Kruispunt van kasseiwegen, waarvan één arm niet verhard is (voetweg nr. 70). Het geheel is een samenvoeging van drie buurtwegen, waaronder 1° de Viskotstraat (buurtweg nr. 15) vrij homogeen in Tiense kwarsiet is gelegd (250m), met ook de boordstenen in Tiense kwartsiet en afwateringsgrachten langszij. Dit is de meest kwalitatieve weg. 2° Narbunderweg (buurtweg nr. 41) maakt een hoek van 90° en leidt naar akkers op de rand van de Getevallei, die begin 19de eeuw de Narbunders werden genoemd. Deze landbouwweg, hoofdzakelijk in porfier en met Tiense kwartsiet als boordsteen, ligt zeer bol en vertoont diepe spoorvorming op het einde van de weg. Deze doodlopende landbouwweg wordt weinig gebruikt. Voor de afwatering beschikt hij over langsgrachten. 3° Viskotweg (buurtweg nr. 40) is duidelijk minder goed van kwaliteit. De verharding bestaat uit een mengeling van verschillende kasseisoorten en stukken van het tracé zijn met steenslag afgedekt. Deze weg leidde naar de Tombeek, een zijbeek van de Gete, tot de aanleg van de spoorweg in 1878 de verbinding onderbrak.
De kasseiwegen liggen in het landbouwgebied van het vroegere gehucht Driesels, nu Drieslinter, dat uit verschillende ‘driesen’ of verzamelplaatsen voor het vee bestond. Van daaruit dreven de inwoners het vee naar de natte gras- en hooilanden (beemden) in de Getevallei. De wegen rond het gehucht dienden dus als driftwegen en voor de ontsluiting van het beemdengebied. Ze liepen dan ook dood zodra ze het beemdengebied bereikten. Voor doorgaand verkeer speelden ze geen enkele rol. Dat is ook nu nog het geval.
Het tracé is zeker ouder dan de 18de eeuw, omdat het al voorkomt op de Villaretkaart van 1745. In die periode waren de lokale wegen standaard onverhard, wat hier waarschijnlijk ook het geval zal zijn geweest. De Atlas der Buurtwegen duidt weg nr. 15 aan als 'Visschotstraat' die de gehuchten 3den Dries en Terhagen met elkaar verbond. De weg had toen een breedte van ruim 6 m en leidde naar de omwalde hoeve Terhagen. De wegen nrs. 40 en 41, respectievelijk de Visschotweg en de Narbunderweg, waren slechts 3,30 m breed. Deze servitudewegen werden onderhouden door de eigenaars van de aanpalende percelen in plaats van de gemeente Neerlinter.
De wegen bleven onverhard tot het begin van de 20ste eeuw. Vermoedelijk is de kasseiweg Viskotstraat het eerst aangelegd. Het tracé in Tiense kwartsiet stemt opvallend goed overeen met een verharde weg op de topokaart van 1932. De vorige topografische kaart werd voor dit gebied in 1886 opgemaakt, zodat de kasseiweg tussen 1886-1932 is aangelegd. De andere wegen zijn na 1932 gekasseid. Tot in de jaren 1960 bepaalde de gemeente dat bij het uitbreken van kasseiwegen de oude kasseien moesten hergebruikt worden voor het verbeteren van de slechte en onbruikbare aardewegen. De verharding is vandaag vrij smal (250-280cm), breed genoeg voor een kar. De kasseiwegen zijn nooit opgeschaald en hebben daardoor hun oorspronkelijke karakter behouden. De straatnaam is afgeleid van hoeve Vissekot die nu niet meer bestaat. Op het primitief kadaster werd dit tracé aangeduid als de Waterstraat.
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Drieslinter
Is deel van
Valleien van de Grote en Kleine Gete
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasseiwegen Viskotstraat-Viskotweg-Narbunderweg [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307670 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.