erfgoedobject

Kasteel van Betho

bouwkundig element
ID
37305
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/37305

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel van Betho
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Gelegen even buiten de stad, temidden van een gaaf bewaard landschap. Imposant, gedeeltelijk omgracht kasteel met hoeve, symmetrisch aangelegd: kasteel en hoeve zijn gebouwd rondom twee aansluitende binnenplaatsen, het kasteel ten zuidoosten, de hoeve ten noordwesten. Het kasteel is op elke hoek van een toren voorzien. De toegang tot elk deel ligt aan beide einden van de centrale zuidwest-noordoostas.

Eerste vermelding in 1267 als Betue. Het was een Luiks leen, achtereenvolgens in bezit van de families Betho, Huwenial (1417), Betho (1442), Oyembrugge (1524), Krafft (1598), de Simonis (midden 17de eeuw), de Hinnisdael (1691), van der Gracht (1728), de Hinnisdael (1748), de Copis (1828).

In 1412 wordt het kasteel vermeld als "une maison et cour", in 1478 wordt een toren bijgevoegd, waarschijnlijk de huidige zuidelijke hoektoren, vrijwel volledig van mergelsteen, de enige rest van dit oorspronkelijke gebouw. De overige gebouwen en de schuur van de hoeve dateren van een volgende bouwcampagne (midden 17de eeuw). De zuidoostvleugel van het kasteel evenals de hoeve dateren uit de tweede helft van de 17de eeuw en begin 18de eeuw. Waarschijnlijk zijn deze gedeelten het resultaat van de bouwactiviteiten van Pierre de Simonis (+ 1691) en zijn erfgenaam François de Hinnisdael (1691-1720).

Het kasteel groepeert zijn gebouwen rondom een binnenplaats (niet te bezichtigen). Bakstenen gebouwen, verankerd door middel van gesmeed ijzeren muurankers met krullen, onder schilddaken (leien); de hoektorens zijn voorzien van tentdaken, de zuidtoren van een klokvormig dak, elk met een dakruiter bekroond. De midden 17de-eeuwse gebouwen zijn bak- en mergelstenen constructies, voorzien van banden, hoekblokken, geprofileerde kroonlijst op ojiefvormige consoles en rechthoekige vensters in een mergelstenen omlijsting met negblokken en hanenkam.

Zuidoostvoorgevel heeft dertien traveeën en twee bouwlagen, met dakkapel boven elke travee. De oorspronkelijke kruiskozijnen in een kalkstenen omlijsting met negblokken werden eind 18de- begin 19de eeuw naar onder toe vergroot met verwijdering van de stenen onderverdeling (de zuidtoren behield op de tweede bouwlaag een oorspronkelijk exemplaar). Monumentale, kalkstenen middentravee in Lodewijk XIV-stijl, gebouwd begin 18de eeuw door François de Hinnisdael (wapenschild in fronton); rondboogpoort in een rechthoekige geblokte omlijsting waarboven een rechthoekige venster met balkon (stenen balustrade) en gebogen fronton, binnen een geblokt muurpand; het geheel wordt bekroond door een driehoekig fronton met voormeld wapenschild.

De mergelstenen zuidhoektoren van vier bouwlagen was, te oordelen naar de zuidoostgevel waarschijnlijk blind; midden 17de eeuw verhoogd met een bak- en mergelstenen bouwlaag voorzien van banden, hoekbanden en kleine vensters; de zuidoostzijde is voorzien van twee vensters (confer façade) uit de tweede helft van de 17de eeuw op de eerste en tweede bouwlaag, van een ouder mergelstenen bolkozijn op de derde bouwlaag. Aanbouwsel uit de tweede helft van de 17de eeuw onder lessenaarsdak tegen de noordwestgevel. Oostelijke hoektoren uit midden 17de eeuw (confer supra), voorzien van vergrote, kalkstenen vensters.

De overige vleugels schijnen te dateren uit het midden van de 17de eeuw (mergelstenen kroonlijst confer supra), doch hebben op sommige plaatsen aangepaste vensters. Ook de noordelijke en westelijke hoektoren dateren uit deze periode. Ze zijn voorzien van de hogervermelde mergelstenen vensters met hanenkamvormige ontlastingsboog.

Het interieur omvat volgens de Borchgrave d'Altena een plafond in trompe-l'oeil en een salon met plafond in stucwerk uit eind 17de eeuw.

Gesloten hoeve, de bakstenen gebouwen onder zadel- en schilddaken (leien) gegroepeerd rondom een rechthoekig gekasseid erf. Toegang via een brug over de gracht.

De gebouwen, behalve de schuur dateren uit de tweede helft van de 17de eeuw. Ten noordwesten, hoge, rondboogvormige inrijpoort in een geblokte, kalkstenen omlijsting. Twee wapenschilden boven de poort.

De noordwestvleugel bevat aan weerszijde van de inrijpoort twee woongedeelten, waarvan alleen het noordelijk deel nog als dusdanig in gebruik is, en die als hoekrisalieten ten opzicht van de noordwestvleugel uitspringen. Ze zijn voorzien van kloosterkozijnen, rechthoekige vensters en deuren in een kalkstenen omlijsting met negblokken. De beide woonhuisdeuren zijn rondboogvormig in een kalkstenen omlijsting, met een oculus in rechthoekige kalkstenen omlijsting als bovenlicht.

De stalvleugels, ten noordoosten en zuidwesten van het erf hebben gelijkaardige muuropeningen; enkele aangepaste vensters in vlakke kalkstenen omlijsting (begin 19de eeuw).

De dwarsschuur ten noordwesten vormt de gemeenschappelijke vleugel met de binnenplaats van het kasteel. Bakstenen gebouw onder schilddak, uit het midden van de 17de eeuw. Mergelstenen banden en een mergelstenen kroonlijst op ojiefvormige consoles. Mogelijk dateert alleen de middenste poort uit deze periode: lage rondboogpoort in een kalkstenen omlijsting met negblokken aan de posten. Aan weerszijde hoge korfboogpoorten in een kalkstenen omlijsting met negblokken (tweede helft 17de eeuw). Voorts muuropeningen confer supra.

  • BORMANS S., Les Seigneuries féodales du Pays de Liège. Brussel, 1981 (Anastatische herdruk van hetzelfde werk, Liège, 1871), p.
  • de BORCHGRAVE d'ALTENA J., Décors anciens d'intérieurs mosans. Vol.I, Luik, 1930, p.16-17.
  • GENICOT L.F. o.l.v., Het groot kastelenboek van België. Kastelen en buitenplaatsen, [Brussel, 1977], M.A.B., Betho, p.66.
  • PAQUAY J., Tongres. Monographie illustrée, (Bulletin de la Société scientifique et littéraire du Limbourg, 31, 1913, p.96-97).
  • SEVERIJNS P., Een greep uit de geschiedenis van de kerkdorpen, in: 2000 jaar Tongeren. 15 vóór Chr. tot 1985, Hasselt, 1988, p.204-205.
  • S.N., Les Délices du Païs de Liège. Liège, 1743, vol.III, p.404-407.
  • THYS C., Betho et ses seigneurs, (Bulletin de la Société scientifique et littéraire du Limbourg, 16, 1884, p.37-63).

Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van VANTHILLO C. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Riemst - Tongeren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel van Betho [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/37305 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.