erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Sebastianus

bouwkundig element
ID
40018
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40018

Juridische gevolgen

Beschrijving

Georiënteerde longitudinale kruiskerk in classicistische stijl, opgetrokken in de tweede helft van de 18de eeuw met integratie van de zandstenen resten van een oudere kerk. De dorpskern van Linkebeek is ingeplant op een steile heuvel aan de rand van de diepe kronkelende Linkebeekvallei met de Sint-Sebastiaanskerk in het noorden als hoogste punt en sterk uitstekend boven het straatniveau.

Omringend en ommuurd grasperk op de plaats van het oorspronkelijk omringende kerkhof dat tot 1947 in gebruik was. Aan de noordelijke ingang van het kerkhof resten twee oude linden; zij zijn het enige restant van de processieweg die de Kerkendries, de huidige Gemeenteplaats, kruiste en die omzoomd was door linden tot aan de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Halle, in de Braambeziënlaan.

De kerk maakt sedert 1953 samen met het omringende kerkhof de omheiningsmuur en de toegangstrappen deel uit van het beschermde landschap "Kerk van Sebastiaan" en werd – met inbegrip van de kerkhofmuur en de trappen - als monument beschermd bij Koninklijk Besluit van 7 april 1995.

Historiek

Van de vroegste geschiedenis en uitzicht van de parochiekerk is zo goed als niets bekend. Vermoedelijk dient het ontstaan van de parochie na 900 en voor 1190 gesitueerd te worden. De Sint-Sebastiaanskerk was een dochterkerk van Sint-Genesius-Rode. Beide kerken werden in 1190 door de abt van Kamerrijk aan de abdij van Vorst geschonken, waarbij de tienden werden verdeeld onder deze benedictinessenabdij en de pastoor van Rode.

Volgens de opsteller van het Guldenboek van Sint-Sebastaansbroederschap van 1467 werd de eerste kerk gebouwd in 1110; Verbesselt twijfelt er echter sterk aan of er ooit dergelijke oorkonde zou bestaan hebben die een andere oorkonde van 1190 tegenspreekt. Volgens Alex Geysels stond er voor de eerste kerk al een toren op de plaats van het huidige kerkgebouw. Deze toren zou een ideaal uitzicht hebben geboden op de omgeving en was misschien geen overbodige luxe in een woelige tijd als de 9de en 10de eeuw. Hiervan is echter geen enkel bewijs.

In het kader van de dakrestauratie in 2003 deed architect Johan Sterckx een bouwhistorische studie van de Sint-Sebastiaanskerk. Hij komt tot de conclusie dat er in de 12de-13de eeuw mogelijk een romaanse kerk met eenvoudig rechthoekig grondplan stond. Deze stelling steunt ten dele op een brief van Pastoor Vander Elst van 1773 waarin hij bevestigt dat de kerk aan grondige hernieuwing toe is en de vraag van pastoor Paesmans en Kerkmeester Coosemans om de toelating te krijgen de kerk te herbouwen bevestigt. In deze brief die bewaard wordt in het archief van het Aartsbisdom Mechelen, zou sprake zijn van een constructie met een houten zoldering beschreven, dikke pilaren en kleine ramen.

Een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van Linkebeek was het bezoek van Karel de Stoute in 1469. Hij stichtte er de "Broederschap van Sint-Sebastiaan" en gaf haar een guldenboek dat nog steeds in Linkebeek bewaard wordt. Het lidgeld bedroeg toen één stuiver per jaar. Met dit geld werd de kerk vergroot met "drie koren": de kruisbeuken aan de noord- en zuidkant en het hoogkoor aan de oostzijde. Deze uitbreiding gebeurde met witte zandsteen in gotische stijl.

