erfgoedobject

Blankenbergse dijk

landschappelijk element
ID
307509
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307509

Beschrijving

Middeleeuwse binnendijk tussen Brugge en Uitkerke (Blankenberge), bijna 11 km lang. In de middeleeuwen stond de dijk bekend onder de benaming Gentele, later als Blankenbergse dijk. De dijk is een belangrijk landschapselement in de cultuurhistorie van dit gebied, omdat het samenhangt met de ingebruikname van de kustvlakte door de mens in de middeleeuwen.

Hoe de kustvlakte eruitzag toen de dijk ontstond: wadgebied

Het middeleeuwse, door de natuur gevormde landschap langs onze kust bestond uit een netwerk van geulen, slikken en schorren. De getijdewerking van de zee had dit landschap doen ontstaan. Langs de geulen stroomde het zeewater de kustvlakte in en uit. Het voerde sedimenten van zand en klei aan en zette die bij natuurlijke overstromingen landinwaarts langs de geulen af. Door de opeenstapeling van herhaaldelijke afzettingen ontstonden hoger gelegen gebieden tussen de geulen, in die mate zelfs dat ze buiten het bereik van de getijden vielen. Het moment waarop dat gebeurde zou rond de 8ste eeuw liggen (Tys 2001). Verhulst (1995, p. 38) dateerde dit kantelmoment rond de 10de eeuw voor het gebied ten noorden van Brugge. Hij kwam tot de vaststelling dat de kustvlakte ten noorden van Brugge vanaf de 10de eeuw op natuurlijke wijze droog kwam te liggen, dus zonder menselijke ingrijpen of zonder de aanleg van dijken. De mens gebruikte de gronden dan eerst als schaapsweide, zolang ze nog niet volledig ontzilt waren. Nadien kwamen ze in aanmerking voor gebruik als weiland of akker.

Binnendijk, weg en grensscheiding tussen de wateringen

Maar waarom legde de mens dan toch een dijk aan? Makkelijk kan dat niet geweest zijn. Bovendien was de aanleg van zo’n lange dijk een dure onderneming, die heel wat organisatie en inzicht vereiste. Opvallend is de oriëntatie van de dijk: noord-zuid, dwars op de kustlijn. Een zeewerende dijk kan hij dus niet zijn geweest. Kunnen we de dijk misschien in verband brengen met het Zwin? Ook dit scenario is weinig waarschijnlijk omwille van de grote afstand tussen de Zwingeul en de Blankenbergse dijk. Zou een dijk beschermen tegen inbraken van de zee vanuit de inham van het Zwin, dan verwachtten we die dichterbij en bovendien meer parallel aan de in het oosten gelegen Zwingeul. Bovendien werden in de omgeving van de dijk geen sporen van overstromingen gevonden. Allemaal redenen om het ontstaan van de dijk in een andere richting te zoeken.

De Blankenbergse dijk was met name een binnendijk, in het leven geroepen door de watering van Blankenberge om overtollige water vanuit het naburige gebied tegen te houden. De afwatering van regenwater was in de kustvlakte een heikele kwestie. Zeker bij hevige regenval bestond het risico op overstromingen vanuit het binnenland. Al het water moest in een recordtempo kunnen worden afgevoerd. Kwam er teveel water op één plek samen, dan overstroomde die. Een dijk moest verhinderen dat het overtollige water de watering binnenstroomde. In het geval van de Blankenbergse dijk diende hij ook als scheiding of administratieve grens tussen de wateringen van Eiensluis en Blankenberge. Beide wateringen ontstonden in de late middeleeuwen, resp. rond 1200 en voor 1286, zodat de Blankenbergse dijk mogelijk ook uit die periode dateert. Op de kruin van de dijk lag een weg, die de verbinding tussen Brugge en Uitkerke verzorgde. Op deze route lagen ook de nederzettingen van Sint-Pieter-op-den Dijk, Zuienkerke en Sint-Jan-op-den-Dijk. In Uitkerke takte de Blankenbergse dijk op de Evendijk aan, die de kustlijn volgde en wel als zeewering diende.

Middeleeuws dijksysteem van de watering Blankenberge

De Blankenbergse dijk maakte deel uit van een aaneensluitend dijksysteem dat de watering van Blankenberge aan drie zijden begrensde: west lag de Zijdeling, tegen de zee de Evendijk en oost de Blankenbergse dijk. De oudst bekende vermelding van de Zijdeling dateert uit 1201 (Coornaert 1967). Deze dijk volgde over een afstand van 8 km een brede strook tussen Bredene en Oudenburg, goed zichtbaar op de Poppkaart van 1842-1879,maar in de loop van de 20ste eeuw vervaagd door de toenemende lintbebouwing. Het dijktraject kan grotendeels nog gevolgd over moderne wegen, zoals de Sluizenstraat en de Passendaalsesteenweg in Oostende.

