erfgoedobject

Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw

bouwkundig element
ID
40531
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40531

Juridische gevolgen

Beschrijving

Afhankelijk van de abdij van Nijvel; zelfstandige parochie, afgescheiden van Sint-Kwintens-Lennik, sinds circa midden 13de eeuw.

Beroemd en druk bezocht bedevaartsoord wat de opbouw van een monumentale kerk in de loop van de 13de eeuw verklaart. Oprichting van het koor tijdens het tweede kwart van de 13de eeuw en van het schip gedurende het vierde kwart van de 13de eeuw; toegevoegd noordportaal uit de 14de eeuw. Aanpassing van het interieur: classicistisch getinte laatbarokke bepleistering (1771) en rijke stoffering.

Eerste restauratie, 1903-1905, onder leiding van architect Veraert, met behandeling van de koor- en schipgevels; oprichting van de zuidsacristie die de afgebroken oostelijke met 18de-eeuws(?) uitzicht vervangt. Restauratie van het interieur, 1944 en volgende, onder leiding van ingenieur C. Leurs en architect Veraert, onder meer decaperen van de bepleistering en reconstrueren van sommige kapitelen. Nieuwe restauratie circa 1970 en volgende onder leiding van architect A. Demey en R.M. Lemaire, onder meer behandeling van het noordportaal.

Plattegrond: vroeg-gotische basilicale kerk met driebeukig schip van vijf traveeën uitlopend op een smaller rechthoekig koor van twee brede traveeën.

Ledezandsteen met sporadische vermenging van groenachtige lokale zandsteen. Merkwaardig vroeg-gotisch koor met zekere laat-romaanse reminiscenties in de opstand. Noord- en zuidgevels op geprofileerde sokkels worden ingedeeld in twee brede traveeën door een steunbeer met afgeschuinde kop; oplopende lisenen die als penanten fungeren voor de per drie gekoppelde spitsboogvensters en verder de kroonlijst op groteske figuurtjes onderbreekt. Verdiepte lancetvensters met halfronde archivolten steunend op gekoppelde zuiltjes met krulkapiteel; geprofileerde druiplijst lopend langs de boogruggen en opgevangen door imposten die de lisenen markeren evenals de omlopende waterlijsten ter hoogte van de onderdorpels.

Gelijksoortige opstand in de oostpuntgevel gestut door op elkaar gestelde steunberen; rondvenster met ingeschreven zespas in de top. Aandak met groteske figurenversiering.

Vroegere gotische spitsboogdeur, als zuidtoegang in de eerste westtravee, verborgen door de sacristie.

Hogere middenbeuk onder zadeldak en zijbeuken onder lessenaarsdaken. Uitgewerkte oostpuntgevel met aandak (hogelversiering) gestut door finalen; afgerond driehoekig venster met recenter ijzeren harnas.

Rondvenster in de oostzijbeukgevels gestut door finalen (schuine bouwnaden wijzend op de vroegere beuk).

Hoge bovenmuren van de middenbeuk, geritmeerd door lisenen die de kroonlijst schragen samen met de kraagstenen met diere- en maskerkoppen; spitsboogvensters afgelijnd met een torus aan de dagkant.

De zijbeukgevels worden gestabiliseerd door steunberen met driedubbele versnijding uit de tweede helft van de 14de eeuw; de hoge spitsboogvensters vervangen sinds de 16de eeuw de oorspronkelijke rondvensters met ingeschreven zespas (zie oostgevel). Dichtgemetselde gotische zuiddeur in de tweede westelijke travee: rechthoekige muuropening geflankeerd door twee halfzuiltjes met bladkapiteel en sokkel, opgenomen in een hoge omschrijvende spitsboog met afgeschuinde boogring die ten westen steunt op mensenhoofdjes; blind boogveld.

