erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Stephanus

bouwkundig element
ID
40921
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40921

Juridische gevolgen

Beschrijving

De neogotische kerk, oorspronkelijk met omringend kerkhof, naar ontwerp van architect F. Baeckelmans en A. Capronnier (Schaarbeek), werd opgetrokken in de periode 1876-1879, ter vervanging van een oudere kerk. De nieuwe kerk werd kadastraal geregistreerd in 1879. Het kerkhof verdween in 1930; ter vervanging was er al in 1895 een nieuwe begraafplaats aangelegd, ten noorden, net buiten het dorpscentrum.

Historiek

De oorsprong van de parochie is volgens J. Verbesselt gelegen in een villakerkje opgericht door de voorouders van Fulbertus, die de kerk naderhand schonk aan het bisdom Kamerijk, waardoor het patronaatsrecht in handen kwam van de bisschop van Kamerijk. Tot 1744 bleef het patronaat in handen van het bisdom Kamerijk, nadien werd het afgestaan aan het aartsbisdom Mechelen. Pas in 1242 wordt er voor het eerst melding gemaakt van de patroonheilige Sint-Stefaan, wat niet weerhoudt dat de kerk reeds van in het begin was toegewijd aan de Heilige Stefanus.

Het uitzicht van de oude kerk is moeilijk te achterhalen aangezien de momenteel bekende iconografische bronnen van elkaar afwijken. Voor de bouwgeschiedenis werd beroep gedaan op D. Hoflack 'Sint-Stevens-Woluwe. Aspecten uit verleden en heden'.

Vermoedelijk klom de oudste stenen kerk op tot de romaanse periode (12de eeuw); voortgaande op plannen van 1771, mogelijk opgemaakt door Eg. Gulp naar aanleiding van herstellings- en uitbreidingswerken, en een studie gemaakt door C. Leurs ging het om een klein rechthoekig zaalkerkje met een rechthoekig koor. Dit kerkje onderging doorheen de eeuwen waarschijnlijk vele verbouwingen en/of aanpassingen: zo spreekt Wauters van herstellingswerken in 1613, mogelijk ging het hier om het bouwen van de noordelijke beuk; in 1767 werd er op aanvraag van pastoor Johannes Peeters, pastoor in de periode 1751-1777 een zuidelijke zijbeuk toegevoegd. In de periode 1771-1779 werden grondige herstellingswerken uitgevoerd waarbij een groot deel werd herbouwd zodat van het oorspronkelijke kerkje niet veel overbleef. C. Leurs spreek op dat ogenblik van een driebeukig schip waarvan de gotische steunberen vermoedelijk tot een ouder gebouw behoorden, en een laatgotisch koor; de toren tussen schip en koor was romaans.

Aangezien de kerk in de loop van de 19de eeuw te klein en bouwvallig was geworden werd al in 1869 opdracht gegeven voor het ontwerpen van de nieuwe kerk. De uiteindelijke plannen naar ontwerp van F. Baeckelmans en A. Capronnier werden goedgekeurd door de kerkfabriek en de gemeenteraad in 1875. Men voorzag een vrij grote kerk voorafgegaan door een ruim driehoekig plein. De werken startten in 1877; aangezien de oude kerk moest afgebroken worden werd ter plaatse van de huidige parochiezaal ‘Ons Huis’ (Burg. W. Servranckxplein 18) een voorlopige kerk opgericht. In de zomer van 1879 werd de kerk plechtig ingewijd (zie gedenksteen in het portaal). Circa 1900 werden algemene onderhoudswerken uitgevoerd onder leiding van architect H. Jacobs.

Beschrijving

De plattegrond vertoont een Latijns kruis met een driebeukig schip van zes traveeën met uitspringende westtoren, een transept van twee traveeën met vlakke sluiting en een koor van twee traveeën en een lagere vijfzijdige sluiting. Het koor zit gevat tussen kleinere rechthoekige zijkoren, op hun beurt palend aan de rechthoekige sacristie ten zuiden en de bergruimte ten noorden. Het geheel werd opgetrokken uit baksteen met decoratieve verwerking van contrasterende witte steen en afgedekt door leien zadel- en lessenaarsdaken. Tegen de buitenmuren zijn er nog diverse grafstenen bewaard.