De Evendijk is de dijk die de watering van Blankenberge tegen de zee moest beschermen. Uit 1281 is ons de oudste vermelding bekend. In Uitkerke takte hij op de Blankenbergse dijk aan; in Bredene op de Zijdeling. Deze dijk is volledig uit het landschap verdwenen. Sinds zijn ontstaan kreeg de zeedijk het vaak hard te verduren. De zeespiegelstijging en laatmiddeleeuwse zandverstuivingen deden hele stukken in zee of onder het zand verdwijnen. Tussen Wenduine en Bredene raakte een heel dijksector ondergestoven (rond 1400). Voor de hele Blankenbergse watering ging zo 700 ha grond verloren. De Blankenbergse dijk is de enige van het middeleeuwse dijksysteem die over een lang traject nog behoorlijk bewaard is.

Kenmerken: breed maar niet hoog

Kenmerkend voor de Blankenbergse dijk is zijn breedte. Op historische kaarten staat de dijk doorgaans als een brede weg ingetekend. Op de best bewaarde delen volgt hij een strook van 25m breedte, met een greppel aan beide zijden. Deze strook vormde oorspronkelijk de basis van de dijk. Een dijk had immers een asymmetrisch profiel met onderaan een brede basis en boven een smallere kruin. Aan één zijde had de dijk een steile helling (buitenzijde), aan de andere kant liep de helling zacht af. Deze zachte helling is grotendeels afgegraven, het overige deel van de dijk is wel bewaard gebleven, met name het deel waarop een weg lag. Met een hoogteverschil van max. 1m ten opzichte van het maaiveld is zijn hoogte wel heel beperkt. Of dat het gevolg is van inklinking of afgraven is niet helemaal zeker. Soens (2008, 158) vermeldt een laatmiddeleeuwse hoogte van 4,9m voor een Blankenbergse inlaagdijk, maar het is niet helemaal duidelijk welke dijk hij hiermee precies bedoelt.

De Ferrariskaart (1771-1778) toont een traject dat tussen Brugge en Zuienkerke beboomd was. Waarschijnlijk werden de dijkbermen gemeenschappelijk begraasd. Op een begin 18de-eeuwse kaart van het volledige dijktraject komt een schaapskooi langs de dijk in Sint-Jan-op-den-Dijk voor (RABrugge, K&P nr. 465). Ook nu worden grote delen van de dijk voor de landbouw gebruikt. Sommige bewerkingen zoals ploegen en diepe grondbewerkingen zorgen voor een vervaging van het dijkprofiel, onder andere door het versmallen of opvullen van de begeleidende grachten.

  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en plannen, nr. 465: Figuratieve kaart met de dijk van Blankenberge, tussen Sint-Pieters-op-de-Dijk en Blankenberge, gemaakt door Jacques Lootyns, gezworen landmeter van het Brugse Vrije, 1717, Cartesius.be [online], https://search.arch.be/imageserver/topview.php?FIF=513/513_0521_000/513_0521_000_00465_000/513_0521_000_00465_000_0_0001.jp2 (geraadpleegd op 21 mei 2019).
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en plannen, nr. 467: Kaart met de dijk van Blankenberge, tussen Blankenberge en Sint-Pieters-op-de-Dijk, met het oog op de aanleg van een steenweg, 18de eeuw, Cartesius.be [online], https://search.arch.be/imageserver/topview.php?FIF=513/513_0521_000/513_0521_000_00467_000/513_0521_000_00467_000_0_0001.jp2 (geraadpleegd op 21 mei 2019).
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en plannen, nr. 565: Figuratieve kaarten met de watering van Blankenberge, tweede helft van de 17de eeuw [online], Cartesius.be https://search.arch.be/imageserver/topview.php?FIF=513/513_0521_000/513_0521_000_00565_000/513_0521_000_00565_000_0_0002.jp2 (geraadpleegd op 21 mei 2019).
  • Ferrariskaart 1771-1778: Carte de cabinet des Pays-Bas autrichiens levée à l'initiative du comte de Ferraris 1771-1778, schaal 1:11.520, originelen in de Koninklijke Bibliotheek, Kaarten en plans, Ms. IV 5.627.
  • Popp 1842-1879: Atlas cadastral de Belgique par Philippe Christian Popp, schaal 1:1250, 1:2500, 1:5000, originelen in Koninklijke Bibliotheek, Kaarten en plannen, nr. 0381.
  • COORNAERT M. 1967: Uitkerke: de topografie, de geschiedenis en de toponimie van Uitkerke en Sint-Jans-op-de-dijk tot omstreeks 1900, S.l.
  • SOENS T. 2008: De spade in de dijk? Waterbeheer en rurale samenleving in de Vlaamse kustvlakte (1280-1580), Gent.
  • SOENS T., TYS D. & THOEN E. 2014: Landscape transformation and social change in the North Sea Polders, the example of Flanders (1000-1800 AD), Siedlungsforschung. Archäologie, Geschichte, Geographie, 31, 133-160.
  • TYS D. 2001: De verwerping van het zogenaamde Duinkerke-transgressiemodel en nieuwe inzichten in de vroegste bedijking van de kustvlakte, E. Huys en M. Vandermaesen (red.), Polders en wateringen. Studiedag georganiseerd te Damme op 19 mei 2000, Miscellanea archivistica Studia 139, Brussel, 17-53.

Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Blankenberge

  • Is deel van
    Brugge

  • Is deel van
    Uitkerkse polder


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Blankenbergse dijk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307509 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.