erfgoedobject

Godshuis de Lichtervelde

bouwkundig element
ID
38649
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/38649

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het Woon- en Zorgcentrum de Lichtervelde was vroeger het 'Godshuis de Lichtervelde', gesticht in 1875 door de zusters Kindsheid Jesu van Gent. De gebouwen werden opgetrokken in 1879-1880, onder meer met een gift van de familie de Lichtervelde, kasteelbewoners van Eke.

Historisch overzicht

De zusters Kindsheid Jesu is een apostolische congregatie gesticht in 1835 door de Gentse kanunnik Petrus-Jozef Triest, aanvankelijk belast met de verzorging van wezen, vondelingen en zieke kinderen in Gent. Reeds enkele jaren later zette men zich ook in voor bejaarden, niet alleen in Gent, maar ook op het platteland en in andere steden. Aldus ontstond er een netwerk van scholen en godshuizen, vooral in de provincies Oost-Vlaanderen en Limburg. Gemeentebesturen, bureaus van Weldadigheid, parochiegeestelijkheid of adel deden beroep op zusters Kindsheid Jesu om voor het welzijn van bejaarden zorg te dragen. Meestal ontstonden de rustoorden waar al een school of kindertehuis aanwezig was. De instellingen evolueerden tot gebouwencomplexen met zorgverlening op verschillende vlakken. Op 1 januari 2001 werd het beheer van de elf Oost-Vlaamse rust- en verzorgingsinstellingen van de zusters Kindsheid Jesu van Gent overgedragen aan een overkoepelende vzw Zorg-Saam Zusters Kindsheid Jesu. Deze vzw beheert eveneens de WZC de Lichtervelde.

In september 1875 kwamen, op vraag van de toenmalige pastoor E.H. Goossens, drie zusters van de Kindsheid Jesu naar Eke. Pastoor Goossens wou een lagere school en een huis bouwen om de vele straat- en weeskinderen op te vangen. De zusters namen hun intrek in een kleine boerderij, op het moment van de bescherming (2010) verdwenen en gesitueerd op de plaats waar in 1985 de basisschool werd gebouwd.

Weldoener van het godshuis was graaf Jules de Lichtervelde (1807-1901), lid van een vooraanstaande adellijke familie die een kasteel in Eke bewoonde. Door een schenking van graaf Jules de Lichtervelde werd naast de school in 1879 een 'godshuis' voor bejaarden gebouwd. Het 'godshuis de Lichtervelde', genaamd naar de schenker, werd ingehuldigd op 29 juni 1880. De bewoners, mannen en vrouwen, waren zowel zogenaamde 'kostkopers' (betalende kostgangers die op een kamer woonden) als mensen uit het hospice (bejaarden die in groep woonden en leefden).

Op 16 juni 1882 werd het godshuis toegewijd aan het Heilig Hart van Jezus. Aanvankelijk had het godshuis geen eigen kapel en volgde men de eredienst in de nabijgelegen parochiekerk. In 1886 werd een kleine kapel op de eerste verdieping van het klooster in gebruik genomen. Twee zijvleugels werden aangebouwd in 1889. De bouwwerken van de eigen kapel startten pas in 1890. De Heilige Amandus werd de patroonheilige van de kapel. De inwijding door Monseigneur Stillemans, bisschop van Gent, vond plaats op 3 oktober 1892.

Rond 1900 werd bij het godshuis een boerderij gebouwd, die gesloopt werd bij de bouw van het nieuwe rustoord.

In 1914 werd het 'Godshuis de Lichtervelde' verkocht aan de congregatie. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het godshuis vanaf 1914 een toevluchtsoord voor vluchtelingen en soldaten. De twee nieuwe klassen, gebouwd in 1911, werden door de Duitsers gebruikt als lazaret voor gewonde soldaten. In 1918 vluchtten de zusters, bejaarden, zieken en weeskinderen naar Blankenberge. Bij hun terugkeer waren de gebouwen beschadigd, alle kostbare voorwerpen verdwenen en de documenten verbrand. In 1920 werd de kapel na de oorlogsschade gerestaureerd in haar oorspronkelijke stijl. Nieuwe klassen werden opgericht in 1919, 1921 en 1925. In 1926 werd een kostschool voor jongens van vijf tot negen jaar opgericht.

In de periode 1928-1934 vonden verschillende verbouwingswerken plaats aan het godshuis en de jongensschool en werden nieuwe klassen bijgebouwd. In 1940 werd in samenwerking met het bisdom en kanunnik De Vos gestart met openluchtklassen, die in 1957 werden stopgezet. In 1940, bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog, vluchtten de zusters en bewoners naar de school van de zusters in Kruishoutem. In 1957 startten verbouwingswerken om meer bejaarden te kunnen verzorgen, tevens werden de vier houten trappen vervangen door twee stenen trappen. Ook de naam Godshuis de Lichtervelde veranderde in 'Rustoord de Lichtervelde'.

