een kloosterkozijn met kwartholle negblokken in de eerste travee; rondbogdeur in de laatste travee onder de barokarcade. Verder registers van kruiskozijnen met kwartholle negblokken, op de verdieping belijnd door een waterlijst.

De zuidvleugel wordt gevormd door een rondboogarcade van zes traveeën in barokstijl uit de tweede helft van de 17de eeuw, die tegen de voorbouw aanleunt. Deze is samengesteld uit geprofileerde archivolten, met voluutsleutel en verankerde zwikken, die steunen op zeven Toscaanse zuilen met zwellende schacht, het geheel uit blauwe hardsteen. Inwendig kruisgewelven tussen gordelbogen op kraagstenen, versierd met een bepleisterd stertracé rondom de sleutel. Boven de arcade bevindt zich een in 1983-1985 gereconstrueerde, door pilasters gelede verdieping onder een plat dak, geritmeerd door steekboogvensters met sluitsteen, en afgewerkt door een geleed hoofdgestel waarop siervazen

Oude constructie-onderdelen zoals dakgebinten, gesculpteerde en geprofileerde natuurstenen consoles en kruisribgewelven in de kapel, zijn binnen bewaard gebleven.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1899#766, 1853#122, 1854#170 en 18#63069.
  • BRENDERS F. 1978: Het Huis Draecke, Heilig Geeststraat 9. Een proeve tot rekonstruktie van de bouwgeschiedenis, Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek 1978.1, s.p.

Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Huis Draecke [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4114 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.