erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Bavo

bouwkundig element
ID
31482
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31482

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Bavo
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Bavo
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Dorpskom Watou
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Georiënteerde kerk gelegen middenin een omhaagd kerkhof met een Heilig Hartbeeld aan de zuidelijke zijde. Begrensd ten noorden door de Warandebeek, ten zuiden door het Watouplein.

Historiek

Gotische hallenkerk, gebouwd in de 16de eeuw, ter vervanging van de romaanse kerk, vermoedelijk opgetrokken in de tweede helft van de 12de eeuw. Overblijfselen van de romaanse constructie: ijzerzandstenen muurgedeelte met drie gedichte rondboogvensters in de westelijke gevel van de middenbeuk, de basis van de kruisingstoren. Verbouwing in de loop van de 18de eeuw. Verscheidene aanpassingen in de 19de eeuw: 1804, sacristie tegen de zuidelijke gevel; 1837, westelijk portaal en doopkapel tegen de zuidelijke gevel; 1840, het houten gewelf ter hoogte van de viering wordt door een kruisribgewelf vervangen onder leiding van bouwkundige Jan Clarysse. Eveneens uit de 19de eeuw zijn de pseudo-romaanse geveltop en het roosvenster in de westelijke gevel, alsook een herstelling van de spitse achthoekige kruisingstoren. Enige veranderingen naar ontwerp van architect P. Croquison (Kortrijk) uit 1871: het verwijden van de noordelijke beuk, het verplaatsen van de torentrap, het bouwen van de kleine noordelijke kapel, het bouwen van de noordelijke sacristie identiek aan de bestaande zuidelijke sacristie, en het plafonneren van de koorpartij. De muurnis, met de marmeren beelden van Karel van Ydeghem en Maria van Cortewylle en overwelfd met gebeeldhouwde casementen, bevond zich in de noordelijke muur van het hoofdkoor; bij de bouw van de noordelijke sacristie (1871) werd deze omgebouwd tot doorgang. In 1894 werden herstellingswerken uitgevoerd aan het koor, de torenspits en het horloge. Plannen naar ontwerp van architect J. Carette (Kortrijk), daterend van eind 1913-begin 1914, voor het uitbreiden van de noordelijke sacristie en de noordelijke kapel werden, waarschijnlijk door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, niet uitgevoerd.

Beschrijving

De plattegrond ontvouwt: een rechthoekig westelijk portaal, een driebeukig schip van drie traveeën, een zuidelijke doopkapel en noordelijke kapel, een transept met armen van één travee, een hoofdkoor en twee zijkoren van respectievelijk drie en twee rechte traveeën met een driezijdige sluiting, een noordelijke en zuidelijke sacristie.

Rode baksteenbouw. Gebruik van ijzerzandsteen voor de vermelde muurgedeelten en sporadisch in de sokkel. Sporadisch gebruik van kalksteen (hergebruikt) in de noordelijke zijgevel en noordelijk transept (speklagen). Gele baksteen voor versieringen. Afdekking door middel van leien zadeldaken.

Drie westelijke tuitgevels, voorzien van steunberen met versnijdingen, eindigend op pinakels bij de centrale westelijke gevel. Centrale westelijke gevel. IJzerzandstenen muurgedeelten met drie dichtgemetselde rondboogvensters. Aflijnende gele baksteenfries, waaronder roosvenster in een gele bakstenen, geprofileerde omlijsting. De linker travee is voorzien van geel bakstenen speklagen, geajoureerd door een spitsboogvenster in dito geprofileerde omlijsting op afzaat. Rechter travee geajoureerd door spitsboogvenster (vierlicht) in een geprofileerde omlijsting op afzaat.

Rechthoekig portaal, tegen de centrale westelijke gevel, van één travee onder een afgewolfd zadeldak (leien), gedateerd 1837 door middel van een gevelsteen. Rondboogportaal met omlijsting van vlakke pilasters met een frontonbekroning waarin zich een oculus bevindt.

De traveeën van het schip zijn onderling gescheiden door steunberen met versnijdingen en geajoureerd door spitsboogvensters, in de zuidelijke gevel drielichten met laatgotisch maaswerk, in geprofileerde omlijsting op afzaat. Aflijnende overhoekse muizentandfries. Gele bakstenen en kalkstenen speklagen in de noordelijke gevel. Tegen de eerste travee van de zuidelijke beuk bevindt zich een doopkapel van één travee met driezijdige sluiting onder een overstekend licht, gebogen zadeldak. Gedateerd 1837 door middel van een gevelsteen. Hoekpilasters. Oculi met geel bakstenen omlijsting. Tegen de eerste travee van de noordbeuk situeert zich een kleine kapel van de bewening onder lessenaarsdak. In de oksel van de noordelijke beuk en noordelijk transept, een zeszijdig traptorentje onder leien spits.