Het oude rustoord voldeed niet meer aan de ministeriële normen en na overleg met het centrale bestuur in Gent en de zuster overste, besloot men om een modern bejaardentehuis te bouwen. De bouwwerken, naar ontwerp van architect De Geyter uit Lochristi, namen een aanvang in 1975, en werden ingezegend op 21 juni 1980. In 1995 werd er nog een nieuw gebouw aan toegevoegd. Intussen werd in 1978 de eerste verdieping van het oude klooster volledig gerenoveerd en de kamers gemoderniseerd, in 1980 werd het dak van het klooster en de kapel vernieuwd en de vensters in het oude godshuis vervangen. Ook de ernaast gelegen school (Steenweg 52) werd vernieuwd. Er kwam een nieuwe kleuterschool in 1982 en in 1985 ook een vernieuwde lagere school.

Beschrijving

De gebouwen van het voormalige 'Godshuis de Lichtervelde' werden opgetrokken in 1879-1880, onder meer met gift van de familie de Lichtervelde, kasteelbewoners van Eke. De kapel werd toegevoegd in 1890. Het oude Godshuis fungeert op de gelijkvloerse verdieping als klooster van de zusters en op de bovenverdieping zijn 28 kamers ondergebracht van het WZC.

Aan de straat verrijzen de in U-vorm ingeplante oude gebouwen met ten oosten aansluitende kapel. De voortuin wordt afgesloten door een fraai ijzeren hek op een bakstenen sokkel, het centrale toegangshek en de aansluitende bakstenen muren zijn vernieuwd. In de voortuin links van het toegangspad staat nog een eik, rechts in het voortuintje is een Heilig Hartbeeld geplaatst tussen twee hulstboompjes. In de rechter hoek van de voortuin werd een grotje van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes gebouwd in 1946 uit dankbaarheid voor de bevrijding van de Tweede Wereldoorlog.

Het prominent achter de tuinafsluiting gesitueerde godshuisgebouw vertoont een symmetrisch opzet. Aan de voorzijde bestaat het gebouw uit een onderkelderde middenvleugel van negen traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (leien) en vooruitspringende zijvleugels van drie traveeën onder leien schilddaken. Het dak van de middenvleugel werd vernieuwd in 1935 waarbij ook de sierlijke dakruiter werd verwijderd. De verbinding tussen midden- en zijvleugels werd in de loop der tijd een paar maal gewijzigd. De middenvleugel wordt benadrukt door twee puntgevels en een centraal getrapt dakvenster boven de deur. In het midden van de voorgevel bevindt zich de ingang tot het voormalige godshuis. Boven de deur is een arduinen plaat aangebracht met tekst "Godshuis de Lichtervelde". De rondboogvensters worden afgelijnd door arduinen waterlijstjes, in de zijrisalieten zijn de vensters gevat in een Brugse travee met blinde oculi in de top. Het schrijnwerk van de vensters is vernieuwd. De tussenliggende travee met lijstgevel is afgezet met een rondboogfries met arduinen kraagstukken. De haakse vleugels hebben in de voor- en zijgevels een travee-indeling door pilasters bovenaan verbonden door een rondboogfries, de centrale travee met toegangsdeur is hoger opgetrokken in een getrapt dakvenster. De achtergevel is soberder opgezet: de middenpartij van negen traveeën met een lijstgevel heeft vier getrapte dakvensters in het schilddak en wordt geflankeerd door de twee zijvleugels van drie traveeën met een puntgevel. De rondboogvensters zijn geaccentueerd door een witgeschilderde booglijst, ook hier is het schrijnwerk vernieuwd. Van het oorspronkelijke interieur bleef zo goed als niets bewaard. Nieuwe voorschriften en comforteisen noodzaakten in de loop der jaren tot diverse aanpassing- en verbouwingswerken.

De rechts aangebouwde kapel van Heilige Amandus, gebouwd in 1890 en ingewijd in 1892, is toegankelijk vanuit het kloostergebouw. De plattegrond ontvouwt een georiënteerde eenbeukige kapel van vier traveeën met uitgebouwde westtoren, met aangebouwd traptorentje naar orgeltribune, koor van één travee met ronde sluiting, erachter aangebouwde sacristie. Het eclectisch gebouw met voornamelijk neoromaanse inslag is opgetrokken uit baksteen op gecementeerde plint en afgedekt met leien daken, lagere bij het koor aansluitende sacristie onder licht hellend lessenaarsdak. De vierkante westtoren loopt uit op een smaller gedeelte met galmgaten onder ingesnoerde hoge naaldspits met kruis; vijf geledingen, met rondboogvensters en dito galmgaten. Zijgevels en koor worden geleed door lisenen waartussen rondboogvensters en aflijnende boogfriezen, hoge rondboogvensters met glas in lood onder gebogen arduinen druiplijst. De aflijnende witgeschilderde gootlijsten hebben consoles. Iets lager koor en lagere koorsluiting, met afwisselend geopend en gedicht venster.

