erfgoedobject

Gekoppelde villa's

bouwkundig element
ID
307454
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307454

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gekoppelde villa's
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Twee gekoppelde villa’s uit het interbellum naar ontwerp van architect Jean-Jules Eggericx. De woningen sluiten qua stijl aan bij de meest bekende ontwerpen van Eggericx, namelijk de woningen in de tuinwijken "Le Logis" en "Le Foréal" in Watermaal-Bosvoorde.  De villa’s aan de Ninoofsesteenweg maakten deel uit van een slechts ten dele uitgevoerd verkavelingsplan, van een voormalig park op de grens van Dilbeek en Sint-Jans-Molenbeek, naar ontwerp van Raphaël Verwilghen.

Historiek

Op de gemeentegrens tussen Dilbeek en Sint-Jans-Molenbeek lag begin 20ste eeuw een landhuis. Het omringende park werd begin 20ste eeuw aangelegd en geleidelijk uitgebreid tot het zich tijdens het interbellum binnen de grenzen van de Ninoofsesteenweg, de Sleutelpasstraat, de Moortebreekstraat en de Palokestraat bevond (zie topografische kaart circa 1930). Het voormalige centraal gelegen landhuis is verdwenen. Op het grondgebied van Sint-Jans-Molenbeek rest nog een villa.

Begin jaren 1920 gaf De Ruytter - Stappen, eigenaar van het domein, Raphaël Verwilghen de opdracht een plan op te maken voor de gedeeltelijke verkaveling van het domein. Verwilghen was belast met de opmeting en verkaveling van het domein De Ruytter in Dilbeek en Sint-Jans-Molenbeek. Een plan van 5 mei en 10 juni 1923 toont aan dat De Ruytter de randen van het domein wou laten verkavelen voor de bouw van gekoppelde villa’s met omringende tuin. Van deze verkaveling is ook een soort folder bewaard voor de westelijke helft van het park om reclame te maken voor de koop van deze vrijgekomen percelen in een groen kader.

De plannen voor de verkaveling bevinden zich in het archief van ingenieur-urbanist Raphaël Verwilghen (1885-1963), samen met de plannen voor de bouw van de twee gekoppelde villa’s aan de Ninoofsesteenweg, gesigneerd door architect Eggericx en gedateerd op 21 juni 1923. Als bouwheer wordt De Ruytten vermeld. De twee woningen werden kadastraal geregistreerd in 1926 na de verkoop ervan, waarschijnlijk in 1925. De linkerwoning (nummer 7) werd eigendom van Germain Jean Paul De Bloe (naakte eigenaar) en handelaar Léopold Joseph Michel De Bloe-Peerenboom (vruchtgebruiker). De rechterwoning (nummer 5) werd eigendom van nijveraar Paul Auguste Stapper en konsoorten. In het archief werden buiten gevelplannen en grondplannen van elke bouwlaag ook verschillende detailplannen bewaard voor onder andere tegels, de schouwmantels, het buitenschrijnwerk waaronder de driezijdige erker en het schrijnwerk van onder andere de bordestrap in de hal.

Dat de plannen van Eggericx in het archief van Verwilghen zitten is niet zo verwonderlijk daar ze samen een architectenbureau hadden opgericht in 1923. Het bureau met verschillende architecten werd opgericht om de immense opdracht voor het ontwerpen van de tuinwijken "Le Logis" en "Le Floréal" te kunnen uitvoeren. De woningen aan de Ninoofsesteenweg sluiten qua stijl volledig aan bij de door Eggericx ontworpen woningen in de tuinwijken "Le Logis" en "Le Floréal" vanaf 1921. Kenmerkend zijn de ruw beraapte gevels, de geknikte daken met dakkapellen, het schrijnwerk met een kleine roedeverdeling, de driezijdige erkers en de overluifelde toegangsdeuren.