In de 18e eeuw werden er zijbeuken toegevoegd terwijl men grote verbindingsgaten sloeg in de bestaande muren. Deze ingreep verminkte het gebouw zodanig dat een heropbouw en een uitbreiding noodzakelijk waren. Dit gebeurde in drie fasen: in 1751 werd de vijfzijdige sacristie bijgebouwd aan de oostzijde; in 1773 werd de toren iets meer westwaarts herbouwd door de abdis van Vorst (zie gevelsteen); in 1778 ten slotte werd het kerkgebouw afgebroken behalve de gotische kruisbeuken en de wand tegen de sacristie. Daarna werd de kerk herbouwd door de parochie op de huidige breedte. Eerst werden de witte stenen hergebruikt; daarna werd er voortgebouwd met rode bakstenen.

Na 1778 worden er geen grote, ingrijpende werken meer uitgevoerd aan de kerk. Wel te vermelden is de ontdekking van de oude romaanse doopvont bij werken in de doopkapel in 1948. Hiervoor werd omstreeks 1960 een nieuwe doopkapel ter hoogte van de inkom gebouwd, aan de noordelijke gevel.

Beschrijving

De plattegrond beschrijft een Latijns kruis met ingebouwde westertoren, een driebeukig schip van vijf traveeën, een transept van één uitspringende travee met vlakke sluiting en een koor van twee rechte traveeën met vlakke koorafsluiting met daarachter ten oosten aansluitend een vijfzijdige sacristie. Het geheel vormt een eenvoudig geheel, opgetrokken uit zandsteen met ophoging van baksteen, alles onder leien bedaking.

Het uitzicht van de overigens blinde westgevel, wordt volledig gedomineerd door de westtoren die licht uit het gevelvlak springt. Vrij gedrongen, verankerde vierkante toren van vier geledingen onder leien naaldspits, bekroond door en smeedijzeren kruis met windhaan; grotendeels opgetrokken uit baksteen met zandstenen hoekkettingen; rechthoekige deur met bovenlicht van gebrandschilderd glas gevat in een geprofileerde rondboogomlijsting van hardsteen. Rondbogige muuropeningen op de verdiepingen. Boven de sluitsteen zit een paneel met het totaal verweerde wapen van de abdis van Vorst, Marie de Bousies, die de opbouw van de toren financierde in 1773. Links van de deur zit nog een steen met jaartal 1778, het bouwjaar van de kerk.

De langsgevels van het schip zijn opgetrokken uit zandsteen met een verhoging van baksteen en zijn geopend door rondboogvensters in vlakke omlijsting van arduin met trapeziumvormige sluitsteen. Bij onder meer het eerste noordvenster is nog een steenkappersteken "W" zichtbaar dat verwijst naar G. Wincqz, te dateren in de tweede helft van de 18de eeuw. Licht uitspringende onderbouw met geprofileerde afzaat.

In de transeptarmen bleven de gotische spitsboogvensters bewaard. Het koor telt twee rondboogvensters, conform de vensters van het schip en wordt afgesloten door puntgevel. Aan de noordkant is een beeldengroep bewaard, een calvarie uit gietijzer(?) uit de 19de eeuw. In tegenstelling tot de rest van het gebouw, is de vijfzijdige sacristie die tegen het koor is aangebouwd, volledig opgetrokken uit witte natuursteen. Ze is voorzien van rechthoekige muuropeningen en centraal, net onder het dak zit de ingemetselde gevelsteen die het bouwjaar 1751 weergeeft.

Interieur

Bepleisterd en beschilderd interieur. Schip met rondboogarcade voorzien van Toscaanse zuilen op achthoekige hardstenen sokkel. Kruisribgewelven met versierde sluitstenen, gescheiden door gordelborgen. In de zijbeuken worden de kruisribgewelven aan de muur ondersteund door consoles, in de transeptarmen worden de gewelven ondersteund door hoekzuilen en zijn ze gekenmerkt door een zeer grote gedecoreerde sluitsteen. Het koor is gekenmerkt door van een houten lambrisering en een inwendig halfrond uitgewerkte koorsluiting op 6 ritmerende pilasters.

Mobilair. Schilderijen: Heilige Sebastianus geholpen door een engeltje, midden 17de eeuw; Heilig Sacrament van Mirakel in een kroon van bloemen en vruchten, midden 17de eeuw; Tafereel uit het leven van de Heilige Rochus, eind 17de eeuw; Heilige Christophorus, eind 17de eeuw (de laatste drie werken hangen momenteel in de sacristie).

