erfgoedobject

Historisch gereconstrueerde noodwoning Koning Albertfonds

bouwkundig element
ID
308498
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308498

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historische achtergrond

Historisch gereconstrueerde noodwoning van het Koning Albertfonds, type Zanen & Moenaert, opgetrokken nabij de toegang van de IJzertoren. Voor de bouw van de noodwoning werd een beroep gedaan op elementen van drie authentieke barakken van het Koning Albertfonds. De gereconstrueerde barak bestaat voor drie vierden uit een houten barak type Zanen & Moenaert, die tot midden 2005 in de Dynastiestraat in Menen stond. Andere elementen werden gehaald uit twee houten barakken van het Koning Albertfonds, die in Beselare en in de Heulsestraat in Bissegem werden ontmanteld. Stukken die zich in een al te slechte staat bevonden of compleet ontbraken, werden opnieuw nagemaakt volgens de toen gangbare procédés.

In 1919 werd volgende balans opgemaakt in verband met de vernielingen van woningen in Menen: op een totaal van 6.500 woningen waren 1.444 huizen volledig vernield, 1.203 woningen sterk beschadigd en 1.143 huizen deels beschadigd. In de stad werden er na de Eerste Wereldoorlog 401 barakken opgetrokken. Het betreft drie soorten barakken, zijnde houten barakken, eerst bedekt met asfaltpapier, later met cementpannen; zogenaamde 'konkers', barakken die deels uit hout bestonden en bedekt waren met ronde gegolfde ijzeren platen; en ten slotte 'Jourets' die uit betonplaten waren opgetrokken. Een driehonderdtal barakken werd opgetrokken langs de Ieperstraat, op de wijk 'Ma Campagne'. De honderd andere barakken waren verspreid over de stad. In 2005 werd de laatste barak langs de Dynastiestraat tot sloop gedoemd. Het was een barak van het type Zanen & Moenaert, die binnenin voorzien was van een kartonnen plafondbekleding. Pas in 1934 werd de barak voor het eerst voorzien van elektriciteit. Deze barak diende als basis voor de gereconstrueerde noodwoning.

De historisch gereconstrueerde noodwoning maakt nu deel uit van het museaal parcours van de IJzertoren. In de noodwoning wordt behalve de geschiedenis van de noodwoning ook het verhaal verteld van de terugkeer van de eerste vluchtelingen na de Eerste Wereldoorlog en hun erbarmelijke levensomstandigheden.

Beschrijving

De oorspronkelijke barakken, waaruit deze barak gereconstrueerd werd, waren als volgt opgebouwd.

De gebruikte materialen waren hoofdzakelijk lariks (harshoudende houtsoort, naaldhout) gecombineerd met zwaar harsrijk hout. Het ging om barakken met afmetingen 6x6m of 6x9m, met een dakhelling van 25° of 35°, vervaardigd met kaders van 1,50m breed en 2,43m hoog, voorzien van binnen- en buitenbebording uit planchetten. Volgens de eigen indeling van de woonst kon men gebruik maken van vijf verschillende types kaders, al dan niet met een deuropening en/of een vensteropening met twee opendraaiende vleugels van Br.120xH.125cm en/of een smalle vensteropening van Br.60xH.125cm. Deze kaders waren voorzien van de nodige boutgaten om aan elkaar geschroefd te worden in de hoogte met houtblokken van 8x100mm op twee plaatsen. Ze werden geplaatst op een vooraf gemetselde fundering en waar zo nodig bevestigd. Eens geplaatst kwam de muurplaat er bovenop.

De muurplaten waren zodanig ontworpen (half-hout verbinding) dat ze niet konden misplaatst worden. Ze werden bevestigd met nagels van 150mm. Door de toepassing van deze muurplaten kwam alles tot een verankerd geheel.

