erfgoedobject

De Pauw

bouwkundig element
ID
4038
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4038

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed De Pauw
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Kantoorgebouw in neotraditionele stijl, samen met het aanpalende “Den bonte Mantel” heropgebouwd naar een ontwerp door de architect Henri Van Dijk uit 1947, uitgevoerd in 1948-1949. Opdrachtgever was Albert Kreglinger (1874-1953), echtgenoot van Elena Tewes (1876-1963), hoofd van de firma G. & C. Kreglinger. Het betrof de reconstructie van het voormalige gildehuis van het Schermersgilde, een traditioneel diephuis met trapgevel uit de tweede helft van de 16de eeuw.

Historiek en context

“De Pauw” wordt voor het eerst vermeld in 1391, als buurpand van “Den Arend”. De latere benaming “De Vos” verwijst naar het “Estaminet Au Renard” dat hier vanaf 1866 gevestigd was. In 1604 kwam het huis in het bezit van het Schermersgilde, een in 1488 opgericht korps van hellebaardiers, dat eigenaar bleef tot de inbeslagname door het Frans bewind in 1796. Albert Kreglinger (1874-1953) liet “De Pauw” samen met het uit 1878 daterende hoekpand van de Wisselstraat slopen en heropbouwen, naar een ontwerp door de architect Henri Van Dijk uit 1947, uitgevoerd in 1948-1949. De vroegere trapgevel van “De Pauw” werd daarbij in zijn oorspronkelijke vorm gereconstrueerd, met toevoeging van een insteekverdieping. Voor het gevelfront van het hoekpand greep Van Dijk terug naar de renaissance geveltop van het in 1877 gesloopte “Den bonte Mantel”. Het programma van het nieuwbouwcomplex omvatte een café op begane grond en entresol, kantoorplateaus op de eerste en tweede verdieping, een grote vergaderzaal en de conciërgewoning onder het dak. In 1996 werd het geheel verkocht aan de Stad Antwerpen, en huisvest sinds 2005 de Stadswinkel. Deze werd in 2011 heringericht door het Brusselse architectenbureau Lhoas & Lhoas.

De broers Georg Friedrich (1765-1821) en Christian Emmanuel Kreglinger (1770-1813), afkomstig uit Karlsruhe, richtten in 1797 de handelsfirma G. & C. Kreglinger op, gevestigd in het vroegere gildehuis “Spaengien” op de Grote Markt. Actief in de import en handel van wol, schaapsleder, tabak en koffie, kende het bedrijf naar het einde van de 19de eeuw toe een wereldwijde expansie met vestigingen in Latijns-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. In 1935 werd de financiële activiteiten ondergebracht in de Bank Kreglinger. Albert Kreglinger, behorend tot de vierde generatie Kreglingers in Antwerpen, volgde zijn vader Eugène (1840-1914) op. Hij kwam na het overlijden van twee van zijn achterneven en zijn eigen zoon Eugène (1899-1933), alleen aan het hoofd van het bedrijf, dat hij tot aan zijn dood in 1953 zou leiden.

Henri Van Dijk behaalde in 1912 zijn architectendiploma, en assisteerde vervolgens zijn vader architect Frans Van Dijk, onder meer voor de bouw van de Banque de Commerce (1922-1926) in de Lange Gasthuisstraat en de uitbreiding van het Gerechtshof (1923-1933) aan de Britselei. Vanaf 1930 zette hij het architectenbureau in eigen naam verder. Met de heropbouw van “De Pauw” en “Den bonte Mantel”, knoopte de architect aan bij eerdere projecten van zijn vader, die tussen 1892 en 1906 de drie aanpalende gildehuizen van G. & C. Kreglinger, "Spangien", "De Spieghel" en "Den Arend" had gerestaureerd of heropgebouwd. Van Dijk bracht in 1952-1955 het Museum voor Volkskunde in de Gildekamersstraat tot stand, waarbij de topgevels van vijf laat-16de-eeuwse gildehuizen werden gerestaureerd of vrij gereconstrueerd.

Architectuur

Diephuis van vier traveeën, drie bouwlagen en een insteekverdieping onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien). De trapgevel van zeven treden bekroond door overhoekse fioelen met sierbollen, heeft een parement uit witte natuursteen met smeedijzeren muurankers. Horizontaal geleed door de kwarthol geprofileerde plint en waterlijsten, is de opstand opgebouwd uit registers ven gekoppelde kruiskozijnen met kwartholle dagkanten en druiplijsten, in de pui met een middenkalf op korbelen. De tweeledige, door omlopende waterlijsten gemarkeerde geveltop, wordt geopend door rechthoekige drielichten. Lager middenluik, in het eerste register tussen kruiskozijnen, in het tweede tussen zijvenstertjes; luikgat erboven. Het vergulde beeld van een vos dat het topstuk bekroont, verwijst naar de 19de-eeuwse benaming van het pand, ontleend aan het “Estaminet Au Renard”.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 18#23621.
  • ASAERT G. 2005: Honderd huizen aan de Grote Markt van Antwerpen. Vijf eeuwen bewoningsgeschiedenis, Zwolle en Antwerpen, 330-334.
  • BAETENS R. (red.) 1998: Spiegels van Mercurius. Plouvier & Kreglinger. Tweehonderd Jaar Handel en Maritiem Transport te Antwerpen, Deurne.
  • HUYBRECHS, J. 1994: Frans Van Dijk, Architect te Antwerpen, Antwerpen, 91-94.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Pauw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4038 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.