Uitspringend noordportaal onder haaks zadeldak, bijgebouwd midden 14de eeuw: spitsboogportaal met geprofileerd beloop op halfzuiltjes met verweerde gehistoriseerde kapitelen en semi-polygonale sokkels. Tweelichtvenster in de door finalen geflankeerde top. Boogfries met driepasmotief in de oost- en westgevels.

Westgevel: boven het centraal gedeelte verstevigd door een zware steunbeer en een traptoren was een toren gepland, die echter werd vervangen door een vrij gedrongen leien dakruiter met ingesnoerde spits. Barok westportaal, uit de eerste helft van de 18de eeuw.

Deels gedicht spitsboogvormig bovenvenster. Het interieur biedt een minder homogeen beeld. De opstand van het koor volgt nagenoeg deze van de gevels, doch met bredere penanten. Tongewelf met recente houten bebording aangebracht tegen het oorspronkelijk gebint.

Hoge rondboog op consoles, tussen koor en schip; verband en bouwnaden in de oostbeukwand zouden wijzen op een ouder, korter driebeukig schip, dat samen met koor zou behoren tot de vroeg-gotische architectuur van de Denderschool.

Het huidige, vijftig jaar later gebouwde schip, werd ruimer opgevat qua lengte en breedte. Gebundelde pijlers met deels weggehakte kapitelen onder de spitsbogen tussen midden- en zijbeuken; hoger oplopende gebundelde halfzuiltjes waarop aanvankelijk de hoofdbalken van het houten gebint steunden. Deze structuur werd blijkbaar ontworpen in functie van een stenen overwelving die in extremis niet werd uitgevoerd. Huidige overkluizing uit het vierde kwart van de 18de eeuw; behouden gedeelte van het gebint uit het vierde kwart van de 13de eeuw.

De zijbeuken met gelijksoortige structuur waren oorspronkelijk ook maar afgedekt met een houten tongewelf (bewaard gebint); stenen overkluizing met uitgewerkte sluitstenen uit het vierde kwart van de 14de eeuw.

Eerste westtravee, gemarkeerd door zwaardere pijlers en twee doorlopende halfzuilen met aanleunende halfzuiltjes met bladkapiteel waarop de spitsboogarcade tussen de geplande toren en de middenbeuk rust; voorziene overwelving die pas gelijktijdig met de zijbeuken werd gerealiseerd.

Noordportaal (voorheen gedicht) met bijzonder rijke en verzorgde architectonische versiering. Zandstenen kruisribgewelf op geprofileerde hoekpijlers met kapiteel. Gepolychromeerde boogfries met bladmotieven als omlijsting voor de spitsboogdeur aan de kerkzijde. Architectonische wanddecoratie: boogfriezen met ingeschreven driepas en bekronend casement, steunend op slanke gebundelde zuiltjes

Mobilair. Bijzonder rijk gestoffeerd interieur; Brabants retabel met Marialeven van circa 1515 (koor); gotisch Onze-Lieve-Vrouwebeeld (wandaltaar), 14de eeuw; gotische calvarie, circa 1500; interessante laat-gotische en barokke beelden (16de en 18de eeuw).

Classicistisch meubilair, onder meer Louis XV-preekstoel, midden 18de eeuw; biechtstoelen en lambrisering, 1772-72 (Livinus Maes, Egidius Hohman en Duray); koorbanken en houtwerk van het koor met ingewerkte grisailleschilderijen, Marialeven, vierde kwart 18de eeuw; marmeren zijaltaren (1794 en volgende).

  • LEMAIRE R.M., persoonlijk archief.
  • THIBAUT M. 1929: L'église de Lombek Notre-Dame au XVIII siècle, in Bulletin S.R.A.B., 7-8.

Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Omringend, ommuurd kerkhof dat verder is uitgebreid naar een begraafplaats. Op het kerkhof is onder andere een vermoedelijk 18de-eeuws grafkruis aanwezig en het indrukwekkende neoclassicistische grafteken voor E.H. Benedictus Vonck (+1808).
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40531 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.