De transepten worden afgesloten door tuitgevels, opengewerkt door middel van een spitsboogvenster in geprofileerde omlijsting op afzaat, onder meer een vierlicht met laatgotisch maaswerk in de zuidelijke transeptgevel. Laatstgenoemde is voorzien van een gedichte rondboogdeur, verdiept in een geprofileerde spitsboogomlijsting met nisje in het boogveld.

Koorpartij. De traveeën worden onderling gescheiden door steunberen met versnijdingen geajoureerd door spitsboogvensters, drie- en vierlichten met oorspronkelijk natuurstenen maaswerk, onder meer gedicht in de middentravee van de driezijdige sluiting van zuidelijk, hoofd- en noordelijk koor.

Identieke noordelijke en zuidelijke sacristieën met spiegelbeeldopstand. De zuidelijke sacristie wordt gedateerd in de zijgevel door middel van een gevelsteen met opschrift: 'Past. R.D.J. SIAWERS C. CAMBRON D. LYOEN P. L. CAULIER AEDITUS 1804'.

Achtzijdige kruisingstoren onder een leien spits met houten dakkapellen (galmgaten). Donkerbruine baksteenbouw met metselaarstekens (Andrieskruisen) van donkerder gekleurde baksteen. Gesloten borstwering op natuurstenen kraagstenen. Rondboogvenster aan de zuidelijke zijde.

Interieur

Witbepleisterde hallenkerk. Geheel overspannen door bepleisterde spitsbooggewelven, behalve de kruising door een zesdelig kruisribgewelf; onderling gescheiden door spitsbogen op zuilen met achtzijdige sokkel en bladkapiteel.

Mobilair 

Schilderijen. 'Jezus sterft aan het kruis' (doek), Vlaamse school, 17de eeuw, in de hoofdbeuk; 'Mirakel van het Heilig Kruis met de Heilige Helena en de bisschop Macarios' (doek), Vlaamse school, 17de eeuw, in de noordelijke zijbeuk; 'Aanbidding van de herders' (eiken paneel), circa 1650, in de zuidelijke zijbeuk; 'Verschijning van de Onze-Lieve-Vrouw aan de Heilige Antonius van Padua' (doek), circa 1700, in de hoofdbeuk. Beelden. 'Processie-, Onze-Lieve-Vrouw met kind', gepolychromeerd en verguld hout, circa 1600, in noordelijk zijkoor; 'Christus op de koude steen', gepolychromeerd hout, eerste kwart van de 17de eeuw, in de zuidelijke zijbeuk; 'Processie van Sint-Anna-ten-drieën' op sokkel, verguld en verzilverd hout, tweede tot derde kwart van de 18de eeuw, in het noordelijk zijkoor.

Portiekaltaar, uit 1730-1744 in het hoofdkoor. Noordelijke en zuidelijke portiekaltaren, uit de eerste helft van de 18de eeuw, in de zijkoren. Zijaltaren, uit de eerste helft van de 18de eeuw, in de noordelijke en zuidelijke zijbeuk, tegen de westelijke kruisingspijlers. Preekstoel, hangende kuip, uit 1732. Biechtstoelen, in de noordelijke en zuidelijke zijbeuk, uit 1834. Communiebank (eik), eerste helft van de 18de eeuw. Lambrisering (eik), neorenaissance, 1837. Baldakijn, verguld en gepolychromeerd hout en spiegelglas, 1745 in de zuidelijke zijbeuk. Marmeren ligbeelden van Charles d'Ydeghem, baron van Wieze en eerste graaf van Watou (1630) en Marie de Cortewylle, de Berst en de Watou, eerste helft van de 17de eeuw, in de noordelijke zijbeuk. Gedenkteken, 1964, in de noordelijke zijbeuk. Orgel, circa 1810.

  • Archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, 940.
  • DESMIDT F. 1940: De Romaansche Kerkelijke Bouwkunst in West-Vlaanderen, Gent, 268-269.
  • DEVLIEGHER L. 1965: Beeld van het kunstbezit. Inleiding tot een inventarisatie, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, b, Tielt-Den Haag, 107.
  • ROOSE-MEIER B. & VERSCHRAEGEN H. 1977: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie West-Vlaanderen, Kanton Poperinge, Brussel, 54.
  • RUBBRECHT L.A. 1910: Geschiedenis van Watou, Brugge, 274-304.

Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Poperinge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Heldenhuldezerken en andere graven op het kerkhof

  • Omvat
    Knotlindenrij bij kerkhof Watou

  • Omvat
    Meidoornhaag bij kerkhof Watou

  • Omvat
    Orgel kerk Sint-Bavo

  • Omvat
    Watou Churchyard

  • Is deel van
    Kerkhofstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Bavo [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31482 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.