Hoevesite met L-vormige plattegrond, in jaarankers “1803” gedateerd, gelegen in een scherpe straatbocht. De site is bereikbaar via een korte verharde oprit. Het erf en terrein zijn omsloten door een lage witgeschilderde betonnen afsluiting (tweede kwart 20ste eeuw) met jonger ijzeren hekwerk aan gewitte pijlers.

Historiek

Een langwerpig volume ter hoogte van het boerenhuis is opgetekend op de kaarten van Villaret (circa 1745-1748) en de Ferraris (1771-1778). Op het Primitief Plan van 1830-1833 is de vrijstaande constructie geëvolueerd tot een semi-U-vormige site met losse bestanddelen bestaande uit een gebouw ter hoogte van het in de 18de eeuw opgetekende volume, een haaks volume ten zuidoosten en twee kleinere losse gebouwtjes ten zuidwesten. Het boerenhuis en de omliggende gronden bestemd als tuin, boomgaard en weide behoren op dat moment toe aan de erfgenamen van landbouwer J.B. Van Wymeersch. Deze erven bezaten ook kleine percelen bos in het aanpalende Trimpontbos, zoals veel lokale kleine eigenaars die aan of nabij het bos woonden.

De primitieve toestand blijft behouden op de Atlas der Buurtwegen (1843-1845) en de Popp-kaart (omstreeks 1860). Het kadasterarchief registreert in 1881 een kleine vergroting van het haakse volume en de afbraak van een iets verder gelegen klein landgebouw. Vandaag is de L-vormige landelijke site samengesteld uit een zuidoostelijk georiënteerd boerenhuis met een haaks schuur- of stalvolume dieper op het erf.

Beschrijving

De éénlaagse boerenwoning van vijf traveeën is van ver in de velden zichtbaar. Vooral het zeer steile zadeldak valt op en doet een hoge ouderdom vermoeden. Dit wordt bevestigd door het sierlijke jaartalanker “1803” in gesmeed ijzer met hart- en krulvorm in de zuidwestelijke zijpuntgeveltop en is waarschijnlijk een indicatie dat de woning die reeds op 18de-eeuwse kaarten aangegeven is, op dat moment verbouwd of herbouwd werd.
De erfgevel van het gecementeerde en verankerde boerenhuis is traditioneel zuidgericht en heeft verdiepte getoogde muuropeningen. De getoogde natuurstenen venster- en deuromlijsting en de aflijnende getrapte gevellijst gaan als typerende afwerkingen terug tot het begin van de 19de eeuw. Dezelfde gevellijst en vier verdiepte vensters, met diefijzers, zijn ook aangebracht in de naar de straat gerichte noord– of achtergevel. Ook de groen geschilderde voordeur met deurluikje in de zuidwestelijke zijgevel is gevat in een concaaf uitgewerkte natuurstenen omlijsting, die wellicht teruggaat tot het begin van de 19de eeuw.

Haaks op het boerenhuis is er het eenvoudige verankerde éénlaagse schuur- of stalvolume uit zes traveeën. De gecementeerde gevels zijn witgeschilderd, wat contrasteert met de rode dakpannen. Enkel aan de erfzijde zijn er getoogde deuropeningen met uiterst oostelijk een rechthoekige schuurpoort. Het aflijnende getrapte daklijstje aan de erf- en achtergevel is wellicht te linken aan de kadastraal opgetekende verlenging met twee traveeën van het aanvankelijk kortere volume omstreeks 1881.