erfgoedobject

Woning De Pue

bouwkundig element
ID
307128
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307128

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Woning De Pue
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Woning gebouwd in opdracht van Norbert De Pue-Van de Walle, naar ontwerp van hun zoon, architect Paul De Pue, volgens bouwplannen van 1983. Het ontwerp getuigt van een totaalconcept en een grote samenhang tussen de buitenaanleg, het exterieur en het interieur van de woning.

Historiek & situering

Aan de woning ging een complex en langdurig ontwerpproces vooraf. De woning was bedoeld voor een groot gezin met zeven kinderen, in combinatie met een atelier. Dit atelier werd in eerste instantie ondergronds voorzien, zoals weergegeven op de ingediende bouwplannen van 1983. Het ontwerp evolueerde tot de uitvoering echter vanuit een noodzaak tot een tweewoonst met een appartement op de benedenverdieping. De woning werd uiteindelijk gerealiseerd rond 1985 en vanaf 1987 bewoond. Al kort na de bouw werd het moderne en erg persoonlijke karakter van het ontwerp opgemerkt en werd de woning opgenomen in het architectuurparcours Architectuur als buur, dat in 1988 werd georganiseerd in de Gentse omgeving. Later werd er wel nog een loods met atelier gebouwd achter de woning, die in een volgende fase werd uitgebreid met een volume erboven. De woning onderging geen structurele aanpassingen sinds de bouw en is aldus gaaf bewaard.

Paul De Pue studeerde in 1981 af als architect aan Sint-Lucas in Gent. Het ontwerp situeert zich dus vroeg in zijn, weliswaar beperkte, oeuvre als zelfstandig architect. Een constante in zijn ontwerpen is het gebruik van een houtskelet, dat in sommige gevallen werd verborgen achter traditioneel metselwerk. Bij de woning voor zijn ouders neemt de houtstructuur een opvallende en zichtbare plaats in binnen het ontwerp.

Beschrijving

Woning De Pue is opgevat als een vrijstaande villa van twee bouwlagen, onder een geknikt, schuin oplopend dak (vernieuwde koperen afdekking). Omwille van het zicht naar de Schelde ten zuiden en het achterliggende landschap werd ervoor geopteerd om de leefruimte op de bovenverdieping te situeren en is de woning sterk beglaasd aan die zijde. De overige gevels, zeker de west- en noordgevel, zijn in overeenstemming met de oriëntatie eerder gesloten uitgewerkt. Het rechthoekige grondplan wordt enkel aan de oostzijde doorbroken door een rechthoekige uitbouw van de bovenverdieping, aan de zuidzijde geflankeerd door een terras, met daaronder een open carport. De uitbouw en het terras worden ondersteund door houten pijlers. Ook in de zuidwestelijke hoek van de woning is op de bovenverdieping een terras voorzien, eveneens afgesloten met een open houten balustrade. Beide terrassen flankeren de leefruimte.

Het exterieur wordt gekenmerkt door een combinatie van diverse materialen tot een eerlijk en logisch ensemble. De benedenverdieping is grotendeels uit roodbruine baksteen opgebouwd, en vormt als het ware de sokkel voor de transparantere bovenverdieping. Het voornaamste gebruikte bouwmateriaal is echter hout. De structuur is opgebouwd op basis van een Canadees houtskelet, volgens de bouwplannen uitgevoerd in oregon. Dergelijke geprefabriceerde platformbouw liet een snel bouwproces toe en vormt een verbindende factor binnen het ontwerp, zichtbaar zowel aan het exterieur als interieur. Het is ook bepalend voor de typische dakvorm, voorzien van een grote overspanning, die inwendig een open planindeling mogelijk maakt. Aan het exterieur valt eveneens het gebruik van een verticaal latwerk in larikshout op. Deze beplanking is aanwezig langs de bovenverdieping van de oostelijke en westelijke zijgevel, en is ook gevelhoog aangebracht tegen de achtergevel. De achtergevel getuigt van een weloverwogen vormgeving, subtiel doorbroken met smalle, verticale muuropeningen. De Pue koos daarnaast voor merbau voor het schrijnwerk en de houten pijlers op de benedenverdieping, en voor eikenhout in het interieur.

Eén van de blikvangers van het ontwerp is de gevelhoge vensterpartij ter hoogte van de zuidgevel, op de benedenverdieping uitgebouwd als een serre, die opgenomen is in het open plan van de woning. De grote vensters in de voorgevel vormen een draagstructuur en zijn gaaf bewaard. Het vensterschrijnwerk is voorzien luikjes in functie van verluchting en een beperking van de binnentemperatuur. Op de bovenverdieping zijn ook de buitendeuren tot de terrassen beglaasd, wat het lichtrijke karakter van de leefruimte op dat niveau versterkt. De buitendeuren op de benedenverdieping, gesitueerd in de achtergevel, zijn gelijkaardig. De toegangsdeur tot de woning is daarentegen een gesloten houten deur, die zich bevindt in de oostgevel onder de overstek van het terras.

De ensemblewaarde van de woning wordt versterkt in de relatie tot de buitenaanleg. Ten zuiden in de tuin werd een helling in aarde aangelegd, die een bijkomende toegang vormt tot het woongedeelte op de bovenverdieping. De helling dient als een looppad, dat via een houten brug naar het terras ten zuidwesten leidt. Deze helling creëert ook een zeker privacy in de voortuin.

In het interieur omvat het volume op elke bouwlaag een woongelegenheid. De toegang in de oostgevel geeft uit in de serre aan de zuidzijde, die volgens een open plan doorloopt in de leefruimte op de benedenverdieping. De muur in zichtbaar metselwerk tussen beide is doorbroken met een groot cirkelvormig venster. De vloeren variëren van vierkante rode tegels in de inkom en serre tot een houten vloer in de leefruimte. Aan de noordzijde bevinden zich nog enkele afzonderlijke kamers. Opvallend hierbij is de sterke relatie tot de tuin, door middel van meerdere buitendeuren en een schuifraam. De bovenverdieping is bereikbaar via een houten trap die uitgeeft in de serre. Een glazen deur sluit deze trap af en is voorzien van een opvallende, geometrische, blauw geschilderde klink. De trap geeft rechtstreeks uit in de open leefruimte met keuken. In de oostelijke uitbouw bevindt zich een bureau, aan de noordzijde van het hoofdvolume twee slaapkamers en een badkamer en toilet. Opvallend is de ensemblewaarde, voornamelijk aanwezig in het zichtbare, natuurlijke houtwerk. De houten draagstructuur wordt gecombineerd met eikenhouten vloeren, een houten planchettenplafond, houten deuren en een keukenensemble met toog naar ontwerp van De Pue. Ook de kasten en de afwerking in de slaap- en badkamers sluiten hierbij aan.

  • Gemeentearchief Destelbergen, bouwdossiers, 29/1983.
  • DE KOONING M. (red.) 1988: Architectuur als Buur. Panorama van Gent en omstreken 1968-1988, Gent.
  • Mondelinge informatie verkregen van de architect en zijn familie (9 september 2017).

Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning De Pue [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307128 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Gemeente Destelbergen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.