De slanke westtoren telt vier geledingen met verjongende hoeksteunberen onder een ingesnoerde leien naaldspits. De bovenste geleding wordt gemarkeerd door afgeschuinde hoeken. De westzijde omvat een vrij sober, spitsbogig inkomportaal met flankerende zuiltjes met knoppenkapiteel en een verdiepte rechthoekige deur met geprononceerde lateiconsooltjes; het boogveld werd versierd met drie- en vierlobmotieven; boven de deur vertoont deze zijde een gevelhoog spaarveld met respectievelijk drie spitsbogige lancetvensters, gekoppelde lichtgleuven, spitsboogvensters en in de bovenste geleding twee galmgaten met bekronende wijzerplaat; het uitzicht van de overige zijden sluit hierbij aan met uitzondering van de noordzijde waar een polygonale traptoren uitspringt.

Het schip vertoont een basilicale opstand waarbij de middenbeuk wordt geritmeerd door kleine steunberen waartussen eenvoudige spitsboogvensters zijn aangebracht. De lagere zijbeuken worden eveneens geritmeerd door steunberen, sporadisch hoger oplopend en verlicht door spitsbogige drielichten.

Homogeen bepleisterd en beschilderd interieur met spitsboogarcade afwisselend op pijlers en op zuilen met knoppenkapiteel; hogerop een schijntriforium. De middenbeuk is overdekt met bakstenen, zesdelige kruisribgewelven waarvan de bepleisterde ribben geschraagd worden door driekwartzuiltjes, ter hoogte van de pijlers per drie gebundeld; eenvoudige kruisgewelven in de zijbeuken met gordelbogen op gestileerde consoles en straalgewelf in het koor. De sacristie is gerenoveerd en ingericht als weekkapel.

Mobilair

Schilderkunst. Kruisweg, olieverf op doek van de hand van Joseph Meganck, 1879, zie signatuur derde statie.

Beeldhouwwerk. Gepolychromeerd houten beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind, begin 17de eeuw. Gekruisigde Christus boven het altaar, 16de eeuw (?). Moderne houten beeld van Sint-Stefaan (1979) en de Heilige Barbara (1982) van de hand van C. Faber (Wezembeek-Oppem).

Het meubilair is overwegend neogotisch: hoofdaltaar van witte steen, 1880, Leopold Blanckaert; retabel met het leven van de Heilige Stefanus, 1911. Houten zijaltaren in de zijkoren, respectievelijk toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw (noord) en Sint-Jozef (zuid), biechtstoelen en koorgestoelte, circa 1880. De eiken preekstoel dateert uit het tweede kwart van de 18de eeuw en is afkomstig uit de jezuïetenkerk van Leuven. Vermoedelijk is ook de communiebank, die omstreeks 1975 werd verwerkt in het huidige altaar, van dezelfde oorsprong.

Orgel van 1793 van de hand van orgelbouwer Adriaan Rochet uit Nijvel met orgelkast van de hand van beeldhouwer M. Bast. Glasramen in koor en zijbeuken uit het einde van de 19de eeuw; glasramen in het transept van 1930 en 1932 met signatuur 'J. Vosch fecit'.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Zaventem, afdeling V (Sint-Stevens-Woluwe), sectie A,1879/2.
  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, Zaventem-Sint-Stevens-Woluwe, dossier Sint-Stefanuskerk.
  • Rijksarchief, Kaarten en plannen, TIHON C. 1995: Provincie Brabant. Plans van de Technische Dienst der gebouwen, nummer 2402/A-B (microfilm 3004) 'Eglise et escalier vers presbytère 1901'.
  • HOFLACK D. 1987: Sint-Stevens-Woluwe. Aspecten uit verleden en heden, Zaventem, 406-513.

Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Stephanus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40921 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.