De spantelementen werden vooraf verzaagd tot de juiste afmetingen en voorzien van een teken of nummer. Deze moesten ter plaatse samen getimmerd worden volgens nummering. Eén spant bestond uit twee spanbenen (6,5x15cm), één priem (8x11cm), twee stekers (8,5x6cm), twee trekkers (3,5x15,5cm) en zes gording klossen. De gordingen liepen van zijgevel tot zijgevel. Om de lengtes te verbinden, werd gebruik gemaakt van een onder 25° verzaagde hoek (bij het type met dakhelling onder 35° komen de gordingen wel door de zijgevels en dragen deze de oversteek).

De dakelementen bestonden uit drie kepers (6,3x4,3cm), voorzien van de nodige verzaagde helling, zowel boven in de nok als beneden aan de sponde. De elementen werden voorzien van het nodige onderdak voor de bevestiging van het teerpapier (roofing). Het onderdak, bestaande uit lariks planken met een dikte van 20mm, met variaties van breedte tussen 10,5 en 16,5cm, zorgde er dan ook voor dat deze één element vormde met een breedte van 0,99m. De kepers van de dakelementen, liggend op de gordingen, werden afwisselend verankerd met een soort klampen van een getorst plat stukje ijzer voorzien van de nodige geboorde gaten voor de nagelbevestiging.

De dakbedekking bestond wellicht oorspronkelijk uit teerpapier. Bij de afbraak werd duidelijk dat er vanaf het begin teerpapier op bevestigd was, ook foto's bewijzen dit. Bij het aanbrengen van de dakpannen liet men het teerpapier liggen, zodat deze dienst kon doen als isolatie en bescherming tegen eventueel doorsijpelend water. Alle drie de barakken waren bedekt met eenzelfde type dakpannen uit beton (mengeling van cement-rijnzand en kift of kleine rivierkeitjes). Op enkele dakpannen stond het opschrift 'ALBERTA', vermoedelijk verwijzend naar de provincie in Canada.

De opschriften "89 CP A,B…" komen veel voor op elk element van de constructie, zowel op de kaders-muurplaten als op de gevelelementen. Waarschijnlijk verwijst 89 naar het uitvoeringsplan; de letters CP staan wellicht voor 'Canadian Pacific', de Canadese rederij die onder meer actief was in het verwerken en verzagen van hout, de letters A, B slaan op de afmetingen of het onderdeel. Op de priem tenslotte staat de markering "P F".

De bevloering van de barakken bestond uit planchetplanken van 1,50m breedte en 3m lengte, die los lagen op de daarvoor aangepaste funderingsmuren. Het plafond bestond uit elementen van 0,99cm breedte met planchetten die rustten op muurlijsten.

Voor de samenstelling van de huidige barak werd grotendeels gebruik gemaakt van elementen van de barak van Menen, aangevuld met elementen van de barakken uit Bissegem en Beselare. Enkele planken dienden vernieuwd te worden. Hierbij werd gebruik gemaakt van de toen gangbare procedés. De buitenmuren werden geschilderd in gebroken wit, naar de kleur die vaak terugkwam op de toenmalige barakjes. Ook de deur en ramen zijn origineel en werden gerestaureerd.

In de barak zijn originele meubelen van het Koning Albertfonds terug te vinden, waaronder een pompsteen en een typisch kacheltje. In de barak wordt vandaag de dag een tafereel in een café geënsceneerd, en wordt meer duiding gegeven omtrent noodwoningen.

  • Rijksarchief Brussel, Fonds T 264, nummer 14459 (gedetailleerd bouwplan "MD! Type de Maison provisoire démontable en bois à 3 pièces" door Zanen & Moenaert).
  • DEMEURIE D. & VANDEWALLE J. 2006: Onder dak. Over barakken en noodwoningen na WO 1. Met uniek fotomateriaal, Diksmuide.
  • SMETS M. e.a. 1985: Resurgam. De Belgische wederopbouw na 1914, Brussel.

Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002462, Noodwoningen in West-Vlaanderen (DECOODT H., 2009)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Historisch gereconstrueerde noodwoning Koning Albertfonds [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308498 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.