Voormalige wederopbouwhoeve, later uitgebouwd tot tweegezinswoning, zie bouwnaad, uit het begin van de jaren 1920. Aanleunend bij de regionale 19de-eeuwse hoevebouw.
Opstelling: losse, lage bestanddelen rondom een begrint erf, ten zuiden toegankelijk via gietijzeren hek; boerenhuis en schuur respectievelijk ten zuiden en oosten.
Aanplantingen: omhaagde moestuin voor het boerenhuis.
Materialen: verankerde donkerrode baksteenbouw; geknikte pannen (mechanische) zadeldaken; luiken; vlak betonplafond tussen ijzeren I-balken in de nutsgebouwen.
Streekeigen bouwelementen: beglaasd accoladeboognisje met Heilig Hartbeeld; aflijnend tandlijstje; dakkapellen met trapgeveltje; oculus in zijgevel van boerenhuis.
Indeling: boerenhuis van één opkamertravee rechts + vijf traveeën en enkelhuis links van drie traveeën; schuur met stal rechts. Recent bakhuis van cementstenen ten zuidoosten.