Beeldhouwwerk: Onze-Lieve-Vrouw met Kind, eerste helft 16de eeuw, gepolychromeerd hout. In de sacristie nog drie beelden: Heilige Antonius Abt, omstreeks 1500, gepolychromeerde eik; Heilige Barbara, hout; Heilige Sebastiaan uit de Sebastiaanskapel. Kruisweg in half verheven reliëf uit het laatste kwart van de 19de eeuw.

Meubilair: Neogotisch hoofdaltaar; portiekaltaren in de zijbeuken bestaande uit beeldengroepen; het noordelijke altaar dateert uit de tweede helft van de 16de eeuw, het zuidelijke dateert uit de tweede helft van de 17de eeuw; barokke preekstoel door Janssens en de Vleeshouwer (Brussel), voet met voorstelling van de Heilige Sebastianus door een Engel ondersteund, kuip met medaillon met buste van de Goede Herder, op het klankbord musicerende engelen, 1809; twee biechtstoelen uit de tweede helft van de 18de eeuw en twee uit het einde van de 18de eeuw; eiken communiebank uit het midden van de 18de eeuw in Lodewijk XV-stijl; doksaal bestaande uit een 19de-eeuwse balustrade; lambrisering van het koor, medaillons met busten van de evangelisten Marcus en Johannes; eiken orgelkast gedateerd 1619 en 1885. Ter hoogte van de inkom ingewerkte gedenksteen voor de gesneuvelden van de Tweede Wereldoorlog. Kerkvloer van wit en zwarte natuurstenen tegels circa 1930 vernieuwd. Uit dezelfde periode (1931-1933) dateren de glasramen met medaillons in koor en beuk, schenkingen van families en parochianen. De twee glasramen van het transept met voorstelling van Sint-Jozef (zuiden) en Sint-Sebastianus dateren van 1942.

Ommuurd kerkhof

Het omringende voormalige kerkhof was ommuurd. De kerkhofmuur werd reeds vermeld in 1630. Hij werd herbouwd in 1848 en in 1854 werd het kerkhof langs de noordkant door een hek afgesloten. In 1969 deed de gemeente de Kerkstraat een meter verbreden. De muren langs de straat werden verplaatst. Enkele grafstenen werden behouden langs de muren van de kerk (onder meer die van Moederke Londers en het echtpaar Jules Geysels) en zijn de laatste getuigen van de voormalige laatste rustplaats van de Linkebekenaren. De te bewaren graven werden in 1969 naar de nieuwe begraafplaats overgebracht dat in 1947 gebouwd werd op gehucht ’t Holleken.

  • Archief Ruimte en Erfgoed Vlaams-Brabant, dossier 4441: historische nota Sint-Sebastiaanskerk en pastorie met tuin, Paesmans G., 1993.
  • COEKELBERGHS D., JANSEN J. & JANSSENS W. 1979: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Brabant. Kanton Asse, Brussel, 20-21.
  • S.N., s.d.: Linkebeek, Kerk en omgeving. Uitgegeven door de Vlaamse toeristenbond afdeling Linkebeek.
  • S.N. 1907: Ferronneries et sculptures à l’église de Linkebeek: Bulletin des métiers d’art, 343-346.
  • THEYS C. & GEYSELS J. 1957: Geschiedenis van Linkebeek, Brussel, 73-90.
  • VAN BELLE J.L. 1994: Signes Lapidaires. Nouveau dictionnaire Belgique et Nord de la France, 332.
  • VERBESSELT J. 1984: Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw, deel XVIII, Brussel, 101-162.
  • WAUTERS A. 1974: Histoire des environs de Bruxelles, Livre X-B, Bruxelles, 348-359.

Bron: DAVELOOSE B. met medewerking van KENNES H. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Linkebeek, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB12, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Daveloose, Barbara
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Sebastianus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40018 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.