Interieur

Bepleisterd en geschilderd interieur gedomineerd door de rijke polychromie, de wanden in het schip waren oorspronkelijk geschilderd met rode imitatievoegen (bij de renovatiewerken in 1991-1992 overschilderd) en met banden in sjablonenschildering, de heel rijke totaalpolychromie in het koor bleef bewaard. Gedrukt tongewelf met polychroom versierde kruisribben en gordelbogen, aanzettend op slanke halfzuiltjes rustend op de gesculpteerde kapitelen van de composietzuilen. Ribben en zuiltjes zijn rood of groen geschilderd met gouden accenten. De wanden worden geritmeerd door rondboognissen waarin rondboogvensters met afgeschuinde dorpel. Onder de vensters en boven de houten lambrisering in aangepaste stijl zijn boogfriezen op arduinen consoles aangebracht. Boven het inkomportaal bevindt zich de houten orgeltribune, in de balustrade is het wapen verwerkt van de familie de Lichtervelde; de moerbalk eronder is op de koorzijde voorzien van een passend geschilderd opschrift met psalmvers "Laudate eum in tympano et choro laudate eum in choribus et organo Ps CXLVIII", op de achterzijde, in het portaal, met opschrift "Geloofd zy Jezus-Christus". Het schip wordt van het koor gescheiden door een geprofileerde rondboogvormige triomfboog afgelijnd door een band met bladwerk in sjabloonbeschildering, de boog rust op gekoppelde zuilen in rood en groen en met beschildering van banderollen en met verguld bladwerkkapiteel. Ook de scheidingsboog is beschilderd met bloem en kruismotief in vierkante omkadering. De wanden aan de koortoegang zijn verrijkt met een rondboognis in houten omkadering met heiligenbeeld en erboven een geschilderd wapen, ten noorden Heilig Hart van Jezus met erboven het wapen en de zinspreuk van paus Leo XIII (1810-1903) en ten zuiden Heilig Hart van Maria en wapen en leuze van bisschop Antoon Stillemans (1832- 1916). Rijke polychromie in het koor met blauw geschilderd gewelf met vergulde sterren. De roze geschilderde wanden zijn bezaaid met IHS monogrammen en kruistekens gevat in stralenkrans. De boog boven de koorsluiting is beschilderd met een centraal tafereel met voorstelling van Jezus met aan weerszij engelen met een wapenschild. Links en rechts ervan twee medaillons met twee heiligen/ kerkleraars. Voorts zijn er drie medaillons geschilderd met symbolen van Christus: het Lam Gods, een mandje met broden en de pelikaan die zijn jongen voedt. De apsis wordt geopend met drie figuratieve glasramen, met voorstelling van De Geboorte van Jezus, Jezus de Kindervriend en Jezus in de tempel, geplaatst in 1936. De vloer van de kapel is bekleed met vierkante een- of tweekleurige cementtegels in rood, zwart en okergeel, die in verschillende geometrische patronen en stermotieven gelegd zijn.

Mobilair

Tussen de vensters, in het portaal, en aan weerszij van het koor werden twaalf plaasteren, polychrome heiligenbeelden op sokkels opgesteld; aan de zuidzijde van west naar oost Heilige Benedictus, Heilige Barbara, Heilige Vincentius a Paulo, Heilige Franciscus van Assisi, Moeder Anna, Heilig Hart van Maria, aan de noordzijde van oost naar west Heilig Hart van Jezus, Heilige Jozef met Kind, Heilige Dominicus, Heilige Rochus, Heilige Antonius van Padua, Heilige Gertrudis. Het marmeren altaar dateert van 1936 en werd geleverd door Dom Sébastien Braun, benedictijn van de abdij van Maredsous en promotor van 'l'école des Métiers d'art' van de abdij van Maredsous. De eiken communiebank staat nu opzij tegen de koorwand. Er is één eiken biechtstoel aanwezig, opgesteld aan de noordzijde onder het doksaal. Ingekaderde kruiswegtaferelen geschilderd op metaal, op statie VIII gesigneerd en gedateerd H. de Tracy, 1899, geschonken door graaf de Lichtervelde in 1900.

  • Eke, WZC de Lichtervelde, Livre du Couvent d’Eecke inauguré le 25 septembre 1875.
  • 150 jaar Zusters Kindsheid Jesu 1835-1985, s.l., 1985, 18-34.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002342, Thema Zorg. WZC de Lichtervelde
Auteurs: Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Eke


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Godshuis de Lichtervelde [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/38649 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.