De twee villa’s naar ontwerp van Eggericx zijn de twee eerste, maar ook enige villa’s die passen binnen het verkavelingsplan. Aan de zijde van Dilbeek, zijn de meeste villa’s van latere datum en op het grondgebied van Sint-Jans-Molenbeek zijn dit veelal appartementsgebouwen of bel-etagewoningen, alle op kleinere percelen dan voorzien op het eerste plan. Het voormalige park is vandaag dan ook niet meer herkenbaar, buiten een klein binnengebied op Sint-Jans-Molenbeek.

Het dossier van deze verkaveling en de plannen voor de villa sluiten ook aan bij het project van de tuinwijk "Le Floréal". In het dossier zit communicatie tussen mijnheer De Ruytter, mijningenieur, en Verwilghen over deze tuinwijk. Om de relatie te kennen tussen het ontwerp van de gekoppelde villa’s en deze tuinwijken is verder archiefonderzoek nodig. Mogelijk is er ook een verband met de nabijgelegen tuinwijk Moortebeek, gelegen op slechts 100 meter ten zuidoosten van de villa’s.

Beschrijving

Twee gespiegelde woningen, gelegen op een afhellend terrein en terugwijkend gelegen ten opzichte van de straat met voortuinen, afgesloten van de straat door hagen en pijlers in breuksteen.

De woningen bestaan aan de straatzijde uit anderhalve bouwlaag onder een geknikte bedaking bedekt met pannen. Het dak wordt verlevendigd door dakkapellen. De gevels van de woningen kregen een ruwe beraping (nummer 7 werd later gewit). De muuropeningen zijn rechthoekig en voorzien van schrijnwerk met een kleine roedeverdeling. De centrale travee wordt gekenmerkt door de toegangsdeur geflankeerd door twee kleine rechthoekige muuropeningen, alle vervat onder een eenvoudige luifel. Boven de luifel smalle langgerekte muuropening van de nachthal. Tegen de zijgevels driezijdige erker. Nummer 5 heeft nog het originele schrijnwerk, bij nummer 7 is de originele voordeur nog bewaard.  

Door het afhellende terrein bestaat de achtergevel uit twee bouwlagen. De achtergevel is opgebouwd volgens een combinatie van een lijstgevel met licht uitspringende centrale puntgevel. Vandaag nog voorzien van extra uitbouwen.

Planindeling

Volledig onderkelderde woningen met twee bouwlagen en een kleine zolder. Door het afhellende terrein ligt de kelder achter de woning boven het maaiveld. De gelijkvloerse verdieping is geordend rond een grote centrale hal met bordestrap. De begane grond bevat verder nog een salon met aansluitend een grote leefruimte, een eetkamer, een toilet, een keuken, een kleine bijkeuken en een bergruimte. Op de verdieping, deels onder het dak, bevinden zich rond de centrale hal met bordestrap vier kamers en een badkamer met afzonderlijk toilet. De plannen geven aan dat de woningen voor hun bouwperiode zeer goed waren uitgerust met modern comfort zoals een badkamer en twee toiletten. In de briefwisseling is te lezen dat er op zolder of in de kamers op de verdieping (?) ook een kamer voor de huishoudster werd voorzien. De nadelen van dit plan zoals het afhellend terrein en de woonkamer die aan de noordkant gelegen was, werden besproken in de briefwisseling, maar werden schijnbaar toch uitgevoerd volgens het plan.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Dilbeek, afdeling I (Dilbeek), 1926/33.
  • Leuven, Universiteitsarchief KULeuven, Archief Raphaël Verwilghen, Planarchief 1.8A, 1.8B, 1.10A, 1.10B, 1.10C, 1.10D., Dossier 3.2.
  • Topografische kaarten van België, Herziening derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1900-1930, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1928-1950, schaal 1:20.000.
  • EGGERICX L. & HANOSSET Y. 2003: De tuinwijken Le Logis en Floréal, Brussel, stad van kunst en geschiedenis 34, Brussel.
  • VANDEN EYNDE W. 1991: Inventaris van het Archief van ingenieur-urbanist Raphaël Verwilghen 1885-1963, onuitgegeven archiefinventaris, KULeuven.

Auteurs: Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gekoppelde villa's [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307454 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.